Back to basics
Het Grondwettelijk Hof heeft enkele essentiële onderdelen van de Una Via-wet vernietigd. De voorspelling waaraan ik me een jaar geleden in deze column waagde, is daarmee — helaas — bewaarheid. Het fundamentele probleem is dat de beleidsmakers het verschil niet vatten tussen de rechtshandhaving in administratieve en die in strafrechtelijke aangelegenheden.
Het Grondwettelijk Hof heeft niets opzienbarends beslist over de Una Via-wet. Ik schreef al dat de wet een verkeerde naam had. ‘Dua Via-wet’ was gepaster geweest. De administratieve procedure blijft doorlopen, zelfs als de strafrechtelijke aan de gang is. Maar de principes van beide zijn onverzoenlijk. In een strafrechtelijke procedure heeft de burger zwijgrecht, in een administratieve heeft hij een plicht tot medewerking. Zodra de burger het risico op een strafrechtelijke vervolging loopt, moet hij een beroep kunnen doen op het meest beschermende kader: het strafrechtelijke recht op verdediging. Dat recht is in internationale verdragen verankerd en is van een hogere rechtsorde. Zolang de nationale wetten dat principe met voeten treden, zullen de vervelende symptomen aanhouden.
De bedenkers van de Una Via-wet hebben de mosterd in Nederland gehaald, maar ze zijn eraan voorbijgegaan dat de wet daar anders is opgevat. Nederlanders kennen dat parallellisme niet meer. Ze zijn er al snel van afgestapt. Als we meer aandacht hadden voor de basisprincipes, had dezelfde ervaring ons kunnen worden bespaard.
Het respecteren van de basisprincipes die de administratieve rechtshandhaving onderscheiden van de strafrechtelijke, is de kern van de huidige problemen van de fraudebestrijding. Ter illustratie: het visitatierecht, of het bezoekrecht van de fiscus bij ondernemers. Ofwel beperkt de administratie zich tot een invulling die administratief is. Onder die voorwaarde kan het visitatierecht in zijn huidige vorm gehandhaafd blijven. Maar als de administratie vindt dat ze huiszoekingen kan verrichten die ook in een strafrechtelijk kader kunnen, ligt dat anders. Ze zal dan weer worden terechtgewezen door de hoogste gerechtshoven. U raadt het al: omdat de principes van de strafrechtelijke rechtsbescherming niet gerespecteerd zijn.
Elke ander punt van discussie is een welles-nietesspelletje in de marge. Er blijkt maar weinig wil om het debat tot de echte kern terug te brengen. Als advocaat geeft me dat werkzekerheid. Als burger geeft het een wrang gevoel. Maar de principes die hier op het spel staan, zijn zo essentieel dat ik het eerste graag terzijde laat.
Jan Tuerlinckx is advocaat van Tuerlinckx Fiscale Advocaten.
JAN TUERLINCKX
De beleidsmakers vatten het verschil niet tussen de rechtshandhaving in administratieve en die in strafrechtelijke aangelegenheden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier