Arenberg
In het hedendaags interieur van “Arenberg”, een vroegere boerderij, dient Lieven Demeestere verzorgde gerechten op met eersteklas producten.
Lang geleden was dit een deel van Arenberg – het kasteel. De boerderij werd – op de buitenmuren na – volledig afgebroken en heropgebouwd. Vandaag heerst er een actuele sfeer met een sobere decoratie, de oude eiken balken vormen de enige sporen van het verleden. De verschillende elementen van het interieur zijn perfect in harmonie – zelfs de schilderijen van Ward Lernout werden speciaal geschilderd voor deze plaats.
Aan het roer staat Lieven Demeestere, die studeerde aan de koksschool van Koksijde, en later een studie hotelmanagement volgde aan de Anderlechtse COOVI. Hij leerde er zijn echtgenote Iris kennen met wie hij acht jaar lang de Leuvense Salons Georges beheerde. Twee jaar geleden openden ze samen het restaurant Arenberg.
We kozen een tafeltje in de eetzaal, waar het die avond rustig was. Op de achtergrond klonk het geroezemoes van een walking diner. Arenberg telt verschillende ruimtes en twee banketzalen op de eerste verdieping. In het restaurantgedeelte waar we plaats hadden genomen, stonden slechts zes tafeltjes die feestelijk, maar toch vrij eenvoudig waren gedekt.
We opteerden voor het dinermenu (1950 frank met aperitief, wijn en koffie) en kregen een glaasje champagne en verzorgde amuusjes. Lieven Demeestere werkt met verse eersteklasproducten en verzorgt de bereidingen tot in de puntjes. Het voorgerecht bestond uit potjesvlees. In het midden van een met meloenpeper bestrooid groot, glazen bord lag een snede terrine, samengesteld uit stukken gekonfijte eend, jong konijn, ganzenlever en boerengroenten in sauterne- en armagnacgelei. Het smakelijke potjesvlees was vergezeld van roze peper met bosbessenvinaigrette. Als vormslaatje was er raketsla, op smaak gebracht met notenolie en aceto-balsamico. Het glas werd gevuld met een fris-pittige domaine Haeffelin ’97, een elegante en gebalanceerde Riesling uit de Elzas. Hoofdgerecht was borst van Mechelse koekoek, opgediend in een infusie van rode wijn. Bij het blanke vlees was een taartje geserveerd van witloof en appel, feestelijk afgewerkt met deegraster, en winterse garnituur, zoals stoofpeertje en veenbessen. In het glas kwam een Château de Fresquet, AC Premières Côtes de Bordeaux ’96. Deze op eik gerijpte rode wijn, was perfect op dronk en paste uitstekend bij de bereiding. Om af te sluiten, was er crème brûlée met glazige en overbodige papajaknikkers.
Pieter Van Doveren
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier