De komende twee jaar zal er een tekort zijn aan chips voor werkgeheugen, waardoor de prijzen van consumentenelektronica sterk toenemen. Werkgeheugen zit in pc’s, smartphones en bijna alle elektronica met computerchips. Chipmakers verschuiven hun aandacht naar de AI-race, maar tegelijk twijfelen ze aan het succes van die nieuwe business.
Wie vandaag een nieuwe pc in elkaar wil zetten of zijn bestaande van nieuwe componenten wil voorzien, ziet al dat de prijzen van DRAM, een type werkgeheugen voor consumentenelektronica, verdrievoudigd zijn. De pc-markt ziet de eerste tekenen van een wereldwijd tekort aan werkgeheugen, wat vanaf 2026 de prijzen verhoogt van alle elektronica die een chip bevat.
De prijs van werkgeheugen heeft een significante invloed op de prijs van elektronica. Het marktonderzoekbureau TrendForce verwacht dat pc- en laptopfabrikanten tot 20 procent meer zullen aanrekenen aan consumenten. Voor smartphones zullen de prijzen met zo’n 10 procent stijgen. De stijging zal het meest voelbaar zijn bij de prijsvechters, fabrikanten die al een lage marge hanteren.
“Dit doet ons sterk denken aan de chiptekorten ten tijde van de coronapandemie, toen fabrieken wereldwijd en het transport een tijdlang hebben stilgelegen. Maar de inherente vraag was nooit groter dan de productiecapaciteit en daarom werd het tekort vrij vlot weggewerkt, zodra de fabrieken weer operationeel waren”, weet Sander Crols, doctoraatstudent in micro-elektronica aan imec en KU Leuven. “Dit geval is anders, want we spreken over een stijging in de vraag, met fabrieken die op volle toeren draaien en niet opschalen. Dit wordt een probleem voor een veel langere periode, tot minstens 2027.”
Wat is werkgeheugen?
Werkgeheugen, ook bekend als RAM (random-access memory), is het tijdelijke geheugen waarin een apparaat data bewaart die het nodig heeft om programma’s te draaien. Hoe groter en sneller het werkgeheugen, hoe vlotter een smartphone, een laptop of een datacenter taken kan uitvoeren. RAM is bijzonder snel, maar ook vluchtig: zodra het toestel wordt uitgeschakeld, gaan alle data in het werkgeheugen verloren.
Daarmee verschilt RAM fundamenteel van het flashgeheugen (zoals SSD-opslag in computers of het interne geheugen van smartphones). Flashgeheugen is niet vluchtig, bewaart gegevens langdurig en dient voor opslag van apps, foto’s, video’s en andere bestanden. Het is trager dan RAM, maar veel goedkoper per gigabyte en ontworpen voor de permanente bewaring van data.
Booming business
Om de oorzaak van het nieuwe chiptekort te begrijpen, moeten we volgens Crols twee jaar teruggaan in de tijd. De chipmakers Micron, Samsung en SK Hynix waren goed voor zo’n 90 procent van de productie aan DRAM. Ze produceerden voornamelijk DDR-geheugen. Dat zijn relatief goedkopere chips die gebruikt worden in onder andere smartphones, laptops en pc’s.
“Na de coronapandemie kochten hardwarefabrikanten in grote hoeveelheden DDR-chips om een nieuw tekort te voorkomen. Zo ontstond er een overschot, waardoor de verkoopmarges bij Micron, Samsung en SK Hynix daalden. Om het hoofd boven water te houden, besloten die drie bedrijven hun productie te verschuiven naar zogenoemd High Bandwidth Memory (HBM).” Dat is een type geheugen dat is aangepast voor gebruik in datacenters, voor applicaties die snel toegang nodig hebben tot grote hoeveelheden data. HBM wordt met dezelfde chipmachines geproduceerd.
Net rond die periode brak ook ChatGPT door, de chatbot van OpenAI. De AI-race was begonnen. Snel werd duidelijk dat er meer datacenters nodig zijn om taalmodellen te trainen. “Sterker nog, onderzoek van imec en de KU Leuven wijst uit dat de snelheid waarmee data zich verplaatsen in datacenters — de rol van RAM — uitgerekend de beperkende factor is voor de snelheid waarmee AI kan worden ontwikkeld. Werkgeheugen is dus een essentieel onderdeel.”
‘De aandacht van geheugenchipmakers is dan wel verschoven, maar ze durven ook niet op te schalen uit vrees voor een terugval in de AI-markt. Ze hebben zelf hun twijfels bij het succes van die projecten’
Sander Crols, doctoraatstudent imec en KU Leuven
Anno 2025 is de vraag naar datacenters alleen maar toegenomen, met ambitieuze doelstellingen als Project Stargate van OpenAI. Dat is een investering, geleid door SoftBank, ter waarde van 500 miljard dollar in infrastructuur voor datacenters. OpenAI alleen wil de komende acht jaar voor 1,4 biljoen dollar uitgeven.
Snel opschalen is geen optie
Als de vraag naar HBM-chips is toegenomen, kunnen grote spelers als Micron, Samsung en SK Hynix hun capaciteit dan sneller opschalen om ook aan de vraag naar DRAM te voldoen? Dat is moeilijk, volgens Sander Crols.
“Dat zal minstens twee tot drie jaar aanslepen. De aandacht van geheugenchipmakers is dan wel verschoven, maar ze durven ook niet op te schalen uit vrees voor een terugval in de AI-markt. Ze hebben zelf hun twijfels bij het succes van die projecten. Om het in perspectief te plaatsen: OpenAI wil tegen 2029 een maandelijkse capaciteit reserveren van 900.000 wafers (een basisonderdeel voor de productie van allerlei soorten van chips, niet enkel wekgeheugen, nvdr). Dat is het dubbele van de huidige wereldwijde productie. De bedrijven durven hun capaciteit niet agressief op te schalen, want ze kunnen mee het slachtoffer worden als AI-projecten zouden mislukken.”
Dat verklaart waarom Micron, Samsung en SK Hynix zo snel snijden in de productie van het minder rendabele DRAM. Micron zette onlangs nog zijn langlopende Crucial-lijn van DRAM-chips voor consumenten stop. Het leidt ook tot merkwaardige situaties bij Samsung.
“De Zuid-Koreaanse techgigant is een grote chipproducent, maar ook een belangrijke maker van technologie voor consumenten, met name smartphones. Samsungs smartphonedivisie heeft momenteel moeite om aan DRAM te geraken, omdat de chipdivisie van het bedrijf dat type werkgeheugen als een verliespost beschouwt.”
Verdere besmetting
Het is daarnaast moeilijk voor andere spelers in de chipindustrie om de leemte in de markt te vullen, omdat de prijzen van de benodigde chipmachines dermate hoog zijn. De toevoer van de machines staat ook onder druk vanwege de hoge vraag naar allerhande halfgeleiders in datacenters.
Naast stijgende prijzen voor elektronica zet het tekort een rem op innovatie. Vooral start-ups en scale-ups zullen de dupe zijn, volgens Crols. “Werkgeheugen heb je in zowat alle elektronica nodig, maar de grote spelers zullen er het snelst aan geraken en aan de beste tarieven, omdat ze in massa aankopen. Voor start-ups zal het veel moeilijker worden.”
Wat Crols bovendien zorgen baart, is dat tekorten ook bij andere soorten halfgeleiders beginnen voor te komen, waaronder bij flashgeheugen. Dat is het geheugen voor de langdurige opslag van data, zoals apps, foto’s of andere bestanden. Dat kan de prijzen voor elektronica nog verder doen stijgen.
Hoelang de tekorten en de bijbehorende prijsverhogingen zullen aanslepen, is dus afhankelijk van het verdere succes van ChatGPT, Google Gemini, Copilot en aanverwanten. Als de extra investeringen in datacenters blijven toenemen, zal de prijs van elektronica nog langer onder druk blijven staan. Het is het jongste voorbeeld van artificiële intelligentie die de economie en de markten in zijn greep neemt.