BACK-UP. Als het fout gaat…
Wat is de nachtmerrie van elke informaticadirekteur ? Een ongeluk dat heel het systeem verlamt. Om op alles voorbereid te zijn, kan men een reservesysteem voorzien. Men kan ook hopen dat er nooit iets fout zal gaan… of zich abonneren op een noodcentrum.
Vlakbij de Brusselse Belliardstraat, in een grote witte zaal, wachten computers en schijfeenheden zachtjes zoemend op aktie. Dit computerpark een IBM 390 mainframe die binnenkort wordt aangevuld met een AS/400 is meestal werkloos, maar altijd paraat.
De bijna verlaten lokalen kunnen op elk ogenblik bezoek krijgen van een van de klanten van Sogeris Benelux : een bank, een verzekeringsmaatschappij, een industrieel bedrijf of een administratie die door een ongeluk, een panne of een staking zonder computers zit. In enkele uren is alles operationeel en kunnen de diensten van het bedrijf verder werken alsof ze op hun eigen computercentrum zijn aangesloten.
De rol van Sogeris Benelux, de konkurrent van IBM Belgium op de kleine markt van de back-upcentrales, is te vergelijken met die van een verzekeringsmaatschappij. De klanten, afkomstig uit de groep van 250 bedrijven in België die grote IBM- en kompatibele systemen gebruiken, kopen een abonnement dat hen toegang geeft tot het computercentrum van Sogeris, waar een goed uitgerust back-upsysteem klaarstaat om de aflossing te verzekeren als er iets fout gaat.
De back-upmarkt is volgens Sogeris Benelux goed voor 170 miljoen frank, waarvan het bedrijf dit jaar zelf 70 miljoen voor zijn rekening hoopt te nemen, met een twintigtal klanten. Als de sektor zich ontwikkelt zoals in Frankrijk of Groot-Brittannië, kan hij uitgroeien tot 300 à 400 miljoen frank.
Niet iedereen voelt de behoefte aan dit soort diensten. Sommige bedrijven vinden dat ze het risico kunnen nemen. Andere integreren de beveiliging in hun eigen informatica-architektuur. “De grote kanonnen op de Belgische markt, zoals de belangrijkste banken, zorgen liever zelf voor hun veiligheid door een reservesysteem te installeren, ” vertelt Victor Amara, de direkteur-generaal van de Franse groep Sogeris. De reservecomputer wordt dan meestal door de eigen programmeurs gebruikt bij het ontwikkelen van software. “Deze visie houdt verband met het idee dat de macht van de informaticadirekteur recht evenredig is met de omvang van het computerpark. Die mentaliteit is echter aan het veranderen. In Groot-Brittannië en Frankrijk worden de verantwoordelijken van de informaticacentra beoordeeld naar hun vermogen om zoveel mogelijk te doen met zo weinig mogelijk geld. “
ONDERLINGE STEUN.
De trend om de kosten van de beveiliging te delen, blijkt uit de cijfers. In België hebben ongeveer 15 % van de computercentra die met grote IBM-systemen werken een back-upkontrakt. In Frankrijk en Groot-Brittannië bedraagt dat aandeel respektievelijk 20 en 25 %. “In Duitsland worden de verzekeringsmaatschappijen en de banken zelfs door hun kontrole-instanties verplicht om een back-upoplossing te voorzien. “
De markt wordt traditioneel gedomineerd door de nummer één van de grote systemen, IBM, dat deze geavanceerde “pechdienst” rechtstreeks aan zijn klanten voorstelt. Er zijn nog meer kapers op de kust : leasingbedrijven (waarvan sommige alweer verdwenen zijn) of firma’s die zich uitsluitend aan back-up wijden, zoals de Amerikanen Sunguard en Comdisco, of het Franse Sogeris. In België heeft Sogeris vorig jaar de aktiviteiten van EMG Promodata overgenomen en kontroleert nu samen met konkurrent IBM het grootste gedeelte van de markt.
Wanneer een bedrijf een back-upkontrakt afsluit, betaalt het voor een abonnement dat de beschikbaarheid van de nodige apparatuur garandeert. Dat kan, afhankelijk van de gewenste konfiguratie, van 700.000 frank tot 6 miljoen frank per jaar kosten. In ruil daarvoor waarborgen Sogeris en zijn konkurrenten dat het in het kontrakt gestipuleerde materieel altijd stand-by is. Een nieuw kontrakt kan voor de back-upfirma grote investeringen inhouden. Verder gaat het abonnement niet : bij een noodgeval betaalt de klant extra voor het gebruik van het systeem.
De abonnees voeren regelmatig tests uit, want het weer opstarten van de informatica van een verzekeringsmaatschappij of een fabriek moet zorgvuldig worden gerepeteerd. “Opdat alles goed zou gaan, moet die operatie twee keer per jaar worden herhaald, ” vindt Thierry Jardinet, algemeen direkteur van Sogeris Benelux.
TESTEN VERPLICHT.
Waaruit bestaat zo’n test ? Het is een generale repetitie. De klant voert zijn gegevens (rekeningstaten, kontrakten) in, meestal in de vorm van datatapes. De computers worden gestart en zodra de kommunikatiesystemen geïnstalleerd zijn, werkt het centrum als een dubbelganger van dat van de klant. Bij een bank, bijvoorbeeld, kunnen de filialen de rekeningen raadplegen en operaties uitvoeren zonder te merken dat ze niet met de gewone informaticacentrale in verbinding staan.
In noodgevallen doet Sogeris Benelux een beroep op een kontrakt met CSC (Computer Science Corporation), voor de levering van personeel. De klant een bedrijf of instelling brengt zo snel mogelijk zijn bandjes met gegevens, die in het noodsysteem worden geladen. Wanneer alle data opgeslagen zijn, kunnen de operaties herbeginnen. De overgang van de ene site naar de andere duurt enkele uren.
Wat gebeurt er wanneer twee klanten op hetzelfde ogenblik met pech af te rekenen krijgen ? De verschillende centra van Sogeris zijn met telekommunikatielijnen van 2 megabits per sekonde aan elkaar verbonden. Het centrum van Rungis, bij Parijs, kan indien nodig alle funkties van het Brusselse centrum overnemen. Als ook dat niet volstaat, kan het Britse filiaal Datashield (in Hoddesdon, dichtbij Londen) inspringen. Sogeris heeft trouwens zelf back-upkontrakten met zijn konkurrenten een beetje zoals het systeem van de herverzekering.
BEVEILIGING OP AFSTAND.
De logika van de beveiliging op afstand is heel gebruikelijk in de Verenigde Staten, waar het niet erg belangrijk is waar de computers precies staan opgesteld. In Europa moeten de disaster recovery-bedrijven (een ander woord voor back-upfirma’s) noodgedwongen erg lokaal blijven. “De prijs van de telekommunikatie blijft een groot obstakel, nog afgezien van de beperkte transmissiesnelheid, ” zegt Victor Amara.
Tweede hinderpaal : een soort psychologische reserve. Sommige banken gaan niet graag met “vertrouwelijke” gegevens de grenzen over. Het centrum van Rungis heeft het voordeel van zijn grotere kapaciteit. Het bestrijkt heel het Franse grondgebied. Het is een erg onopvallend complex, niet ver van de bekende hallen. Geen enkel opschrift of paneel signaleert de aanwezigheid van het computercentrum. De systemen, die over verscheidene afzonderlijke gebouwen verdeeld zijn, moeten anoniem blijven. Het gebeurt dat de centrales van de klanten lamgelegd worden door een staking. Het back-upcentrum maakt ze dan vanop afstand opnieuw funktioneel.
Ondanks deze beveiligingen op afstand moet het Brusselse centrum overeenstemmen met de uitrusting van de Belgische klant. De kleine omvang van onze markt maakt de investeringen relatief zwaar. “Wij kunnen natuurlijk niet hetzelfde centrum aanbieden als dat van Rungis, maar het aanbod moet heel open blijven. Onze aktiviteit komt er uiteindelijk op neer dat we de kosten over verscheidene klanten verdelen. Hoe meer gebruikers, hoe interessanter dat wordt. “
DE STRATEGIE VAN IBM.
Ten slotte moet men rekening houden met de strategie van IBM, dat de jongste jaren een scherpe bocht naar de dienstensektor heeft genomen. Sogeris moet dus in feite zelf bij een konkurrent kopen. “De bestellingen zijn geen probleem, ” zegt Victor Amara. “Ze leveren zo snel mogelijk. Niets zegt trouwens dat de strategie van IBM niet zal veranderen. Ze hebben zich op de diensten gericht in de hoop er een Eldorado te vinden, maar ik ben er niet zeker van dat zo’n reus een servicebedrijf kan worden. De konkurrentie op dat domein is groot. “
ROBERT VAN APELDOORN
THIERRY JARDINET (SOGERIS BENELUX) Het noodsysteem moet twee keer per jaar getest worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier