Adieu aannemersregistratie
De fiscale en parafiscale regeling inzake aannemersregistratie behoort weldra tot het verleden. Daarmee wordt een punt gezet achter een bewogen stuk fiscale geschiedenis.
In een poging om de praktijken van koppelbazen een halt toe te roepen, werd vele jaren geleden de aannemersregistratie uitgevonden. Aannemers die zich wilden laten registreren, moesten aan een groot aantal voorwaarden voldoen. Die kwamen er, kort gezegd, op neer dat zij in orde moesten zijn met hun fiscale en parafiscale verplichtingen.
Aannemers werden niet verplicht om zich te laten registreren. Maar aan het werken met niet-geregistreerde aannemers werden zware gevolgen verbonden. De bouwheer moest dan een gedeelte van de prijs inhouden, en rechtstreeks doorstorten aan de fiscus en de RSZ. Deed hij dat niet, dan kon hij hoof-delijk aansprakelijk gesteld worden voor het betalen van de fiscale en sociale schulden van zijn aannemer. Het gevolg was, dat het werken met een niet-geregistreerde aannemer heel onaantrekkelijk werd.
Er waren wel enkele uitzonderingen. De sancties golden in sommige gevallen niet in de privéwoningbouw. Maar dit wil niet zeggen dat niet-geregistreerde aannemers daar gemakkelijk aan de bak kwamen. Veel fiscale voordelen werden ondergeschikt gemaakt aan het werken met een geregistreerde aannemer. Zo werd de verlaging van het btw-tarief naar 6 procent voor renovatiewerken uitdrukkelijk gekoppeld aan de voorwaarde dat men een beroep moest doen op een geregistreerde aannemer. Het gevolg was dat niet-geregistreerde aannemers verbannen werden naar de zeldzame sectoren waar het werken met een wel of niet-geregistreerde aannemer geen belang had. Of naar de illegaliteit.
Historici moeten uitmaken of de aannemersregistratie veel heeft uitgehaald. De aanhoudende berichten over blijvende misbruiken in de bouwsector doen vermoeden dat veel van dit soort reglementeringen een pleister op een houten been zijn.
Maar misschien dat het zonder die reglementeringen nog veel erger zou zijn geweest. Wat er ook van zij, geen reglementering is tegenwoordig nog immuun voor Europese kritiek. Zo ook de Belgische aannemersregistratie. Het probleem is dat zo’n registratie het voor buitenlandse aannemers veel moeilijker maakt om op de Belgische markt actief te zijn. De eurocraten in Brussel zagen dat met lede ogen aan. Het lot van de Belgische aannemersregistratie was daarmee bezegeld. Vooral omdat ook het Europese Hof van Justitie vond, dat de Belgische regeling niet door de beugel kon.
Dat heeft jaren geleden al geleid tot een eerste wetsaanpassing. De verplichting om een deel van de prijs in te houden, en de hoofdelijke aansprakelijkheid zijn sindsdien losgekoppeld van de vraag of de aannemer geregistreerd is.
Let wel, deze verplichtingen zijn niet afgeschaft. Maar ze zijn sindsdien nog enkel verbonden aan de vraag of de betreffende aannemer wel of niet fiscale en/of sociale schulden heeft. De regeling is daardoor niet echt eenvoudiger geworden. Daar waar een bouwheer vroeger kon volstaan met het verifiëren of zijn aannemer al dan niet geregistreerd was, moet hij nu continu nagaan of zijn aannemer wel of geen fiscale of sociale schulden heeft.
Aan het werken met een niet-geregistreerde aannemer waren weliswaar niet langer sancties verbonden in de vorm van hoof-delijke aansprakelijkheid of inhoudingsverplichtingen. Maar er bleven nog negatieve gevolgen bestaan. Bepaalde voordelen waren nog altijd verbonden aan het werken met een gere-gistreerde aannemer. Zo moest bijvoorbeeld bij renovatiewerken aan minstens vijf jaar oude woningen nog altijd een beroep gedaan worden op een geregistreerde aannemer. Zo niet kon men het verlaagde btw-tarief van 6 procent niet genieten.
Die negatieve gevolgen zijn inmiddels grotendeels weggewerkt. Ten aanzien van renovatiewerken gebeurde dit al een goed jaar geleden.
Binnenkort verdwijnen bovendien alle sporen van de aannemersregistratie. In een wetsontwerp dat nog deze zomer aan het parlement ter goedkeuring wordt voorgelegd, wordt de aannemersregistratie kort en goed opgedoekt.
De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog.
JAN VAN DYCK
Of de aannemersregistratie veel heeft uitgehaald, is voer voor historici.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier