België int het migratiedividend te weinig
Europa kibbelt niet alleen over de verdeling van de lasten, zoals in de Griekse kwestie, het ruziet ook over de verdeling van de lusten, zoals nu in de vluchtelingencrisis. Hoewel migratie doorgaans een goede zaak is voor de ontvangende regio’s, zijn heel wat landen deze instroom liever kwijt dan rijk en is de verdeling van de opvang een splijtzwam voor Europa. Het migratiedividend is bijlange geen wonderoplossing, maar Europa kan met zijn lage economische groei, zijn vergrijzing en zijn krimpende beroepsbevolking vers bloed heel goed gebruiken. De voorbije tien jaar was migratie goed voor 70 procent van de toename van de beroepsbevolking in Europa.
De inning van dit dividend is een moeilijke en delicate oefening. De coupon kan maar geknipt worden als de instroom snel naar tekorten op de arbeidsmarkt gekanaliseerd kan worden. Dat plaatst een samenleving voor best harde en moeilijke keuzes. In landen met een stroeve arbeidsmarkt en een genereuze sociale zekerheid is een opengrenzenbeleid vragen om grote problemen en maatschappelijke weerstand tegen migratie. Maar gesloten grenzen zijn ook geen oplossing.
Gelukkig bestaat er een gulden middenweg waardoor noch de sociale zekerheid moet afgebroken worden, noch de grenzen naïef moeten opengegooid worden. En een stap in de ene richting, zoals een versoepeling van de arbeidsmarkt, maakt een stap in de andere richting, een soepeler asiel- en migratiebeleid, mogelijk. De politieke realiteit is echter dat wie pleit voor opener grenzen, vaak geen heil ziet in een soepelere arbeidsmarkt. Het omgekeerde is vaak ook waar. Nog een kronkel is dat het centrumrechtse beleid dat de tewerkstelling bevordert, het moeilijk heeft met het aanzuigeffect van dit beleid op migratie.
Duitsland, door links geroemd om zijn asielbeleid, door rechts op handen gedragen om zijn sociaaleconomische beleid, heeft een gulden middenweg getoond. “Duitsland heeft economisch zijn zaken op orde en kan het aan 800.000 vluchtelingen op te vangen en werk te bieden”, zegt Etienne De Callataÿ (lees ook blz. 26). Migranten detecteren trouwens heel goed waar er werk is. Zij volgen niet zozeer hoge inkomens of hoge socialezekerheidsuitgaven, maar wel de noden op de arbeidsmarkt en de kans op werk. Wie migratie wil ontraden, zou dus de eigen economie om zeep kunnen helpen, maar een tactiek van verbrande aarde is ook niet meteen aangewezen.
Maar migratie is dus in principe goed voor de economie. In regel dragen migranten per saldo bij aan de schatkist en versterken ze het menselijke kapitaal. Maar er is één belangrijke voorwaarde. De nieuwkomers moeten vrij snel werk kunnen vinden, en daar wringt dikwijls het schoentje. De werkgelegenheidsgraad van migranten ligt hier ongeveer 10 procentpunten lager dan het nationale gemiddelde. Mocht deze kloof gedicht worden, levert dat volgens de OESO de Belgische schatkist een budgettaire bonus van 1 procent van het bbp op. Daarmee betaal je een halve taxshift, die goed is voor de arbeidskansen van migranten. Lagere lasten op arbeid, lagere minimumlonen of minder bescherming voor wie werk heeft, het zijn wegen naar meer jobs voor migranten. Een job is nog altijd de beste en snelste weg naar integratie en aanvaarding. Waarom vluchtelingen niet vanaf dag 1 de mogelijkheid bieden te werken, eventueel tijdelijk tot een terugkeer mogelijk is? Dat deze mensen werk zouden afpakken van Belgen is even grote onzin als dat ouderen jobs zouden afpakken van jongeren. Intussen is het geen schande om aan de erkende asielzoekers, en alle migranten, de toekenning van sociale rechten te koppelen aan de verplichting de taal te leren.
De mogelijkheid om snel werk te vinden zou de vluchtelingenstroom nog meer naar België kunnen omleiden, waardoor het risico bestaat dat asielaanvragen gebruikt worden om een ticket tot de arbeidsmarkt te verwerven. Maar dat is niet erg, als we die mensen goed kunnen inzetten. De asieldiscussie sluit naadloos aan bij de andere grote discussie van economische migratie. In België gebeurt migratie voor 50 procent om familiale redenen, voor 24 procent om asielmotieven en slechts in 10 procent van de gevallen gaat het om betaalde arbeid. In de Europese Unie liggen die percentages op respectievelijk 35, 20 en 25 procent. De migratiemotieven naar België hebben dus in vergelijking met andere Europese landen vrij weinig met arbeid te maken. Dat bevordert de tewerkstellingskansen niet.
Vluchtelingen uit oorlogsgebied hebben uiteraard altijd recht op opvang én werk, maar België moet dringend op zoek naar een beter evenwicht tussen een verstandig gecontroleerd asiel- en immigratiebeleid en een efficiënte arbeidsmarkt die deze instroom aankan. België int tot die tijd het immigratiedividend niet of onvoldoende, terwijl de instroom niet zal ophouden.
DAAN KILLEMAES
Lagere lasten op arbeid, lagere minimumlonen of minder bescherming voor wie werk heeft, het zijn allemaal wegen naar meer jobs voor migranten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier