Auteur en architect Carolyn Steel pleit voor een shift naar een lokalere economie: ‘Voedsel is te goedkoop’

CAROLYN STEEL "We moeten voedsel weer in het hart van onze samenleving zetten." © EDWARD THOMPSON
Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

Biologisch versus industrieel, technologie versus traditie, en lokaal versus globaal zijn valse tegenstellingen, zegt Carolyn Steel. De Britse denker ziet een shift naar een lokalere economie, maar ze stoort zich aan de makkelijke polarisering. “We zullen niet stoppen met koffiedrinken. Dan zouden de mensen pas echt op straat komen.”

Carolyn Steel spreekt vaak over ‘het goede leven’. Ze legt uit hoe anders dat goede leven er in de eenentwintigste eeuw zal uitzien in vergelijking met de eeuw voordien. De Britse auteur en architect ziet een shift naar een meer lokale, landelijke manier van leven, ook in de stad. Om die transformatie tastbaar te maken vertrekt ze vanuit voedsel, de “grote verbinder”, want iedereen moet elke dag eten.

In haar eerste boek, Hongerige steden, bestudeerde Steel hoe de voedselvoorziening beschavingen vormde – van het platteland over land of zee naar de markt, de keukentafel en uiteindelijk de vuilnisbelt. Ze werkte tien jaar aan de opvolger, Wat gaan we eten? De oorspronkelijke titel luidt Sitopia, van het Griekse sitos (voedsel) en topos (plek). Steel gebruikt die term om aan te geven dat voedsel ook onze wereld vormgeeft. Startend van een bord eten dijt het boek met elk hoofdstuk in almaar wijdere cirkels uit: van wat voedsel betekent voor ons lichaam, onze thuis, de samenleving en de economie, de relatie tussen de stad en het platteland, tot de natuur en ons begrip van tijd.

Ik zeg niet dat we Londen kunnen voeden vanuit zijn hinterland. Dat is niet mogelijk. Maar ik geloof er wel in dat je moet proberen zo veel mogelijk voeding te kweken in en rondom de steden

In Vlaanderen verbood een rechter dit jaar de uitbreiding van een kippenboerderij, omdat ze te veel stikstof zou produceren, terwijl vlakbij een natuurgebied ligt. Veel bedrijven vreesden dat hun vergunningen in het gedrang zouden komen.

CAROLYN STEEL. “Dat is een interessant voorbeeld. Onze heersende economische denkwijze is niet compatibel met het toenemende milieubewustzijn in onze maatschappij. Maar mensen leven verrassend goed in cognitieve dissonantie. Leven met paradoxen is een groot deel van ons bestaan, een overlevingstechniek. Aan de ene kant van de paradox is er het idee van het goede leven gebaseerd op ongebreidelde economische groei, terwijl er aan de andere kant het gevaar is dat de klimaatverandering creëert. We weten dat dat niet houdbaar is, maar kunnen dat niet toegeven. Soms zie je die paradox in een en hetzelfde televisiejournaal. Eerst zegt iemand dat we groeien met 5 procent en dat dat goed is voor de economie. Daarna krijgen we het verschrikkelijke nieuws dat Griekenland in brand staat. De link daartussen geven we niet toe.

“Het voorbeeld van de kippenboerderij is interessant omdat die twee parallelle universa van economisch denken elkaar daar ontmoeten. Het is zo’n moment waarop je ziet dat de keizer geen kleren aanheeft. Want wat zegt die rechter? Is de bijkomende stikstofuitstoot van die boerderij te groot voor het dorp, voor België, of voor de wereld? Die rechter zegt eigenlijk dat we moeten stoppen met zoveel kip te eten.”

Nog in België stelde de Brusselse minister van Leefmilieu Alain Maron (Ecolo) voor landbouwgrond net buiten Brussel te kopen, om die in te zetten in de korte keten. Hoongelach was zijn deel. Een politicus noemde het idee middeleeuws. Wat denkt u wanneer u zoiets hoort?

STEEL. “Ik vind het extreem irritant als mensen me ervan beschuldigen dat ik terug wil naar de tijd van de lovely peasants. Het is een luie reactie. België kan zichzelf niet voeden en natuurlijk zullen de Belgen niet stoppen met koffiedrinken. Dan zouden de mensen pas echt op straat komen. Natuurlijk zit het ingewikkelder in elkaar dan zeggen dat we hier aardappelen moeten planten. Dat deden de communisten en we hebben gezien hoe goed dat ging.

“De politieke geste van die minister heeft de verdienste dat het probleem wordt uitgesproken. Als mensen die politicus aanvallen, of mij als ik zeg dat we meer lokaal voedsel moeten produceren, dan vallen ze eigenlijk het utopische aspect van die ideeën aan. Daarom gebruik ik het woord ‘sitopia’ en niet ‘utopie’. Ik zeg niet dat we Londen kunnen voeden vanuit zijn hinterland. Dat is niet mogelijk. Maar ik geloof er wel in dat je moet proberen zo veel mogelijk voeding te kweken in en rondom de steden.”

De Europese Commissie wil met haar Green Deal ons landbouwmodel transformeren. De van-boer-tot-bordstrategie beoogt meer korte keten en een omwenteling van de industriële landbouw. Is dat realistisch?

STEEL. “Dat lukt niet zonder onze manier van leven te veranderen. Voedsel is te goedkoop. Het idee van het goede leven is gebaseerd op goedkoop voedsel. Maar dat bestaat niet. Ook dat is een voorbeeld van cognitieve dissonantie. Als je verwacht dat voedsel goedkoop is, kun je geen bioboeren hebben, terwijl we net veel meer landbouwers nodig hebben die boeren op een regeneratieve manier. We moeten naar een nieuw eenentwintigste-eeuws idee van wat het goede leven is. Dat is gebaseerd op dicht bij de natuur zijn, dingen maken, autonomie hebben over wat je doet, meer tijd hebben.

“Voedsel is leven, is natuur, is sociale verbinding, goede banen, gezondheid. We moeten voedsel weer in het hart van onze samenleving zetten en ons afvragen hoe een samenleving eruit zou zien waarin iedereen goed eet. Je kunt niet goed eten als je geen tijd hebt, als je geen geld hebt, als je geen ruimte hebt waar je kunt eten, als je geen vrede hebt. Het is een radicaal idee, want je praat dan over een belasting- en landhervorming en herverdeling. Je moet ook een economie uittekenen die past in de natuurlijke capaciteit van de planeet.

“Ik weet dat voeding duurder maken politiek dynamiet is. In het Verenigd Koninkrijk is er een debat over een vleestaks. Er is al een kleine suikertaks. Dat zijn heel emotionele discussies.”

Niet iedereen kan meer betalen voor voeding. Tijdens de lockdown zagen we mensen die hun eigen brood gingen bakken of begonnen te tuinieren, maar ook meer meeneemvoeding, de snelle, goedkope en vaak ongezonde hap.

STEEL. “Zeker het Verenigd Koninkrijk is een klassebewuste maatschappij. Zodra iemand zegt dat hij zuurdesembrood bakt, wordt hij weggezet als middenklasser. Waarom zou je eigen brood bakken enkel een pleziertje voor de middenklasse zijn? Dat is toch onzin? Het Verenigd Koninkrijk heeft een van de meest geïndustrialiseerde voedselculturen in de wereld. Heel veel Britten kunnen niet koken. Het is veelzeggend dat mensen in de supermarkt naast wc-papier vooral tomaten in blik en pasta hamsterden. Veel supermarkten hadden verse voeding over. Je eigen brood bakken of je eigen groenten kweken zou toegankelijk moeten zijn voor iedereen. Maar wanneer je na een shift van zestien uur naar huis strompelt, ga je natuurlijk geen zuurdesembrood meer bakken.”

We moeten evolueren van enkel consumeren naar zowel produceren als consumeren, zegt u. Wat betekent dat?

STEEL. “Als je zuurdesembrood bakt, krijg je de ongelofelijke voldoening dat je zelf iets maakt. Als je dat doet en je gezin gelukkig hebt gemaakt, heb je die dure handtas waarschijnlijk niet nodig. In de twintigste eeuw zagen veel mensen consumeren als een deel van het goede leven, als compensatie voor het gebrek aan zin in hun professionele activiteiten of hun privéleven. Ik weiger te geloven dat dat alleen voor de middenklasse geldt. Ik zeg niet dat we allemaal zelfvoorzienende boeren moeten worden. Het is wel zo dat je eigen voedsel kweken voldoening geeft, het geeft ritme aan je leven.”

Het is ironisch dat corona heel wat dingen waar ik voor pleit, mogelijk heeft gemaakt: meer lokaal denken, sterke buurten in de stad en op het platteland, meer tijd hebben

De nasleep van de financiële crisis van 2008 noemt u een gemiste kans, omdat er geen verandering kwam. De coronapandemie geeft ons nu een nieuwe kans, meent u. Heel wat werknemers willen bijvoorbeeld veel blijven thuiswerken.

STEEL. “We krijgen nooit een betere kans dan nu om te evolueren naar die andere vorm van het goede leven. De vastgoedmarkt draait door, niemand wil nog in Londen wonen, iedereen wil naar het platteland. De pandemie heeft ons getoond wat het internet echt betekent: dat veel mensen van om het even waar in de wereld hun werk kunnen uitvoeren en een goed leven kunnen leiden. Bedrijven verwachten niet dat hun werknemers allemaal terugkomen. Ze creëren regionale hubs. Dat is eigenlijk het tuinstadmodel. Je moet er enkel nog de boeren aan toevoegen ( lacht). Het is ironisch dat corona heel wat dingen waar ik voor pleit, mogelijk heeft gemaakt: meer lokaal denken, sterke buurten in de stad en op het platteland, meer tijd hebben. Ik denk dat politici doodsbang zijn om die richting uit te gaan, omdat ze er geen visie over hebben.”

Welk advies hebt u voor de bedrijfsleiders?

STEEL. “Elk bedrijf met een visie en een uitgesproken idee over het goede leven in de eenentwintigste eeuw zal veel steun krijgen. Mensen hunkeren daarnaar. Er is een ongelofelijke kans om goed te verdienen door het juiste te doen, omdat we een gigantische transformatie nodig hebben.”

Een mooi voorbeeld van transformatie is het Beursgebouw in Brussel. De beurshandelaars trokken er jaren geleden weg door de digitalisering. Nu wordt het verbouwd tot een biermuseum en belevingscentrum van brouwers.

STEEL. “Het toont hoe een markt van een fysieke ruimte evolueert naar iets dat in de lucht hangt (ze verwijst naar de digitalisering, nvdr), en dan komt het bier terug om dat te vervangen. Als ook de boeren dan nog zouden terugkeren om er hun eigen bier te verkopen, is de cirkel helemaal rond” ( lacht).

Carolyn Steel, Wat gaan we eten? Sitopia: hoe goed eten de wereld kan redden, J.M. Meulenhoff, 496 blz, 24,99 euro

Trends selecteert grensverleggende thema’s en verhalen. Carolyn Steel verdient het label voor haar denkwerk rond een duurzamere vorm van goed leven.

Bio

· 1960: geboren in Londen, waar ze woont

· 1984: studeert af als architect aan de universiteit van Cambridge en werkt voor architectenbureaus

· 1998: studio director van het London School of Economics Cities Programme

· 2008: brengt De hongerige stad uit, dat een bestseller wordt

· 2013: gastdocent aan de Nederlandse universiteit van Wageningen

· 2021: Wat gaan we eten? Sitopia: hoe goed eten de wereld kan redden verschijnt in het Nederlands

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content