Daan Killemaes
‘België int het migratiedividend te weinig’
Hoewel migratie doorgaans een goede zaak is voor de ontvangende regio’s, zijn heel wat Europese landen die instroom liever kwijt dan rijk. De verdeling van de opvang is een nieuwe splijtzwam voor Europa.
Jean-Claude Juncker, de voorzitter van de Europese Commissie, sprak vanmorgen in zijn State of the Union in het Europees Parlement zijn bezorgdheid uit over Europa. “Het ontbreekt aan Europa in de Europese Unie, en de unie ontbreekt in de Europese Unie. Dat moeten we veranderen.” Hij doelde daarmee op de vluchtelingencrisis die Europa verdeelt. Hij maande de lidstaten nogmaals aan de 120.000 vluchtelingen op te nemen die via Griekenland, Italië en Hongarije naar Europa komen. Het voorstel van de Europese Commissie om die migranten over Europa te verdelen, moet een verplicht karakter krijgen, zei Juncker. Maar zover is het nog niet, want de lidstaten moeten nog stemmen over dat voorstel.
De Duitse bondskanselier Angela Merkel zei vandaag in de Bondsdag dat ze hoopt dat de vluchtelingen die naar Duitsland komen, snel de taal leren, een baan vinden en zich integreren in het land. “Veel van hen zullen inwoners van ons land worden. Integratie moet vanaf het begin de topprioriteit zijn. Economische vluchtelingen zijn niet welkom. Hoe moeilijk hun leven ook mag zijn, het is niet anders.”
Verdeling van de lusten
Lagere lasten op arbeid, lagere minimumlonen of minder bescherming voor wie werk heeft, het zijn allemaal wegen naar meer banen voor migranten
Europa kibbelt niet alleen over de verdeling van de lasten, zoals in de Griekse kwestie, het ruziet ook over de verdeling van de lusten, zoals in de vluchtelingencrisis. Hoewel migratie doorgaans een goede zaak is voor de ontvangende regio’s, zijn heel wat landen deze instroom liever kwijt dan rijk en is de verdeling van de opvang een nieuwe splijtzwam voor Europa. Het migratiedividend is bijlange geen wonderoplossing, maar Europa kan met zijn lage economische groei, zijn vergrijzing en zijn krimpende beroepsbevolking vers bloed goed gebruiken. De voorbije tien jaar was migratie goed voor 70 procent van de toename van de beroepsbevolking in Europa.
Maar de inning van dat dividend is een heel moeilijke en delicate oefening. De coupon kan maar worden geknipt als de instroom snel naar tekorten op de arbeidsmarkt gekanaliseerd kan worden. Dat plaatst een samenleving voor best harde en moeilijke keuzes. In landen met een stroeve arbeidsmarkt en een genereuze sociale zekerheid is een opengrenzenbeleid vragen om grote problemen en maatschappelijke weerstand tegen migratie. Maar gesloten grenzen zijn ook geen oplossing – dat kunnen we ons eigenlijk niet meer veroorloven.
Gelukkig bestaat er een gulden middenweg waardoor noch de sociale zekerheid moet worden afgebroken, noch de grenzen naïef moeten worden opengegooid. En een stap in de ene richting, zoals een versoepeling van de arbeidsmarkt, maakt een stap in de andere richting, een soepeler asiel- en migratiebeleid, mogelijk. De politieke realiteit is echter dat wie pleit voor opener grenzen, vaak geen heil ziet in een soepelere arbeidsmarkt. Het omgekeerde is vaak ook waar. Nog een politieke kronkel is dat het centrumrechtse beleid dat de werkgelegenheid bevordert, het moeilijk heeft met het logische aanzuigeffect van dat beleid op de migratie.
Gulden middenweg
Duitsland – door links geroemd om zijn asielbeleid, door rechts op handen gedragen om zijn sociaaleconomische beleid – heeft een gulden middenweg getoond. “Duitsland heeft economisch zijn zaken op orde en kan het aan 800.000 vluchtelingen op te vangen en werk te bieden”, zegt Etienne De Callataÿ deze week in Trends. Migranten detecteren trouwens heel goed waar er werk is. Zij volgen niet zozeer hoge inkomens of hoge socialezekerheidsuitgaven, maar wel de behoeften op de arbeidsmarkt en de kans op werk. Wie migratie wil ontraden, zou dus de eigen economie om zeep kunnen helpen, maar een tactiek van verbrande aarde is ook niet meteen wenselijk.
De nieuwkomers moeten vrij snel werk kunnen vinden, en daar wringt dikwijls het schoentje, niet het minst in België
Maar migratie is dus in principe goed voor de economie. In regel dragen migranten per saldo bij aan de schatkist en versterken ze het menselijke kapitaal. Maar er is één belangrijke voorwaarde. De nieuwkomers moeten vrij snel werk kunnen vinden, en daar wringt dikwijls het schoentje, niet het minst in België. De werkgelegenheidsgraad van migranten ligt hier ongeveer 10 procentpunten lager dat het nationale gemiddelde. Mocht die kloof worden gedicht, dan levert dat volgens de OESO de Belgische schatkist een budgettaire bonus van 1 procent van het bruto binnenlands product (bbp) op. Daarmee betaal je een halve taxshift, die op zich goed is voor de arbeidskansen van migranten.
Lagere lasten op arbeid, lagere minimumlonen of minder bescherming voor wie werk heeft, het zijn allemaal wegen naar meer banen voor migranten. Een baan is nog altijd de beste en snelste weg naar integratie en aanvaarding. Waarom vluchtelingen niet vanaf dag één de mogelijkheid bieden te werken, eventueel tijdelijk tot een terugkeer mogelijk is? Dat deze mensen werk zouden afpakken van Belgen, is even grote onzin als dat ouderen banen zouden afpakken van jongeren. Intussen is het geen schande voor de erkende asielzoekers, en alle migranten, de toekenning van sociale rechten te koppelen aan de verplichting de taal te leren.
Blijvende instroom
De mogelijkheid om snel werk te vinden zou de vluchtelingenstroom nog meer naar België kunnen omleiden, waardoor het risico bestaat dat asielaanvragen worden gebruikt om een ticket tot de arbeidsmarkt te verwerven. Maar dat is niet erg, als we die mensen goed kunnen inzetten.
De asieldiscussie sluit in feite naadloos aan bij de andere grote discussie van economische migratie. In België gebeurt migratie voor 50 procent om familiale redenen (gezinshereniging), voor 24 procent om asielmotieven en slechts in 10 procent van de gevallen gaat het om betaalde arbeid. In de Europese Unie liggen die percentages op respectievelijk 35, 20 en 25 procent. De migratiemotieven naar België hebben dus in vergelijking met andere Europese landen vrij weinig met arbeid te maken. Dat bevordert de tewerkstellingskansen niet.
Vluchtelingen uit oorlogsgebied hebben uiteraard altijd recht op opvang én werk, maar België moet dringend op zoek naar een beter evenwicht tussen een verstandig gecontroleerd asiel- en immigratiebeleid en een efficiënte arbeidsmarkt die deze instroom aankan. België int tot die tijd het immigratiedividend niet of onvoldoende, terwijl de instroom niet zal ophouden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier