Agent provocateur in het publieke debat
Eric Zemmour, een journalist verbonden aan de Franse kwaliteitskrant Le Figaro, is een hype bij onze zuiderburen. Met zijn provocatieve standpunten is hij een graag geziene gast op radio en tv. Zemmour heeft al enkele boeken op zijn actief. Een aantal genoot een redelijk succes, maar ze verzinken in het niets bij de verkoopcijfers van zijn recentste boek, Le Suicide français. Er worden zo’n 15.000 exemplaren per dag van verkocht.
De titel maakt een mens niet vrolijk, net zomin als de inhoud. De rode draad in het boek is hoe de afgelopen vier decennia, sinds het einde van het gaullistische Frankrijk, zowat alles achteruitgaat in het land. De Franse soevereiniteit is ondergraven, de VS kregen een te grote culturele invloed op de Franse samenleving, traditionele waarden zijn uitgehold.
Toch is het boek niet louter een ergerlijke klaagzang. Eric Zemmour, een product van joodse pieds noirs uit Algerije, is een erudiet man. Daar zijn vriend en vijand het over eens. Het spectrum dat zijn boek beslaat, is dan ook breed. Politiek, literatuur, economie, maar ook de populaire cultuur krijgt aandacht. Zo brengt de auteur liedjes en films die eigen zijn aan een bepaalde periode, in verband met de maatschappelijke context waarin ze gestalte kregen. Hij raakt ook vergeten punten aan. Bijvoorbeeld de beslissing van het begin van de jaren zeventig om op een grootschaliger manier te gaan lenen op de internationale kapitaalmarkten. Een trendbreuk voor een land met een lange cultuur van financiering met het spaargeld van de eigen bevolking. Dit is geen werk voor wie houdt van beknopte lectuur. Het is op-en-top Frans, té Frans voor sommigen. Wat voor de ene een erg gesmaakt stilistisch genot is, vindt de andere langdradig. Kenmerkend voor Zemmour is de prikkelende manier waarop hij onderwerpen aanbrengt.
En dan is er de Zemmour als agent provocateur. 540 pagina’s telt zijn boek, waarvan er zeven erg veel commentaar oogsten. De auteur heeft het daarin over het Frankrijk van het Vichyregime, nog altijd een nationaal trauma. Ondanks alles, zegt Zemmour, slaagde dat regime erin heel wat joden van de dood te redden. De collaboratie was een donkere bladzijde uit de Franse geschiedenis, benadrukt hij, maar verhoudingsgewijs overleefden in Frankrijk beduidend meer joden de Tweede Wereldoorlog dan in Nederland. Die passage heeft een hevig debat veroorzaakt. Voor alle duidelijkheid: Zemmour ontpopt zich niet tot een antisemiet. De bitse reacties zijn kenschetsend voor een Franse natie die niet in het reine is met haar verleden.
Tegenstanders hebben altijd getracht Zemmour te marginaliseren als een reactionair die voor eigen parochie preekt. De verkoopcijfers van zijn Suicide français maken brandhout van die stelling. Hij speelt geslepen in op de tijdgeestin Frankrijk, waar een haast emotionele nostalgie naar het verleden heerst, en een even sterk onbehagen bij de realiteit van het hier en nu. Het zijn sentimenten die menig Fransman diep raakt, de auteur inbegrepen. “Ik haat deze periode, dat is mijn volste recht”, verklaarde hij ooit.
Eric Zemmour, Le Suicide français, Albin Michel, 2014, 540 blz., 25 euro
MICHAËL VANDAMME
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier