Geert Noels
België als belastingmuseum
Geen enkel land is welvarend geworden door hogere belastingen. Alleen in ons land is er een niet te stoppen drang om te geloven dat er onontgonnen én heilzame belastingbronnen zijn. We zijn het museum van alle wereldwijd bekende belastingen. De citroen is uitgeperst, tijd voor iets anders.
Als er ooit een regering komt, mag ze onmiddellijk starten met een grondige besparing. Alle studies wijzen erop dat dit land al een unieke verzameling bezit van alle mogelijke belastingen ter wereld.
Vorige week doorprikte de Nationale Bank van België nog de mythe dat vermogens een onontgonnen belastingterrein zijn.
Niettegenstaande de enorme belastingdruk blijven we toch vooral creatief nadenken over nieuwe inkomsten. Niemand heeft moeite met nieuwe bijdragen als dat geld ook goed besteed wordt. Be-zuinig-en is de boodschap, met het woord ‘zuinig’ zoals in ‘verstandig omspringen met middelen’. De list of shame van de 108 Belgische deelnemers aan de klimaatconferentie in het Mexicaanse Cancun bewijst dat het een nog vrij onbekend concept is.
Als de publieke sector even efficiënt zou omspringen met de middelen als de gezinnen en de private sector, dan zou er geen begrotingstekort zijn. Het toppunt is dat de weinige normen die men hanteert, ervoor zorgen dat publieke uitgaven minstens groeien in een bepaald ritme, los van de doeltreffendheid.
De vicieuze groeinorm in de ziekteverzekering van 4,5 procent bovenop inflatie is het voorbeeld bij uitstek. Dergelijke principes maken elke zuinigheid overbodig, en leiden tot verspilling in de sector. Als je de spreekwoordelijke vinger laat onderzoeken, wordt je arm ontleed door een keure specialisten.
Wie heeft er bijvoorbeeld ooit beslist dat we 0,7 procent van ons bbp moéten uitgeven aan ontwikkelingshulp? Stel dat we 0,4 procent zouden toewijzen aan ngo’s met de nodige controle en opvolging, en we betere resultaten zouden boeken. Een besparing van 0,3% van het bbp op administratie (en een minister) is niet fout.
Onze weinige overheidsinvesteringen kunnen ook beter: hoeveel morsen we door gebrekkige kwaliteits- en prijzencontrole in bijvoorbeeld de wegenbouw en signalisatie? Zuinigheid is niet negatief, het kan de kwaliteit en waarde voor de belastingbetaler fors verhogen. Onze energiesector, publiek transport en telecom hebben een lagere kwaliteit maar kosten meer dan in het buitenland.
De uitgeperste citroenen in dit land zijn bekend: de middenklasse, de werkende mens, de kmo’s om de belangrijkste te noemen. Kortom, de kern van de welvaartscreatie. De sterkste schouders betalen terecht meer, maar te veel vergeleken met het buitenland, en dus moeten we vooral meer schouders vinden. Onmogelijk?
Waarom staan we een parallel circuit van vzw’s toe? Waarom notionele intresten voor patrimoniumvennootschappen? Waarom staan we toe dat bruggepensioneerden een leger klussers vormen die tuinen, horeca en bouw bedienen? Misbruiken in uitkeringen bestaan, en vermolmen het systeem voor degenen die het echt nodig hebben.
Ieder heeft in dit land zijn toegestane ontduiking: er zijn meer vrijgestelde spaarboekjes dan belastingplichtigen, Luxemburgse spaarproducten mogen legaal de roerende voorheffing ontwijken.
En als grote bedrijven inderdaad slechts 15 procent belastingen betalen, waarom verbergen we dat dan in plaats van er wereldwijd reclame mee te maken? Al de aftrekposten, de achterdeurtjes en de complexe fiscaliteit verlammen vooral de controle, en de gaten worden gevuld… door de citroenen.
Als we willen dat dit land een toekomst heeft, moeten we van verspilling naar zuinigheid, van citroenpersen naar échte solidariteit: een collectief verantwoordelijksgevoel voor het systeem in plaats van het massaal te misbruiken en te laten misbruiken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier