België overtreedt de spaarrichtlijn
Op 31 december 2013 liep de laatste ronde van de fiscale regularisatie af. Die was een onverhoopt succes, zo blijkt. In 2013 werden liefst 19.000 dossiers ingediend. Daarvan zijn er al zo’n 8000 afgerond, goed voor een belastingontvangst van 813 miljoen euro, terwijl de regering de inkomsten van de regularisatie vooraf op 488 miljoen euro had begroot. Op het eerste gezicht is dat goed nieuws, zowel voor de belastingplichtigen als voor de Belgische overheid. De fiscale regularisatie heeft zeker haar verdiensten gehad, maar bij nader toezien blijkt er toch een heikel punt te zijn, dat de overheid bij de afhandeling van die dossiers nog heel wat hoofdbrekens zal bezorgen.
Dat heikele punt is de toepassing van de Europese spaarrichtlijn bij de regularisaties. Volgens die richtlijn moeten de Europese lidstaten met elkaar informatie uitwisselen over de uitbetaling van rente-inkomsten aan inwoners van een andere lidstaat. Als een bank die bijvoorbeeld in Frankrijk is gevestigd, intresten betaalt aan een Belgische belastingplichtige, moet die informatie aan de Belgische fiscus worden doorgegeven. Via die gegevensuitwisseling is de woonstaat van de belastingplichtige zeker dat ze belasting kan heffen op die inkomsten. Maar niet elke lidstaat past dat systeem toe. Landen als Luxemburg en Oostenrijk werken met een bronheffing, de zogenoemde woonstaatheffing. Ze delen geen gegevens met de andere lidstaten, maar houden een woonstaatheffing af telkens als rente-inkomsten worden uitbetaald aan een inwoner van een andere lidstaat. Die wordt dan grotendeels en anoniem doorgestort aan de woonstaat van de verkrijger van die inkomsten. Ook Zwitserland doet dat.
De Europese spaarrichtlijn schrijft voor dat de woonstaat bij de belastingheffing rekening moet houden met de woonstaatheffing en die moet verrekenen. Dat is ook logisch. Als een Luxemburgse of Zwitserse bank al belasting heeft afgehouden bij de uitbetaling van intresten, kunnen die intresten geen tweede keer worden belast in de woonstaat van de belastingplichtige. Anders is er overduidelijk sprake van dubbele belasting. De spaarrichtlijn stelt daarom dat als rente al onderworpen is aan een bronbelasting, de fiscale woonstaat van de uiteindelijk gerechtigde een belastingverrekening moet toekennen die gelijk is aan het bedrag van de ingehouden belasting. Is dat bedrag hoger dan het bedrag van de krachtens het nationale recht verschuldigde belasting, dan moet de fiscale woonstaat het bedrag dat te veel is ingehouden, terugbetalen aan de gerechtigde. Dat zijn duidelijke regels die de lidstaten niet kunnen negeren.
Bij de fiscale regularisatie stellen we vast dat de Belgische fiscus weigert de verrekening van de buitenlandse woonstaatheffing toe te passen. Wie het afgelopen jaar een regularisatieaangifte heeft ingediend en daarbij Luxemburgse of Zwitserse intresten heeft geregulariseerd, moest met lede ogen toezien dat de Belgische fiscus die intresten nog eens belast. De belastingplichtige wordt boven op de buitenlandse woonstaatheffing ook nog integraal onderworpen aan een Belgische belasting. Er is dus duidelijk sprake van een dubbele belasting.
Volgens de minister van Financiën is die dubbele belasting verantwoord, omdat de regularisatieheffing op zich niet overeenstemt met de personenbelasting die in geval van een aangifte verschuldigd was. Dat is uiteraard klinkklare nonsens. De spaarrichtlijn bepaalt nu eenmaal dat de woonstaat van de belastingplichtige maatregelen moet nemen om een dubbele belasting tegen te gaan, als een inwoner van een lidstaat rente-inkomsten ontvangt van een land dat een bronbelasting heft. De richtlijn is op dat gebied vrij duidelijk en de verrekening van de woonstaatheffing kan in beginsel niet worden uitgesloten in het systeem van de fiscale regularisatie. Dat is een manifeste inbreuk op de spaarrichtlijn.
Tot op heden heeft geen enkele belastingplichtige het aangedurfd de Belgische overheid voor de rechter te dagen, omdat ze de verrekening van de woonstaatheffing bij de fiscale regularisatie niet respecteert. Blijkbaar zijn de berouwvolle belastingzondaars bang voor het stigma dat aan hun dossier kleeft en willen ze zo snel mogelijk met een propere lei door het leven gaan, zelfs al moeten ze daarvoor een dubbele belasting betalen. Maar de fiscus mag niet te vroeg victorie kraaien. Onlangs raakte bekend dat bij de Europese Commissie een klacht werd ingediend tegen de Belgische staat. De kans is dan ook vrij reëel dat de fiscus binnenkort op het Europese appel wordt geroepen. Wij zijn benieuwd naar de uitkomst van dat verhaal.
De auteur is advocaat en hoogleraar fiscaal recht.
MICHEL MAUS
Bij de afhandeling van de fiscale regularisaties respecteert België de verrekening van de woonstaatheffing niet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier