Danny Reweghs
Autosector op de rem
De autosector heeft het tij zien keren. De Europese en de Amerikaanse markt trekt aan, maar de groeimarkten spelen de constructeurs nu parten. Toch lijkt het slechte nieuws in de groeilanden intussen verrekend te zijn in de koersen
Anno 2015 lijkt de wereldmarkt voor voertuigen wel een bocht van 180 graden te hebben gemaakt. In juli bijvoorbeeld lag het aantal nieuw verkochte wagens in Duitsland 7,4 procent hoger dan in dezelfde zomermaand van vorig jaar. Daarmee breit de sector een vervolg aan de eerste zes maanden van het jaar, waarin de gemiddelde groei voor de Europese Unie op 9 procent lag. Ook in de Verenigde Staten blijft de automarkt herstellen. Aangezien het herstel daar al vroeger was ingezet dan in de EU, ligt het stijgingspercentage er in de eerste jaarhelft ook al wat lager (+4%).
Lagere versnelling
De grote problemen zitten nu in de groeilanden. Zo zakte de verkoop van personenwagens in China in juli met 2,5 procent op jaarbasis en houdt onder meer Ford Motor er rekening mee dat de autoverkoop in China dit jaar voor het eerst sinds 2008 kan dalen. De meeste schattingen houden het nog wel op een lichte stijging.
Door een spectaculaire groei (tussen 2005 en 2010 bijvoorbeeld 24% per jaar) is China uitgegroeid tot veruit de grootste automarkt ter wereld. Vorig jaar werd met 19,7 miljoen nieuwe personenwagens net de grens van 20 miljoen niet bereikt. Daarmee haalt de Chinese automarkt ongeveer de omvang van de Europese (12 miljoen nieuwe wagens) en de Amerikaanse (8 miljoen) samen. Ter vergelijking, in 2010 bedroeg de verkoop van nieuwe Chinese personenwagens nog 13,7 miljoen. Dat dan de Chinese automarkt vertraagt, baart de sector dus wel degelijk zorgen. De voorbije maanden is de voorraad aan wagens flink opgelopen, zodat een prijzenoorlog in China dreigt.
Nog groter is de achteruitgang in twee andere BRIC-landen. In de eerste jaarhelft zakte de verkoop van nieuwe wagens in Brazilië met 20 procent en in Rusland zelfs met 36 procent. Een economische recessie hakt ook elders in de wereld stevig in op de autoverkoop.
Weer goedkoop
De aandelen van de Europese autoconstructeurs zijn de voorbije vijf maanden (april-augustus) dan ook fors lager gegaan. Hun zware investeringen om meer omzet uit de opkomende landen te halen, renderen (even) niet. De meeste onder hen toonden zich bij de publicatie van nog degelijke tot goede halfjaarresultaten dan ook opvallend voorzichtig in hun voorspellingen voor de tweede helft van het jaar. Allemaal verwijzen ze naar de ‘moeilijke’ marktomstandigheden in China, Brazilië en Rusland. We denken echter dat stilaan dat het slechte nieuws uit vele opkomende landen voldoende verrekend zit in de Europese autowaarden.
Een Porsche voor een Skoda
Dat geldt in het bijzonder voor het Volkswagen-aandeel. De producent van merken als Volkswagen, Audi, Seat, Skoda, Porsche, Bentley, Bugatti en Lamborghini voor de personenwagens en Scania en MAN in het segment van de vrachtwagens en Ducati voor de motoren rijdt dit jaar een hobbelig beursparcours. De koerswinst in de periode januari-maart (+40%) ging in de vijf daaropvolgende maanden weer volledig in rook op. Dat lijkt ons overdreven. Het VW-aandeel noteert vandaag (erg) goedkoop. Met tegen minder dan 8 keer de verwachte winst dit jaar, minder dan 1 keer de boekwaarde, 0,4 keer de omzet en minder dan 7 keer de verhouding ondernemingswaarde (ev) ten opzichte van de bedrijfskasstroom (ebitda) krijg je als het ware een Porsche voor de prijs van een Skoda.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier