Belasting zonder opties
De regering-Di Rupo heeft de fiscaliteit op aandelenopties minder interessant gemaakt.
Een werknemer of een bedrijfsleider kan van zijn werkgever of zijn vennootschap — of van een andere vennootschap — aandelenopties krijgen. Dat kunnen zowel aandelen zijn van beursgenoteerde als van niet-beursgenoteerde ondernemingen. De werknemer of de bedrijfsleider kan de aandelen na minimaal één jaar kopen tegen een vooraf bepaalde prijs. Stijgt de koers van het aandeel, dan kan hij een mooie winst realiseren door de optie te lichten. Anders dan op een gewoon loon zijn op aandelenopties geen socialezekerheidsbijdragen verschuldigd.
Belastbaar voordeel
Aandelenopties worden belast. Dat gebeurt niet wanneer ze worden gelicht, maar wanneer ze worden toegekend. De fiscus gaat ervan uit dat die toekenning gebeurt binnen de zestig dagen na het aanbod. Opties worden belast op basis van de waarde van het aandeel bij de toekenning. Het tarief bedraagt 18 procent voor opties die zijn toegekend na 1 januari 2012; voor 1 januari 2012 was dat 15 procent. Op dat forfaitaire voordeel betaalt de werknemer of de bedrijfsleider een belasting die gelijk is aan de marginale aanslagvoet, of maximaal 50 procent plus de gemeentebelasting.
De percentages van 15 en 18 procent worden vanaf het vijfde jaar nog verhoogd met 1 procent per jaar. Als een aandelenoptie bijvoorbeeld kan worden uitgeoefend gedurende een periode van zeven jaar, dan wordt een percentage toegepast van 20 procent voor opties toegekend na 1 januari 2012 (18 + 2 %), of van 17 procent voor opties toegekend voor 1 januari 2012 (15 + 2 %). Onder bepaalde voorwaarden is een verlaagd forfaitair voordeel van 9 procent mogelijk.
Vergiftigd geschenk
Een voorbeeld: een werknemer kreeg op 20 mei 2012 een aandelenoptieplan aangeboden, waarin staat dat hij het recht heeft twintig aandelen te kopen tegen de toenmalige koers van 100 euro per aandeel, en dat gedurende een periode van acht jaar. Het belastbare voordeel wordt voor het aanslagjaar 2013 dan forfaitair geraamd op 18 + 3 procent (1 % per jaar vanaf het vijfde jaar) = 21 procent van 20 x 100 euro = 420 euro. Op dat bedrag moet de marginale aanslagvoet plus de gemeentebelasting worden betaald.
Stel dat de waarde van de aandelen na zes jaar is gestegen tot 150 euro per aandeel en dat de optie dan wordt gelicht. De werknemer heeft dan een winst van 20 aandelen x 150 euro verminderd met 20 aandelen x 100 euro = 1000 euro. Dat is een goede zaak, want de werknemer betaalt slechts belasting op een forfaitair voordeel van 420 euro. Als de aandelen tegen dan zijn gedaald tot 75 euro, maakt de werknemer een verlies van 20 aandelen x 75 euro min 20 aandelen x 100 euro = 500 euro. Toch betaalt hij belasting op 420 euro. Aandelenopties zijn een vergiftigd geschenk als de aandelen in waarde zijn gedaald wanneer de optie wordt gelicht.
JOHAN STEENACKERS
Aandelenopties zijn een vergiftigd geschenk als de aandelen in waarde zijn gedaald wanneer de optie wordt gelicht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier