Beerse koortsig,Moskou kerngezond

Roeland Byl redacteur bij Trends

Bij Janssen Pharmaceutica is het oosten troef. De Hongaarse hoofdstad Boedapest zal in de toekomst wellicht een deel van de Belgische personeelsadministratie overnemen. Bovendien predikt de farmafirma het geloof in de Russische geneesmiddelenmarkt. Intussen drijven er donkere wolken boven de hoofdzetel in Beerse.

Moskou (Rusland)

De string regeert Moskou. Het is 32 graden en vrouwen – mooie vrouwen met luchtige kleren – domineren het straatbeeld. Je kunt zien dat deze twintigers geld uitgeven aan hun garderobe. Voor Moskovieten ondertussen de logica zelf. Nochtans was dat ooit anders. Nauwelijks tien jaar geleden probeerden baboesjka’s te overleven met de straatwaarde van twee wortelen en een kool, armtierig uitgestald op een gerafelde theedoek. Het waren de jaren negentig en de straten waren nog niet vergeven van dure Duitse auto’s. Moskou ademde in die tijd maffia en dollars. Toen is ook de mythe ontstaan dat zakendoen met Russen levensgevaarlijk zou zijn. De boutade luidt: alles lijkt goed te gaan, maar aan het einde van de rit ben je geld, familie en je leven kwijt.

Dat beeld is vooral het gevolg van een klein decennium wild kapitalisme dat uitmondde in de financiële crisis in 1998. Vandaag is de Russische hoofdstad nauwelijks te herkennen. Onder Poetin keerde de politieke stabiliteit terug. Stijgende olieprijzen deden de rest. Tegenwoordig klopt Rusland aan de deur van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en ziet het zichzelf opnieuw als een trotse natie. Hoe lager de inflatie, hoe meer strings in het straatbeeld.

“Rusland is het best bewaarde geheim onder de groeimarkten,” zegt Daniel Thorniley, senior vice-president van de Economist Group. “De laatste drie jaar is dit een van de meest winstgevende en snelst groeiende regio’s ter wereld. Bovendien is zakendoen in Rusland voor Europese multinationals niet zo moeilijk als in China, en makkelijker dan in het Midden-Oosten.”

Het verklaart meteen waarom Janssen-Cilag, de geneesmiddelentak van de Amerikaanse multinational Johnson & Johnson (J&J), Rusland als een van zijn belangrijke groeimarkten beschouwt. In een nagelnieuw kantoor aan de rand van de stad geeft de Belg Willy Deno – verantwoordelijk voor de voormalige sovjetrepublieken – het woord met veel plezier aan een van de vele vrouwen die er werken. Naira Adamian, country manager voor Rusland, dirigeert de groei van Janssen-Cilag in Rusland. Deno speelt satelliet van Christian Verbeeck, de topman die vanuit Beerse de geneesmiddelenverkoop in de opkomende markten voor J&J coördineert. Adamian: “We schatten de totale Russische markt voor geneesmiddelen vandaag op 6 miljard dollar. Onze eigen omzet groeide sinds 2004 van 50 miljoen naar 300 miljoen dollar. Rusland hoort daardoor vandaag al bij de zes grootste afzetmarkten van J&J in Europa, het Midden-Oosten en Afrika.”

Nieuwe markt voor multinationals

Vladimir Shipkov ontvangt ons in zijn kantoor in het centrum van Moskou. Niet zo ver van het Kremlin, zoals dat hoort voor een lobbyist. De directeur van AIPM, de belangenvereniging van geneesmiddelenbedrijven in Rusland, beschouwt directe contacten met de Russische regering immers als essentieel. AIPM telt onder zijn leden zowat alle multinationals die op de Russische markt actief zijn. Van de talrijke Russische producenten zitten er slechts enkele in de beroepsvereniging. “De markt evolueert de laatste jaren gunstig,” zegt Shipkov. “Het aantal buitenlandse bedrijven stijgt. Alle segmenten van de geneesmiddelenmarkt groeien. We hebben momenteel 48 leden, maar wij aanvaarden niet eender welk bedrijf. Bij ons staat ethiek hoog in het vaandel. Onze leden onderschrijven allemaal een code die is gebaseerd op internationale ethische principes.”

Shipkov bevestigt in elk geval het groeipotentieel van de geneesmiddelenmarkt in Rusland. Oorzaak daarvan is de wil van de regeringsleiders om wat te doen aan het demografische probleem in de Russische federatie. Het land van Poetin kent immers te weinig geboorten, er wijken te veel Russen uit naar het buitenland en bovendien ligt het sterftecijfer er te hoog. De gemiddelde levensverwachting voor Russische mannen ligt – als gevolg van de talrijke ongevallen en het hoge alcoholmisbruik – slechts op 59 jaar. Door de modernisering van de gezondheidszorg hoopt de regering Poetin dat probleem op te lossen.

De Russische regering maakte daarom de jongste jaren een begin met het opzetten van een nieuw systeem van gezondheidszorg. Daarbij profileerden de multinationals zich als stabiele en betrouwbare partners. “Onze leden gaven uitstel van betaling aan de regering en stopten nooit met het toeleveren van geneesmiddelen. Tegelijk zorgden we voor advies over buitenlandse systemen van ziekteverzekering. Op korte termijn lijkt dat misschien nutteloos, maar het einddoel komt zo wel dichterbij. Wij willen immers de geneesmiddelenmarkt laten groeien.”

De wens van Rusland om tot de WTO toe te treden, verplicht het land te zorgen voor de bescherming van intellectuele eigendom en voor een systeem van ziekteverzekering. De volledige octrooibescherming is er al sinds 2002, maar de privéverzekeraars hebben nog geen legale basis. Daarover ligt echter een wetsvoorstel klaar in de Doema.

Rusland is een markt met veel lokale producenten van generische geneesmiddelen. Het land heeft zelfs meer dan gemiddeld last van namaakgeneesmiddelen. Al zou dat laatste de jongste jaren sterk zijn afgenomen omdat er nu sancties, boetes en gerechtelijke vervolging in de wet ingeschreven staan. “We kennen vooral een jonge geneesmiddelenmarkt,” benadrukt Shipkov. “In vijf jaar tijd groeide de verkoop van geneesmiddelen met 25 tot 30 %. Dat is ronduit explosief. Daarmee zijn we de tweede belangrijkste groeimarkt voor medicijnen ter wereld.”

Binnen die context wil de regering-Poetin lokale bedrijven of multinationals met lokale productiefaciliteiten bevoordelen. Of dat protectionistisch is? “Dat doen toch alle landen,” weet Shipkov. “Het nastreven van een lokale productie is nog niet hetzelfde als een protectionistisch beleid dat de intrede in de markt voor multinationals onmogelijk maakt.”

Samenwerken met lokale partners

Professor Valery Savchenko lijkt weggelopen uit een film. Zijn kantoor is een rommelig kamertje in het meest gespecialiseerde centrum voor onco-hematologie van Rusland. Hier worden sinds jaar en dag patiënten met leukemie behandeld. Het gebouw is aan de buitenkant in staat van verval, binnenin wisselen uitgeleefde gedeeltes af met infrastructuur op wereldniveau. Dit overheidsziekenhuis is een restant van het oude systeem, waar met beperkte middelen wordt getracht topgeneeskunde te bedrijven. Een vijftigtal patiënten per jaar krijgt er een beenmergtransplantatie. Voor meer behandelingen is er gewoon geen geld. Savchenko combineert de behandeling nu met Velcade, een geneesmiddel van Janssen-Cilag tegen botkanker. Het middel werd hem tot voor kort in het kader van een klinisch onderzoeksprogramma ter beschikking gesteld. Vandaag is het verkrijgbaar voor patiënten. Hij heeft woorden van lof voor Janssen-Cilag en moedermaatschappij J&J. “Niet alle bedrijven werken op deze manier,” zegt hij. “Nochtans hebben we hun steun nodig. Het is belangrijk voor het welzijn van patiënten dat farmabedrijven niet alleen in winst zijn geïnteresseerd. We willen hun hulp bij het verhogen van de medische kennis en de verbetering van diagnosemogelijkheden. Het gaat ons om onderzoeksresultaten op lange termijn.”

Instemmend geknik bij de mensen van Janssen-Cilag. Hun credo sluit wonderwel aan bij de mening van de arts en bij de visie van de Russische regering. Die luidt namelijk dat buitenlandse multinationals kunnen helpen bij het elimineren van onbeantwoorde medische noden in de Russische samenleving. In ruil verzekeren die multinationals zich natuurlijk van toekomstige winst. Naira Adamian: “Vóór het Project Gezondheidszorg in 2005 werd gelanceerd, ging in Rusland 3 % van het bruto binnenlands product naar gezondheid. De regering probeert dat percentage op te krikken. Ons portfolio plukt al de vruchten.”

En hoe. Janssen-Cilag steeg in de Russische rangschikking van grootste leveranciers van geneesmiddelen van de 22ste naar de 4de plek. In het segment van de terugbetaalde geneesmiddelen is de groei nog opvallender. Begin 2005 stond Janssen-Cilag nog op de 28ste plaats met 0,8 % marktaandeel, terwijl het bedrijf eind vorig jaar met 10,8 % de belangrijkste leverancier van terugbetaalde geneesmiddelen in Rusland was.

Op basis van prognoses van IMS, een farmaceutisch studiebureau, hoopt Janssen-Cilag bovendien om in Rusland tussen 2004 en 2010 een omzetgroei te realiseren van 50 % à 55 %. De West-Europese geneesmiddelenmarkt zou in die periode slechts met 7 % groeien. Volgens Christian Verbeeck, international vice-president van Janssen-Cilag, is dat logisch. “In landen waar het bbp minder dan 10.000 dollar per inwoner bedraagt, groeit de geneesmiddelenmarkt normaal sneller dan het bbp. Dat komt omdat in deze groeilanden geneesmiddelen een bijdrage leveren aan de modernisering van het gezondheidssysteem. Dat is in Rusland niet anders.”

In 2006 had Poetin voor de modernisering van de gezondheidszorg 3,3 miljard dollar veil, in 2007 bedraagt dat budget al 4 miljard dollar. Dat geld moet dienen voor betere infrastructuur, meer preventie, de uitbouw van gespecialiseerde centra en voor de terugbetaling van geneesmiddelen. Het terugbetalingsprogramma richt zich voorlopig enkel op een groep van 16 miljoen ouderen, militairen en gehandicapten. Het is echter de bedoeling om die groep geleidelijk uit te breiden. In 2006 was het geneesmiddelenprogramma goed voor 1 miljard dollar, maar dit jaar zou het al oplopen tot 3 miljard dollar.

De verklaring waarom Janssen-Cilag plots sneller groeit dan zijn concurrenten? Enerzijds komt dat door de productportfolio, die met producten tegen kanker, geestesziekten en aids in de lijn ligt van de medische noden. Anderzijds speelt ook de aanwezigheidspolitiek in ontluikende markten een rol. “Omdat we al sinds 1991 in Rusland actief zijn, kennen we de markt en hebben we lokale mensen kunnen opleiden,” zegt Verbeeck. “Die kennen de lokale wetten en gevoeligheden.”

En het groeiverhaal is nog niet voorbij. Momenteel richt Janssen-Cilag zich enkel op de echt grote steden. Daarmee mikt het eigenlijk slechts op een klein stuk van de markt. In de komende jaren wil het geneesmiddelenbedrijf zijn geografische actieradius uitbreiden. Naira Adamian: “We hebben net onze medische afgevaardigden verdrievoudigd in aantal. In plaats van 30 miljoen mogelijke patiënten kunnen we vanaf nu 120 miljoen mensen bereiken.”

Roeland Byl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content