Bang voor ‘The Sioen University’?
F orget offshoring, it’s more serious than that!, zo staat het (mét een uitroepteken) in het jongste IMD Word Competitiveness Yearbook 2004. “Een generatie nieuwe concurrenten komt eraan.” Kenniseconomie en innovatie, productiviteit en logistiek, leken onze grootste troeven, maar een Europese machinebouwer ontwikkelt vandaag liever in Azië een innoverend (want continu) lassysteem voor naadloze confectie en niet in Europa. Hij doet dat in samenwerking met Sioen Indonesia, een confectiebedrijf voor hightechproducten dat meer weg heeft van een volautomatisch logistiek centrum (zie blz. 90).
Koplopers onder de nieuwe concurrenten zijn meestal filialen van de meest dynamische bedrijven uit Europa en de VS. Het onderzoekscentrum van General Electric in Bangalore vraagt voor tientallen ontwikkelingen VS-patenten aan. Ook General Motors en Motorola bouwen researchlabs in India. Wereldleiders in farmaceutica strijken neer in Singapore, waar Hewlett-Packard een van zijn succesvolste computerservers ontwierp. Siemens-Atea verschuift onderzoeksactiviteiten naar het Verre Oosten. Met Nike‘s en jeans uit Indonesië of China konden we leven, maar nu top end jobs – Onderzoek & Ontwikkeling en design – mee ‘delokaliseren’, is het fenomeen een van de hoofdthema’s in de Amerikaanse verkiezingsstrijd.
Wat de confectiepoot van Sioen Industries uit Ardooie in Indonesië doet, is een globale bedrijfsstrategie uittekenen waarin deze Vlaamse trekker in innovatie en marktexpansie zich kan handhaven binnen een langetermijnperspectief. En dat rekening houdend met alle factoren die zijn concurrentiepositie bepalen, de opkomst van China, India en Brazilië incluis. De strategie werkt zelfs ter plaatse inspirerend, want het begrip ‘The Sioen University’ – waarmee het performante Sioen Indonesia wordt bedoeld – maakt opgang in het Indonesische confectiemilieu dat ook wakker schiet. Indonesische giganten als Texmaco (Indisch) of Riverside (Chinees) beginnen Sioen Indonesia na te volgen, terwijl Koreanen die alleen op de lage loonkost spelen, hun naaimachines verhuizen naar Myanmar of Laos. Dat laatste is uitzichtloos, want de prijzenslag is moordend.
Moeten we bang zijn van ‘The Sioen University’ of is Sioen een model-KMO? De nieuwe concurrenten zullen, ook zonder ‘The Sioen University’, westerse marktaandelen afsnoepen. China, India, Maleisië, straks ook Indonesië volgen het Japan van de jaren zeventig en tachtig. Zelfs in die landen zijn lage lonen niet langer doorslaggevend. De kenniseconomie deint uit over de wereld en zet de klassieke Ricardiaanse theorie van comparatieve voordelen op de helling. “Azië innoveert zeer snel,” waarschuwt Frederik Wittesaele van Sioen Indonesia. Niettemin blijft Sioen een wereldspeler in geavanceerde confectie, dankzij Sioen Indonesia. En ondertussen blijft Sioen Coatings in zijn segment vanuit Ardooie een wereldkampioen: bestellingen bereiken klanten in heel Europa binnen de 24 uur. Indien Sioen – als de tijd er rijp voor is – morgen coating gaat produceren in China, zal dat een kwestie van marktexpansie zijn, niet ten koste van Ardooie.
Conclusie: om stand te houden, moeten bedrijven competitief zijn, niet alleen qua loonkosten. Innovatie en kennis mogen niet afgeremd worden door stroeve en verlammende reglementeringen.
Erik Bruyland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier