De Spaanse banken hebben een zware tijd achter de rug. Maar de perspectieven voor Spanje zijn flink verbeterd. Banco Santander is daardoor een kansrijke achterblijver.
Met 12.920 vestigingen en meer dan 187.000 werknemers behoort Banco Santander tot de grootste banken van Europa. Ze beheerde eind vorig jaar 1266,3 miljard euro aan activa, had 92 miljoen particuliere klanten en 3 miljoen bedrijfsklanten. De beurskapitalisatie bedraagt bijna 95 miljard euro. Met 17 procent heeft Banco Santander het grootste gewicht in de Spaanse Ibex-index.
De bank is op meerdere continenten actief. In 2014 kwam 44 procent van de inkomsten uit Latijns-Amerika, 43 procent uit Europa (27 % West-Europa, 13 % Verenigd Koninkrijk en 3 % Oost-Europa) en 13 procent uit de Verenigde Staten. Banco Santander is het nummer drie in Spanje met een marktaandeel van 14 procent, het nummer drie in Portugal (marktaandeel van 11 %), het nummer vijf in Groot-Brittannië (9 %), het nummer één in consumentenkredieten in Duitsland (14 %), nummer drie in Polen (10 %), nummer 21 in de Verenigde Staten (3 %), nummer drie in Brazilië (8 %), nummer twee in Argentinië (9 %), nummer drie in Mexico (14 %) en nummer één in Chili (19 %).
In het eerste kwartaal droeg Brazilië 21 procent bij aan de groepswinst, Groot-Brittannië 20 procent, Spanje 15 procent, de VS 10 procent, Mexico 7 procent, Chili 5 procent, en de overige landen elk minder dan 5 procent. 81 procent van haar winst haalde de bank in die periode uit retailbankieren.
Efficiëntste bank
De bankencrisis sloeg extra hard toe in Spanje. Maar de economie begint zich te herstellen. Dat wordt weerspiegeld in de verbetering van de resultaten van Banco Santander. In het eerste kwartaal steeg de winst tot 1,72 miljard euro. Dat was een toename met 32 procent tegenover dezelfde periode het jaar daarvoor en met 18 procent tegenover het laatste kwartaal van 2014. Ze werd geholpen door de zwakke euro. Bij constante wisselkoersen was er een groei met 22 procent op jaarbasis.
Het aantal nieuwe leningen aan Spaanse bedrijven klom met 24 procent en die aan Spaanse particulieren zelfs met 36 procent. Wereldwijd breidde de kredietportefeuille met 14 procent uit tot ruim 813 miljard euro. Het aantal slechte leningen nam af met 4,9 procent tot 2,56 miljard euro. Met een kosten-inkomstenratio van 47 procent is Banco Santander de op één na efficiëntste van de Europese grootbanken. De ambitie is dat cijfer tegen 2017 terug te dringen tot onder 45 procent.
Tastbaar eigen vermogen
Het rendement op het eigen vermogen bedroeg 7,6 procent aan het eind van het eerste kwartaal, tegenover 7 procent in het boekjaar 2014 en 6,6 procent in het eerste kwartaal van vorig jaar. Ook in het rendement op het tastbare eigen vermogen — waaraan in de bankwereld meer waarde wordt gehecht — zien we een vergelijkbare evolutie: van 10,4 procent in de eerste drie maanden van vorig jaar tot 11 procent over het boekjaar 2014 en 11,5 procent in het eerste kwartaal van 2015. In 2006 schommelde dat cijfer nog rond 20 procent. Het management streeft naar 12 tot 14 procent tegen 2017.
Tegen een waardering van 1,05 keer de boekwaarde is het herstelpotentieel van Spanje en de andere Latijns-Amerikaanse markten nog niet in de koers verrekend. Bovendien is er een aantrekkelijk dividend. Daarom is het aandeel koopwaardig.
Danny Reweghs
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier