AMERIKA PRAAT MET CHINA WAT DOET EUROPA?

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Terwijl de Europese top zich vorige week in Brussel in vage termen over thema’s boog die in 2007 op de agenda komen (uitbreiding, immigratie, energie), legde in Peking een Amerikaanse topdelegatie met de Chinese leiders een strategische agenda vast om in de loop van volgend jaar economische meningsverschillen ten gronde uit te praten. De Amerikaanse handelstekorten zijn op termijn onhoudbaar en wakkeren in het Congres protectionistische reflexen aan. Peking moet, volgens de Amerikaanse onderhandelaars, verder durven gaan dan de beperkte, eerder symbolische opwaardering van de yuan tegenover de dollar, nauwelijks 3,5 % sinds juli 2005 – terwijl minstens 15 % en zelfs 40 % nodig is om de vloedgolf van Chinese producten op de Amerikaanse markt af te remmen. China zou bovendien, sinds de toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in 2001, zijn economische hervormingsagenda met minder daadkracht afwerken.

Nu de WTO uitgerangeerd is, is de Europese Unie – nochtans het grootste slachtoffer van de koppeling van de yuan aan hoofdzakelijk de dollar – de grote afwezige in dit debat over het onevenwicht in de wereldhandel. Europese exporteurs krijgen het steeds lastiger om in China en de VS aan de bak te komen. Een vlottende yuan zou welkom zijn.

Maar de Chinees-Amerikaanse dialoog houdt ook risico’s in voor de wereldhandel. Sommigen verwijzen naar de nefaste gevolgen van een gelijkaardige strategische dialoog in 1984, toen Washington Tokio dwong de yen op te waarderen, met het ineenklappen van het Japanse mirakel als gevolg. Nobelprijswinnaar Robert Mundell verwacht dat een substantiële opwaardering van de yuan leidt tot minder buitenlandse investeringen in China, lagere economische groei, minder economische hervormingen en meer werkloosheid. Evenmin als een duurdere yen de Sony’s en de Toyota’s tegenhield, kan een sterkere yuan de Chinese export serieus afremmen, omdat die voor het overgrote deel gerealiseerd wordt door in China producerende buitenlandse bedrijven.

De Chinezen zijn hoe dan ook niet geneigd de regie uit handen te geven. Maar dat Peking resoluut zijn eigen hervormingsritme bepaalt, begint het Amerikaanse Congres op de heupen te werken. Dreigen met invoerheffingen, onder druk van de publieke opinie, zou Peking ertoe kunnen bewegen minder exportdollars in Amerikaans schuldpapier te beleggen en te kiezen voor meer euro’s in de korf van munten die sinds vorig jaar de waarde van de yuan bepalen. Een sterkere euro (boven 1,30 dollar) zou onze internationale competitiviteit aantasten, vooral de uitvoer naar landen uit de dollarzone, precies de regio’s – vooral China, India, Zuidoost-Azië – waarvan verwacht wordt dat zij in 2007 de wereldeconomie moeten trekken.

Tijdens de Europese top verschoof de ‘inhoudelijke verdieping’ van de EU naar de achtergrond. Het Duitse voorzitterschap mag nochtans de concurrentiekracht van Europa op wereldvlak niet langer negeren. EU-handelscommissaris Peter Mandelson legt Europese bedrijfskringen in de komende weken alvast de vraag voor: welke toekomst heeft industriële productie in Europa en hoe gaan we om met de onstuitbare invoer uit Azië?

Erik Bruyland

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content