De Nationale Bank van België (NBB) vereenvoudigt en verlaagt in 2026 de buffers die de banken moeten aanhouden.
De contracyclische kapitaalbuffer – een tijdelijke extra kapitaalreserve om de veerkracht van de banken te vergroten – wordt wat opgetrokken, maar de specifieke kapitaalbuffer voor risico’s in de hypotheekportefeuilles wordt afgeschaft. Dat heeft de Nationale Bank vrijdag gemeld. De buffer voor de hypotheekportefeuilles wordt bijgevolg geïntegreerd in de contracyclische buffer.
De contracyclische kapitaalbuffer wordt op 1 januari verhoogd van 1 procent naar 1,25 procent. Na een overgangsperiode van zes maanden wordt die verhoging effectief op 1 juli 2026. Het bedrag van de buffer zal hierdoor stijgen van ongeveer 2,7 miljard euro naar circa 3,3 miljard euro. Tegelijkertijd zal de specifieke kapitaalbuffer voor risico’s in de hypotheekportefeuilles, die momenteel ongeveer 1,3 miljard euro bedraagt, worden afgeschaft.
“Vanaf 1 juli 2026 worden de macroprudentiële kapitaalvereisten dus zowel vereenvoudigd als verlaagd, waardoor ze zullen dalen van ongeveer 3,9 miljard euro naar 3,3 miljard euro”, aldus de NBB. De vermindering van de totale vereisten rechtvaardigt de NBB door een afname van de risico’s in de hypotheekportefeuilles, zowel voor de kans op wanbetaling als voor het potentiële verlies dat banken in het geval van wanbetaling zouden lijden.
De NBB benadrukt dat ze het niveau van de contracyclische kapitaalbuffer ook in de toekomst zal blijven aanpassen op basis van ontwikkelingen in de financiële cyclus, met name de kredietgroei in de reële economie.
Als zich een economische of financiële schok voordoet, kan de NBB beslissen om deze verruimde contracyclische buffer vrij te geven, dat wil zeggen de banken toestaan om het gereserveerde kapitaal te gebruiken.