België sluit het begrotingsjaar 2023 af met een tekort dat 6,5 miljard kleiner is dan bij de opmaak werd gevreesd. Dat is vooral het gevolg van een sterkere economische groei, schrijft De Tijd zaterdag op basis van voorlopige cijfers van de federale overheidsdienst Beleid & Ondersteuning (BOSA).
De federale overheid sluit het jaar af met een deficit van 3,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) en de deelstaten en gemeenten met een tekort van 1,3 procent van het bbp. Samen maakt dat 4,6 procent van het bbp of 26,7 miljard euro. Dat resultaat is minder slecht dan verwacht. Tegenover de raming van oktober 2023 gaat het om een verbetering met 3,4 miljard euro.
Vooral de primaire federale uitgaven (zonder rentelasten) zakken sterk, met 1,3 miljard, doordat onder meer het sociaal energietarief minder kostte, evenals de steun aan gezinnen die verwarmen met mazout. In vergelijking met de initiële opmaak van de begroting van 2023 is de verbetering 6,5 miljard euro, een afwijking die vooral met de economische groei van ons land te maken heeft. Dat is niet zonder betekenis, omdat de regering en het parlement toen in de ban waren van de vraag of het tekort nu 5,8 of 6,1 procent van het bbp zou bedragen. Die discussie leidde tot het ontslag van Eva De Bleeker (Open VLD) als staatssecretaris voor Begroting.
‘Hoewel we deze legislatuur de ene crisis na de andere hebben moeten aanpakken, hebben we een inspanning van 11 miljard euro geleverd. En dat zonder de middenklasse te raken’, reageert De Bleekers opvolgster Alexia Bertrand (Open VLD) in een interview. Het slechte nieuws is dat België er ondanks een bovengemiddelde groei in slaagt het begrotingstekort nog te laten oplopen in vergelijking met 2022, toen een negatief saldo van 3,5 procent van het bbp werd opgetekend.
