BELGISCHE ONDERNEMERS IN AZIE. Vrijen met de draak
Onze KMO’s voelen van waar de wind waait. Terwijl de Belgische export in alle traditionele markten achteruitliep, steeg onze uitvoer naar Azië spectaculair tot 500 miljard frank in ’94. Deze maand toeren vier Belgische handelsmissies door Zuidoost-Azië. Trends voelde de polsslag van de Aziatische “draken” en luisterde naar de ervaringen van ondernemers ter plaatse.
We serveren u ook een exclusiefje : uittreksels uit het nieuwste boek van John Naisbitt, over de Aziatische uitdaging.
Locatie : Hongkong, Taipei.
De Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel (BDBH) trekt dezer dagen door Maleisië met 130 ondernemingen, begeleid door prins Filip, de Vlaamse Dienst voor de Buitenlandse Handel bezocht zopas Hongkong en Taiwan, de Antwerpse havenbedrijven onder de koepel Assiport promootten zichzelf in Japan, Korea, Taiwan, Maleisië, Hongkong en Singapore, en Fabrimetal verkent de laatbloeier Birma. Vier missies in een maand tijd : de Belgische ondernemers beantwoorden massaal de lokroep van Azië.
Ook de exportcijfers getuigen daarvan. Tussen 1987 en 1994 ging de Belgische export op alle fronten achteruit, alleen de uitvoer naar Azië kwam uit de rode cijfers en maar liefst met een sprong van 36 %. “De prestaties op Hongkong spreken tot de verbeelding : de handelsverrichtingen met de Britse kroonkolonie alleen wegen even zwaar als die met onze naaste buur, Frans-Vlaanderen, waar toch heel wat Vlaamse bedrijven aktief zijn, ” zegt Hans De Belder, algemeen direkteur van de VDBH.
“In deze regio liggen onze afzetmarkten, nu en in de toekomst, ” onderstreept Fa Quix, algemeen direkteur van de textielfederatie Febeltex : “Hier zit een stijgende koopkracht voor hoogwaardige produkten, technisch textiel, interieurtextiel en tapijten”. Tapijtproducent Beaulieu en matrassenfabrikant Clama vestigden zich in Singapore, Balta heeft een stevige voet aan de grond in Hongkong. De belangrijkheid van de regio blijkt ook uit de nieuwe strategie van de drie Belgische grootbanken. Generale Bank, BBL en Kredietbank, allen waren ze min of meer aanwezig met vertegenwoordigingskantoren en korrespondenten, maar in versneld tempo bouwen ze netwerken en volwaardige bankfilialen uit om zich ook in de intra-Aziatische handel te kunnen inschakelen.
PRODUKTIVITEIT.
Al ruim twintig jaar is Oost-Azië de snelst groeiende ekonomische regio ter wereld. Ook voor dit jaar ziet het er weer mooi uit : Merrill Lynch verwacht een groei van 7,2 procent, het IMF voorspelt zelfs 8,7 procent. Volgens het IMF groeien de Oostaziatische ekonomieën hiermee driemaal zo snel als de industrielanden van de OESO. Voor 1996 berekent Merrill Lynch een groei van plusminus 7 procent, en ook de daaropvolgende jaren zou de gemiddelde welvaartstoename rond dat cijfer schommelen. Maar : niet iedereen is zo optimistisch. Stanford-professor Paul Krugman konkludeert in “The Myth of Asia’s Miracle” dat de ekonomieën van het Verre Oosten hun huidige groeitempo (zie ook tabel) niet zullen volhouden. Volgens Krugman hebben ze hun snelle groei immers voornamelijk te danken aan een mobilizatie van hulpbronnen, zoals arbeid en kapitaal een expansie van inputs en niet aan een toenemende produktiviteit. Krugman ziet daarin een parallel met de groei van de Sovjet-Unie en haar vazalstaten in de jaren vijftig.
Maar vele Azië-watchers verwijzen de teorie van Krugman naar de prullenmand. Jim Rohwer, hoofdekonoom bij CS-First Boston in Hongkong en auteur van de recente best-seller Asia Rising (Butterworth-Heinemann, Singapore) : “Krugmans bewering dat de produktiviteit in Azië nauwelijks stijgt, is onzin. Iedereen die zowel door Rusland als door het Verre Oosten heeft gereisd, ziet waar Rusland heeft gefaald en waar Azië slaagt. ” Landen als Japan, Zuid-Korea, Taiwan, Singapore en Hongkong stopten hun energie niet in bewapening maar in technologische projekten om de achterstand op het Westen in te lopen, én ze zochten met hun produkten de wereldmarkt. Met sukses. Landen als Maleisië, Thailand, Indonesië, China en Vietnam herhalen momenteel wat Japan en de “Vier Tijgers” (Honkong, Singapore, Taiwan en Zuid-Korea) hen voordeden. Ze industrializeren in hoog tempo dankzij investeringen afkomstig van de Vier Tijgers, Japan en het Westen.
Ook het Wereldbank-rapport The East Asian Miracle uit 1994 ziet wél een produktiviteitsverbetering : de ekonomische groei van de acht best presterende landen (Hongkong, Indonesië, Japan, Maleisië, Singapore, Zuid-Korea, Taiwan en Thailand) was al in de periode 1960-1984 voor een derde te wijten aan een globale produktiviteitswinst. Anderen, zoals Singapores minister van Ekonomie Lee Kuan Yew, stellen dat de produktiviteit van Zuidoost-Azië nu pas goed omhoog zal schieten, omdat de investeringen in onderwijs en opleiding van de bevolking vruchten zullen beginnen afwerpen.
De Vlaming Hugo Viaene, de president van China American Petrochemical Co. Ltd. (Capco), één van de belangrijkste Taiwanese ondernemingen, deelt die mening. “De jeugd studeert biezonder hard en er worden intens avondlessen en bijscholingskursussen gevolgd. Zwaktepunten in hun onderwijssysteem zijn het gebrek aan inventiviteit en kritische ingesteldheid. Ik merk dat tijdens de meetings : men zal zelden of nooit met tegenargumenten komen. Feedback krijgen, is ook zo’n moeilijk punt. Maar dat verandert. De traditionele hiërarchie, met leeftijdsgebonden vooruitgang in de beroepsloopbaan, brokkelt af. De jongere generatie wil erkenning op basis van haar merites en kapaciteiten. “
DYNAMIEK.
Viaene, de enige buitenlander bij Capco, ervaart dagelijks de Aziatische dynamiek : “Ik heb in de 4,5 jaar dat ik hier ben, twee nieuwe fabrieken opgestart. Daarvan kan je in Europa alleen maar dromen over een termijn van een hele loopbaan. Die twee fabrieken waren bovendien reeds nummer 5 en 6 in de rij die in 1976 begonnen was, voor de produktie van tereftaalzuur, de grondstof voor polyester : zes Capco-fabrieken met een totale jaarkapaciteit van 1,5 miljoen ton, allemaal voor de lokale markt”.
Louis Dingemans kwam zich vanuit Seoel bij de VDBH-missie vervoegen voor een bezoek aan zijn Taiwanese klanten. Hij is zelfstandig total quality consulent en implementeert de Iso-9000-normen bij Japanse, Koreaanse en Taiwanese automobielkonstrukteurs. Hij deelt duidelijk niet de mening van Paul Krugman : “Eén decennium lang een paar procentpunten meer groei dan in onze landen kunnen volstaan opdat de Aziatische ekonomieën de westerse voorbij zouden steken. Men heeft vooral in Europa de neiging om de stormachtige ontwikkelingen hier te relativeren, ” zegt Louis Dingemans. “Als Europa zich niet bewust wordt van wat hier gebeurt, zullen de Aziaten ons volledig over het hoofd gegroeid zijn tegen de tijd dat ook zij, binnen 10 of 15 jaar, toe zijn aan een groeivertraging en een toenemend materialisme. Dan is het te laat om te reageren”.
Hugo Viaene ondervindt wel een gebrek aan kreativiteit en efficiëntie bij de Aziaten, “maar we moeten voorzichtig zijn, in Japan en Taiwan zit de vernieuwing er wél in. ” Hij noemt textiel en informatica, “waarin ze nu al wereldleiders zijn”.
De enige plaats waar de “feel-good”-faktor momenteel wat is weggeëbd, is Hongkong : in het vooruitzicht van de soevereiniteitsoverdracht aan China in 1997 vindt een verschuiving plaats naar Singapore. Maar, bezweert Jan Van Wellen van BBL-Hongkong, “men mag de onzekerheid niet overdrijven. Weliswaar spelen vele bedrijven op veilig. Maar de dynamiek van de regio is zo groot dat er plaats is voor twee stevige financiële centra : Singapore in het zuiden en Hongkong in het noorden. De Chinezen hebben er geen belang bij Hongkong te kortwieken : ze hebben hier al 20 miljard VS-dollar geïnvesteerd. De industriële produktie is wel duidelijk aan het opschuiven van de grens naar het binnenland van China. ” De vraag hoe lang het nog duurt eer China de Europeanen als toeleverancier uit Hongkong wegdrukt, ontlokt een oosterse glimlach : “Die tijd komt, maar het zal toch nog een poos duren eer ze hun gigantische binnenlandse markt zelf kunnen bevoorraden. “
WERKERSMENTALITEIT.
Waaraan heeft Azië zijn bloei te danken ? Michel Demuynck, direkteur van Indosuez Bank in Hongkong, legt vooral de nadruk op de kwaliteit van het menselijk potentieel dat hier aanwezig is : “Dat maakt het wezenlijke verschil uit met Europa. Ik heb dat evenzeer in China aangevoeld : de leergierigheid, de werklust van de gewone man. Het enorme kontrast tussen de deprimerende sfeer in Europa en het entoesiasme hier om erin te vliegen. “
Hugo Viaene vult aan : “Vakbonden laten hier geleidelijk wel meer van zich horen. Ze willen bijvoorbeeld van de 42-urenweek naar 40 uur officieel is het nog altijd 48 uur. Let wel, dat betekent niet dat ze minder lang willen werken, maar ze vragen dat de twee uren overwerk ook betaald zouden worden, ” vertelt de topman van Capco.
Ook Rudi Hertogs, general manager van de chocolade-fabriek Creative Confectionery, spreekt in dergelijke termen : “Overuren worden hier met de glimlach gepresteerd. Men zal dat in Europa gemakshalve afdoen als uitbuiting, maar het is een kwestie van mentale ingesteldheid. De werknemers hier zijn fier op hun bedrijf. In België krijg je meteen de vakbond op je hals. Hier is het de normaalste zaak van de wereld dat het werk gedaan moet worden. En toch zijn we geen slavendrijvers, dat is een goedkoop cliché. Een arbeider neemt een minimumloon mee naar huis van zo’n 40.000 Belgische frank, netto. In België kost dat de werkgever minstens het dubbele wegens sociale lasten en belastingen. Op het einde van het jaar betaalt de werkgever hier 15 % op de totale loonmassa. That’s it. En we hebben een pensioenfonds waarin de werkgever 6 % stort en de werknemer 5 % van zijn loon. Dat, en de mentaliteit maken het verschil. “
CHINESE DIASPORA.
Twee pijlers stutten het sukses van de Oostaziatische ekonomieën : “Chinese waarden” en minimale overheidsbetutteling. De diaspora van 50 miljoen etnische Chinezen, internationale kapitalisten bij uitstek, draagt voor niet minder dan 40 % bij aan het BBP van heel Zuidoost-Azië. De overheidssektor weegt hier slechts voor 20 % in het BBP, tegen 50 % in Europa en 35 % in de VS en Japan. Het ontbreken van een alomvattende sociale zekerheid en van overbescherming door de overheid, beschrijft Jim Rohwer, hoofdekonoom van CS-First Boston, als de belangrijkste stimulans en brandstof voor de Aziatische ekonomieën. Dat versterkt de familiale waarden en een spontaan gemeenschapsgevoel dat in het Westen verloren is gegaan. “Zo’n samenleving is beter gewapend tegen ingrijpende veranderingen, ook op technologisch en ekonomisch vlak, ” aldus Rohwer. De vraag is alleen, hoe lang nog de jongere generaties de traditionele verplichtingen tot sociale kohesie in stand willen houden.
ERIK BRUYLAND
HANS DE BELDER (VDBH) Belgische uitvoer naar Azië groeide in ’94 tot 500 miljard frank.
HET AZIE UIT DE REISGIDSEN…
… EN HET AZIE VAN DE GROEI Met de wijzers van de klok : businessmen in Hongkong, een Samsung-fabriek in Korea, hoogspanning op de beurs van Jakarta.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier