Advocatenkantoor DLA Piper biedt externe procesfinanciering aan

PETER CALLENS "De klant moet meester over zijn dossier blijven."
Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Het advocatenkantoor DLA Piper start met een fonds dat rechtsgeschillen van zijn cliënten sponsort. Dat krijgt dan een deel van de eventuele opbrengst. Ook niet-advocatenkantoren bieden in België sinds kort externe procesfinanciering aan. De coronacrisis kan hen vleugels geven.

Het Brits-Amerikaanse advocatenkantoor DLA Piper start met Aldersgate Funding Limited. Dat fonds investeert in juridische procedures die het kantoor voert voor zijn cliënten. Die moeten dan niet zelf financieel opdraaien voor het advies dat DLA Piper geeft. Als het dossier met succes wordt afgesloten, ontvangt Aldersgate een deel van de opbrengst van de procedure.

Peter Callens, advocaat bij Loyens & Loeff en sinds deze zomer voorzitter van de Orde van Vlaamse Balies, staat vrij positief tegenover het initiatief. “Er zijn geen principiële bezwaren tegen de financiering van processen door derden of third party funding (TPF). Het kan nuttig zijn voor partijen die over onvoldoende middelen beschikken om een dossier op te starten, maar toch een grote slaagkans hebben. TPF is niet ingeburgerd in België. De erelonen van de advocaten zijn er aan de lage kant en er zijn weinig processen over hoge bedragen die een financier kunnen overtuigen om mee het risico te dragen.”

Delen in de opbrengst

Aldersgate is een samenwerkingsverband tussen DLA Piper en de Australische beursgenoteerde groep Litigation Capital Management (LCM), die al twintig jaar actief is in TPF. Het fonds heeft 160 miljoen euro veil voor de procedures die de cliënten van DLA Piper willen voeren. Als de zaak gewonnen of geschikt wordt, krijgt Aldersgate tot 10 procent van de vergoeding die de tegenpartij betaalt. Dat aandeel daalt als de zaak snel beklonken is of het betwiste bedrag relatief groot is. DLA Piper mag voor een gewonnen procedure 130 procent van het normale ereloon vragen aan Aldersgate. Bij een verlies is dat 70 procent.

Aldersgate heeft specialisten die de kansen van een dossier inschatten. Het beslist onafhankelijk over een investering in een procedure. “Ons kantoor geeft geen zaken door waarvan we denken dat de kans op winnen klein is”, stelt Jamie Curle. De vennoot van DLA Piper in Londen hielp Aldersgate uit te bouwen. “Er is interesse van twee soorten bedrijven. De eerste willen hun balans vrijhouden van juridische geschillen die jaren kunnen aanslepen. Bij verlies zouden ze moeten opdraaien voor de gerechtskosten en de erelonen van de tegenpartij, zoals in Engeland de gewoonte is. De tweede kunnen ons niet betalen, maar hebben wel een uitstekende zaak. Wij helpen dat probleem van de baan.”

Juridisch glad ijs

DLA Piper is in België het eerste advocatenkantoor dat TPF aanbiedt. Daarmee begeeft het zich juridisch op glad ijs. Een no cure, no pay-formule is in ons land verboden. “Daarover kunnen afspraken worden gemaakt met de balie”, voorspelt Callens. “Er zijn mogelijk ook problemen met het beroepsgeheim, omdat een derde partij zich mee over de zaak buigt. Eventueel kan de cliënt toelaten dat een andere partij beperkt informatie krijgt over het dossier.”

Voorts moet de onafhankelijkheid van de advocaat gevrijwaard blijven. “De klant moet meester over zijn dossier blijven”, aldus Callens. “De advocaat is enkel aan hem uitleg verschuldigd. Ook daarover moet duidelijkheid zijn.” “Uiteraard zullen we het beroepsgeheim respecteren”, antwoordt Curle. “We zullen advocaten laten oordelen over de aanvang van het dossier. Zij zijn per definitie gehouden aan de discretieplicht.”

Advocaat Geert Lenssens, bekend van massaschadeclaims, heeft naar eigen zeggen al klanten die hem betalen via een externe financier. “TPF is bij de meeste bedrijven nog onbekend”, stelt hij vast. “In Nederland is geschillenfinanciering al een normale praktijk. Het is een kwestie van tijd voor die techniek bij ons doorbreekt.”

Sinds 2019 in België

Externe procedurefinanciers die niet gelinkt zijn aan een advocatenkantoor, lopen niet het risico dat hun activiteit door de balie in het gedrang komt. Dat geldt bijvoorbeeld voor Liesker, een Nederlandse TPF-dienstverlener die sinds augustus 2019 in ons land actief is. “Het aantal claims tussen bedrijven is sinds maart gevoelig gestegen. De coronacrisis leidt tot meer geschillen”, getuigt Kees Kuilwijk, die Liesker België leidt. “Maar de middelen om de beslechting te financieren drogen op. Die combinatie speelt in het voordeel van externe financiers. We komen ook tussen in lopende zaken. Bedrijven willen middelen vrijmaken om zich te beschermen tegen mogelijk onheil door de crisis. Een duur proces genereert misschien inkomsten op lange termijn, maar ze hebben nu middelen nodig.”

Naargelang de stand van het dossier past Liesker zijn fee aan. In één op de tien dossiers werpt het bedrijf “een financiële reddingsboei” uit, zegt Kuilwijk. Dat doet het sinds februari met Litifund III, een fonds dat actief is in België en Nederland en ook een beroep doet op particuliere investeerders.

Ook Deminor, het advieskantoor dat optreedt in aandeelhoudersgeschillen en schadeclaims, stapte vorig jaar in TPF. “We zien het aantal dossiers stijgen. Momenteel financieren we de processen met eigen kapitaal, maar ik sluit niet uit dat ook wij een beroep doen op extern kapitaal”, zegt gedelegeerd bestuurder Erik Bomans.

“Curatoren kunnen met die techniek werken als ze een waardevolle claim hebben, maar te weinig actief om er iets mee aan te vangen”, redeneert Callens. “De externe financiering van een procedure is uiteindelijk gunstig voor de rechtsstaat, omdat de uitoefening van rechten niet afhankelijk wordt van de financiële draagkracht. Een moderne advocatuur heeft de plicht daarop in te spelen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content