AZIATISCHE GROEIECONOMIEËN KOPIëREN WESTEN NIET

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Toen de Japanse premier Junichiro Koizumi – die op 20 september aftrad – precies één jaar geleden met zijn Liberaal Democratische Partij (LDP) als grote winnaar uit de vervroegde verkiezingen kwam, zagen westerse media daarin vooral een doorbraak voor het Angelsaksische neoliberalisme en vrijemarktmodel in Japan. Verwacht wordt dan ook dat Koizumi’s opvolger dat hervormingsproces zal voortzetten, nu het land na vijftien jaar aanmodderen stilaan breekt met de chronische deflatie en in de club van rijke landen opnieuw de hoogste groeicijfers neerzet.

Omdat Koizumi van de privatisering van de Japanse posterijen de inzet van die verkiezingen had gemaakt (nadat een parlementaire minderheid zich daartegen verzette), leek het licht op groen te staan voor de verdere liberalisering van de Japanse economie naar Anglo-Amerikaans model. Japankenner Karel Van Wolferen wuifde Koizumi’s privatiseringsplannen meteen weg als “flauwekul”. Vandaag merkt ook Martin Wolf, de hoofdeconoom van The Financial Times, weinig van de drastische vrije- markthervormingen (zie blz. 40). Sterker nog, intussen blijkt dat Koizumi het wetsontwerp tot privatisering van de Japanse postspaarbank niet had gelezen – het was opgesteld door het ministerie van Financiën.

Uiteindelijk komt Koizumi’s overwinning neer op een herbevestiging en versterking van de macht van Financiën. Van de postspaarbank hét thema van de verkiezingen maken, was maar een schijnmanoeuvre van de traditionele bureaucratie om eventuele hervormingen beter in de hand te houden en grenzen te trekken – subtiliteiten die westerlingen ontgaat.

Koizumi werd door de staatsbureaucratie (de LDP dus) gebruikt om de nodige aanpassingen erdoor te krijgen die leiden tot een meer efficiënte economie en een politiek systeem dat minder afhankelijk wil worden van landelijke gebieden. Zonder dat het LDP-machtssysteem, zoals dat sinds 1955 bestaat, daardoor wordt aangetast. Nu dit grotendeels is gebeurd, wordt het voor Koizumi’s opvolger weer business as usual – behalve op diplomatiek vlak, waar de gespannen relaties met China, Zuid-Korea en Taiwan gladgestreken moeten worden.

In de jaren negentig van de vorige eeuw moest de nv Japan in de globale taakverdeling steeds meer rekening houden met de factor China. De Japanse exportprijzen werden te duur. Een scheut flexibiliteit kon de economische raderwerken smeren. De Amerikanen zouden voor spitstechnologie bij Japan kunnen aankloppen en bij China voor goedkopere producten. Een pragmatische taakverdeling, waarmee beide landen de waarde van de Amerikaanse dollar blijvend ondersteunen.

Zoals de Japanse machtsbureaucratie gebruikmaakt van de deal met de VS om haar economie bij te stellen – zonder te raken aan de essentie van het Japanse systeem – zo doet ook de Chinese Communistische Partij dat op haar manier om de staatseconomie geleidelijk om te buigen. De machtsstructuren in Tokio blijven intact en zo ook zorgen de mandarijnen in Peking ervoor dat hun mandaat van de hemel ongeschonden blijft. Als daarvoor theatrale gesticulaties nodig zijn en Angelsaksisch managementjargon dat Washington als muziek in de oren klinkt, dan hebben Peking noch Tokio daar enig bezwaar tegen.

Erik Bruyland

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content