Bankenbelasting treft de spaarder
Er pakken zich donkere wolken samen boven het spaarboekje. De geplande bankenbelasting van de regering-Di Rupo dreigt vooral de instellingen met de hoogste rentetarieven te treffen. Ook het nieuwe centrale aanspreekpunt van de fiscus kan voor de spaarders roet in het eten gooien.
Het spaarboekje blijft buitengewoon populair bij de Belgische spaarders. Begin mei stond er 225 miljard euro op Belgische spaarrekeningen. Dat grote succes is zeker niet te danken aan de hoge intresten, want die bedragen in het beste geval 3 procent (basisrente plus getrouwheidspremie). Bij de meeste banken ligt de vergoeding zelfs lager, met een basisrente van 1 procent of zelfs minder, en een getrouwheidspremie van 0,50 procent. Aangezien de inflatie 2,81 procent op jaarbasis bedraagt (inflatiecijfer mei 2012), verliest u dus geld op de meeste spaarboekjes.
Toch schrikt dat de spaarders niet af. In moeilijke economische tijden houden ze de hand op de knip en hebben ze geen vertrouwen in andere beleggingen, die meer risico’s inhouden. Vooral kleine nichespelers spinnen daar goed garen bij. Bij de traditionele grootbanken werd heel wat geld weggehaald. Internetbanken zoals Fortuneo, Keytrade Bank en Rabobank.be zagen het kapitaal op hun spaarrekeningen sinds begin dit jaar fors stijgen.
Aantrekkelijke fiscaliteit
De aantrekkelijke fiscale behandeling van de intresten van spaarboekjes is een grote troef van deze beleggingsproducten. Een deel van de intresten op spaarrekeningen is vrijgesteld van roerende voorheffing. Voor het inkomstenjaar 2012 gaat het om een bedrag van 1830 euro. De regering-Di Rupo heeft de spaarboekjes voorlopig ongemoeid gelaten in haar zoektocht naar extra inkomsten voor de begroting.
Het fiscale voordeel geldt enkel voor de intresten van zogenoemde gereglementeerde spaarboekjes. Zo’n rekening moet voldoen aan een aantal voorwaarden. Ze moet worden geopend bij een in België gevestigde bank of een Belgisch filiaal van een buitenlandse bank. De vergoeding mag enkel bestaan uit een basisrente en een getrouwheidspremie. De basisrente mag niet hoger zijn dan 3 procent of het percentage voor herfinancieringstransacties van de Europese Centrale Bank. De getrouwheidspremie mag niet meer bedragen dan 50 procent van de maximale basisrente, en niet lager zijn dan 25 procent van de toegekende basisrente.
Hebt u bij een bank een spaarboekje dat op jaarbasis meer dan 1830 euro interesten opbrengt, dan houdt de bank 15 procent roerende voorheffing in op de intresten boven dat bedrag. Die fiscale vrijstelling geldt per belastingplichtige. Hebt u een gezamenlijke rekening met uw getrouwde of wettelijk samenwonende partner, dan wordt 15 procent roerende voorheffing ingehouden op het dubbele van 1830 euro, of 3660 euro.
Heel wat spaarders omzeilen die belasting door bij verschillende banken spaarboekjes te openen, waarvan de intresten telkens onder de 1830 euro blijven. De opbrengst van alle boekjes samen komt dan weleens uit boven het maximaal vrijgestelde bedrag van 1830 of 3660 euro. Die spaarders zijn wettelijk verplicht hun intresten boven het maximumbedrag te melden op hun fiscale aangifte, zodat daarop 15 procent roerende voorheffing kan worden ingehouden (plus gemeentebelasting). Velen doen dat niet, omdat de fiscus niet kan controleren hoeveel inkomsten belastingplichtigen hebben van hun verschillende spaarrekeningen.
Centraal aanspreekpunt of niet?
De regering-Di Rupo heeft begin dit jaar een extra belasting van 4 procent ingevoerd voor beleggers die op jaarbasis meer dan 20.020 euro aan roerende inkomsten hebben. De banken moeten voortaan de intresten en dividenden van de Belgische spaarders aangeven aan een zogenoemd centraal aanspreekpunt, dat wordt opgericht bij de fiscus. Dat bezorgt de gegevens van de belastingplichtigen die meer dan 20.020 euro roerende inkomsten hebben ontvangen aan de bevoegde fiscale administratie. Op die manier kan worden gecontroleerd of zij de heffing van 4 procent op hun roerende inkomsten boven 20.020 euro hebben betaald.
In het begin was het niet duidelijk of de banken ook de intresten op spaarboekjes moesten toespelen aan het aanspreekpunt. Inmiddels staat het vast dat de banken enkel het deel van de intresten boven de 1830 euro moeten aangeven. Zolang u minder dan 1830 euro interesten krijgt op een spaarboekje, wordt er dus niets meegedeeld. Op die manier blijft de fiscus in het ongewisse over de totale intresten die de verscheidene spaarboekjes opleveren die u mogelijk hebt. U blijft wel verplicht om die inkomsten aan te geven op uw belastingformulier.
Een nieuwe bankenbelasting
De regering-Di Rupo heeft plannen om de banken een extra belasting te doen betalen op hun uitstaande spaardeposito’s. Die heffing zou in principe 0,05 procent bedragen, maar ze kan worden verlaagd tot 0,03 procent of verhoogd tot 0,12 procent, afhankelijk van het aantal leningen dat een bank toestaat aan niet-financiële instellingen in Europa. Banken die veel kredieten verstrekken, zouden minder belastingen betalen dan concurrenten die weinig of geen leningen geven.
De mogelijke nieuwe belasting stuit op een golf van protest. Dat komt vooral van internetbanken zoals Rabobank.be en Keytrade Bank, die geen leningen geven. “De geplande belasting is bizar”, zegt Stephane Vermeire, de CEO van Rabobank.be. “De voorbije jaren werden internationale afspraken gemaakt om de banken te verplichten hun kapitaal te versterken. Ze moesten meer spaarmiddelen aantrekken en minder kredieten verstrekken. De nieuwe belasting gaat uit van het omgekeerde principe: hoe meer kredieten een bank heeft uitstaan in verhouding tot de spaarmiddelen waarover ze beschikt, hoe minder belastingen ze moet betalen.”
Twee maten en twee gewichten
De in België gevestigde bijkantoren van de Europese banken lijken dubbel te worden getroffen. Stephane Vermeire: “De belasting zou worden berekend op basis van de kredieten die het bijkantoor heeft toegekend. Het opgehaalde geld dat via de Europese moederbank in de Belgische economie wordt geïnvesteerd, telt niet mee; de bedragen die Belgische banken in andere Europese landen investeren dan weer wel. Dat lijkt sterk op een inbreuk op het gelijkheidsbeginsel en de Europese regels over de vrijheid van vestiging en het vrije verkeer van goederen en diensten.
“De nieuwe bankenbelasting zou weinig nieuwe inkomsten opleveren, maar de overheid viseert wel de internetbanken die spaarders de hoogste rente geven en in het verleden geen overheidssteun hebben gevraagd. Om die redenen zal Rabobank.be zijn uiterste best doen om de regering die unfaire en nadelige maatregel uit het hoofd te praten. We hebben enkele eenvoudige suggesties gedaan om de voorstellen aan te passen.”
Komt de belasting er toch, dan ziet de toekomst van het spaarboekje er niet goed uit. De nieuwe belasting moet dan wel worden betaald door de banken, maar die zullen de extra kosten ongetwijfeld doorrekenen aan de spaarders in de vorm van een lagere rente. Dat zal vooral ten koste gaan van de hoge intresten op de spaarrekeningen van internetbanken.
JOHAN STEENACKERS
“De overheid viseert de internetbanken die spaarders de hoogste rente geven en in het verleden geen overheidssteun hebben gevraagd”
Stephane Vermeire, Rabobank.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier