Beloftevolle biobrandstofboompjes
Het jonge Gentse biotechbedrijf Quinvita is de motor achter de kwaliteitsverbetering en expansie van de jatropha curcas, een giftige struik die erg geschikt is voor de productie van biodiesel.
Quinvita ontstond ruim een jaar geleden via een managementbuy-out van twee dochterondernemingen van het Britse D1 Oils. De drijvende kracht achter die buy-out was de 53-jarige West-Vlaamse bioloog Henk Joos, een expert in oliegewassen. Joos begon zijn loopbaan bij het legendarische Gentse plantenbiotechbedrijf Plant Genetic Systems (PGS) en was later bij Aventis CropScience verantwoordelijk voor productontwikkeling en veredelingsactiviteiten van landbouwgewassen.
Vijf jaar geleden werd hij benaderd door D1 Oils dat toen al jatropha plantte. “Vanaf dag een hebben de basisgegevens rond dat gewas mij enorm geïntrigeerd”, zegt Joos. “Het potentiële groeigebied is veel groter. Het kan groeien in streken die droger zijn dan die voor oliepalmen. Het viel me ook op dat rond jatropha veel lawaai werd gemaakt, maar dat heel weinig was gebaseerd op feiten en wetenschappelijke kennis.” Zo schilderden lokale politici in India en Indonesië jatropha af als een mirakelgewas. “Je moest het zogezegd planten in de woestijn, er nauwelijks iets aan doen en na vier jaar zou het je stinkend rijk maken”, stelt Joos. “Dat was choquerend, want volgens onze kaarten is het grootste deel van Indonesië en India absoluut niet geschikt.”
Joos leerde bij D1 Oils met scha en schande bij over de plant, vooral door vele bezoeken aan Indiase boeren. Zo zeiden lokale experts dat de planten op twee meter afstand van elkaar moesten worden geplant. Dat bleek te dicht, want de plant heeft veel licht nodig. Jatropha gedijt het best net buiten de tropische regenwouden en heeft graag een nat en een droog seizoen. Spanje bijvoorbeeld komt niet in aanmerking voor de teelt ervan omdat jatropha erg vorstgevoelig is. “Als het risico bestaat dat je zelfs maar een keer in tien jaar vorst hebt, mag je het vergeten.”
“We kunnen nu met veel vertrouwen zeggen tegen onze klanten wat ze moeten doen en verhinderen dat dezelfde fouten worden gemaakt. Dat geeft gigantisch veel credibiliteit”, stelt Joos. Hij deed de managementbuy-out met Greta De Both (ex-Bayer) en Vincent Volckaert (ex-Syngenta). De drie zijn evenwaardige partners in Quinvita. Terwijl D1 Oils zich verder op plantageactiviteiten richt, focust Quinvita vooral op dienstverlening aan klanten die plantages hebben of projecten willen starten. “Wij geven training en consultancy en we leveren op exclusieve basis plantzaad van verbeterde variëteiten waarbij we royalty’s krijgen op olie en meel dat wordt geproduceerd. Doorgaans is dat 2 à 3 procent van de verkoopprijs”, legt Joos uit.
Economisch zeer interessant
De olie-opbrengst van jatropha overtrof al van meet af aan de stoutste verwachtingen. Oliepalmen leveren gemiddeld 4 tot 6 ton palmolie per hectare op. “Dat is in productiviteit de koning van de plantaardige olie”, weet Joos. De volgende in het rijtje is koolzaad, dat 0,8 tot 1,5 ton olie per hectare oplevert. Maar jatropha leverde meteen 1,5 ton olie per hectare op. “Nog voor we alle moderne tools van veredeling en agronomische praktijkkennis erop loslieten”, benadrukt Joos. “Er zijn indicaties dat we met nieuwe variëteiten die we ontwikkelen naar 2 à 2,5 ton olie per hectare kunnen gaan. Het betekent dat we een economisch zeer interessant alternatief gewas krijgen dat tussen oliepalm en koolzaad zit.”
Jatropha bleek vooral bijzonder geschikt voor de productie van biodiesel. Maar de olie kan een verdere boost krijgen vanuit de luchtvaartsector, vooral nu Europa de luchtvaartmaatschappijen verplicht om te betalen voor hun CO2-emissies. Via een kraakproces wordt de olie omgezet in een alternatief voor kerosine. “We hebben contacten met Lufthansa en KLM en een van onze klanten heeft al een groot contract met Thai Airways”, stelt Joos.
Quinvita heeft onderzoekscentra in Malawi, Mozambique, India, Thailand en Kaapverdië. Het werkt onder meer samen met een grote Canadese investeringsgroep die een project in Kenia heeft en nu aan de slag wil in Zuidoost-Azië. Ook de nationale oliemaatschappij van Portugal is klant, goed voor een project van 30.000 hectare in Mozambique. “We staan op het punt een contract te tekenen met een Mexicaanse groep die in Mexico 200.000 à 300.000 hectare wil ontwikkelen en we praten met een Nederlandse investeringsgroep die in Zuidoost-Azië aan de slag wil. Bovendien hebben we een contract getekend met Engelse investeerders die in Panama 20.000 tot 30.000 hectare willen ontwikkelen”, zegt Joos.
De CEO ziet drie of vier spelers die zich graag profileren als concurrenten. “Maar Quinvita is wereldleider in kennis van jatropha. Ik wil niet arrogant klinken, maar dat is de realiteit”, zegt Joos. Hij lonkt intussen ook naar andere gewassen die stiefmoederlijk worden behandeld. Die moeten dan logischerwijs in dezelfde regio’s als jatropha groeien. “We hebben vier of vijf andere gewassen bekeken.” Vooral zoete sorghum intrigeert hem. “Waar suikerriet stopt met groeien, kan je het telen.”
Kapitaalverhoging
Jatropha-olie wordt verkocht tegen 900 tot 1100 dollar per ton. De prijs fluctueert mee met die van palmolie. “Er wordt een stukje premie betaald omdat het duurzamer is. Maar we zijn niet zeker in welke mate die premie behouden kan blijven”, zegt Joos. Quinvita strijkt met andere woorden, met zijn marge van 2 à 3 procent, ruwweg 20 à 30 dollar per ton op. Vorig jaar realiseerde het een omzet van ruim 1 miljoen euro. Dat moet vrij snel stijgen tot 2 à 3 miljoen, vooral nu het zijn eigen baas is. Tot aan de managmentbuy-out liep een servicecontract tussen D1 Oils en zijn dochterondernemingen voor plantolie.
“En dan beginnen de olieroyalty’s binnen te komen en gaan we naar grotere omzetcijfers.” Toch zat Quinvita in 2011 in de rode cijfers. Vooral omdat de jatrophaplantages nog te jong zijn en veelal suboptimale planten werden gebruikt. Die worden nu geleidelijk vervangen door betere variëteiten. Joos verwacht dat Quinvita uiterlijk in 2014 break-even draait. Om de tussenperiode te overbruggen, werkt hij aan een kapitaalverhoging van 2 à 3 miljoen euro. “Het zijn geen makkelijke tijden, maar we hebben een aantal geïnteresseerde partijen. We zitten in de laatste rechte lijn.” De financiële investeerders zijn Belgisch, de strategische meer internationaal.
Of Quinvita ooit naar de beurs wil trekken? “Misschien wel. Wanneer we grotere ambities beginnen te hebben om te differentiëren naar andere gewassen. Who knows?” Ook een overname sluit Joos niet uit. “Jatropha is natuurlijk nog een jong gewas. Er is nu misschien een miljoen hectare aangeplant en met 200.000 hectare daarvan kan misschien iets serieus worden aangevangen. Maar als dat evolueert naar een gewas van 10 miljoen hectare, komt het op de radar van de grote spelers.”
BERT LAUWERS
“Jatropha is in productiviteit de koning van de plantaardige olie” Henk Joos
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier