Adelaar met kleine vleugels
Thuis zit hij geblokkeerd, dus moet de Amerikaanse president Barack Obama wel scoren op het internationale veld.
Door de winst van de Republikeinen in de tussentijdse verkiezingen krijgen de Democraten het in 2011 moeilijker om nog wetgeving door het Congres te sluizen. Dat betekent dat Obama zich tot de wijde wereld moet richten als hij zijn stempel wil drukken. Maar het vermogen van Amerika om in de wereld zijn zin te krijgen, taant. En hoe verheven de doelstellingen van Obama ook zijn – streven naar een niet-nucleaire wereld, een nieuwe wereldarchitectuur opbouwen – hij heeft het al moeilijk genoeg om een ramp te vermijden in de vertrouwde slangenkuilen van Afghanistan en het Midden-Oosten.
In het geval van Afghanistan komt het in de zomer van 2011 zo goed als zeker tot een aanvaring tussen Obama en de Republikeinen en misschien ook tussen de president en zijn generaals. Tot nu toe heeft hij ingezet op de ‘juiste’ oorlog, in tegenstelling tot de ‘verkeerde’ oorlog die George Bush in Irak ontketende. In 2009 zond hij meer troepen naar Afghanistan samen met een nieuwe generaal, die gewapend was met een ambitieuze nieuwe antioproerstrategie. Maar hij zei ook dat de Verenigde Staten in juli 2010 minstens moesten beginnen met de terugtrekking van hun troepen.
De president hoopt dat de nieuwe generaal, het nieuwe plan en de verse troepen voldoende succes hebben om hem in staat te stellen de campagne voor de presidentsverkiezingen van 2012 aan te vatten terwijl de oorlog eindigt. Maar wat als de oorlog blijft voorploeteren? Tegen juli 2011 begint de vooraf geplande vermindering van de troepenmacht eruit te zien als een erkenning van falen.
Daarom zal Obama zich indekken door een deel van de troepen in Afghanistan te houden, maar tegelijk de Amerikaanse doelstellingen terug te schroeven. Een van de mogelijkheden is dat hij een idee overneemt dat naar voren geschoven werd door vicepresident Joe Biden: de ongeremde antioproeroperaties opgeven en hopen dat de gevechtskracht van de luchtmacht en de speciale eenheden kunnen verhinderen dat al-Qaeda weer vaste voet krijgt in Afghanistan.
In 2010 stuurde Obama generaal McChrystal de laan uit en verving hem door David Petraeus, de generaal die in Irak nog net een halve overwinning in de brand kon redden. Die generaal wil zeker geen halve nederlaag lijden in Afghanistan en bovendien onderhoudt hij ook een goede relatie met de Republikeinen. Als Obama zich in de zomer van 2011 begint terug te trekken uit Afghanistan terwijl het werk nog niet af is, dreigt hij te moeten optornen tegen een gebundelde campagne van de Republikeinen en zijn eigen bevelhebbers om hem af te schilderen als een man die niet genoeg ruggengraat heeft om het terrorisme te bestrijden.
Een andere deadline van Obama valt ook in 2011. Nadat hij in september de Israëli’s en de Palestijnen had kunnen overtuigen om de vredesgesprekken te hervatten, gaf hij ook aan dat ze best binnen het jaar tot een overeenkomst komen. Daarmee bond hij zichzelf een blok aan het been. Als hij mislukt, krijgt een van zijn grotere buitenlandse projecten – het herstel van de relaties van Amerika met de islamitische wereld – een flinke knauw. Maar het project valt helemaal in duigen als Amerika verwikkeld raakt in een militaire confrontatie met Iran over de nucleaire ambities van dat land.
Als de inzet radioactief is
De Israëli’s luiden al jaren de alarmbel over Irans nucleaire plannen en er gebeurde niets. Dat betekent niet dat de oorlogsdreiging zomaar genegeerd kan worden. Obama heeft gezegd dat hij zijn uiterste best doet om te verhinderen dat Iran in het bezit komt van atoomwapens. Sinds hij aan het bewind kwam, voerde hij een groot deel van zijn buitenlandse beleid met precies dat in het achterhoofd. Hij resette de betrekkingen met Rusland, deels om nieuwe sancties tegen Iran doorgedrukt te krijgen in de VN-Veiligheidsraad. Hij heeft ook zelf toegegeven dat het een van de bedoelingen was van de nucleaire veiligheidstop die hij in 2010 organiseerde in Washington om de Verenigde Staten de nodige morele superioriteit te bezorgen over nucleaire proliferatie en steun te verzamelen tegen Iran.
Tot nog toe hebben de strengere sancties en de sabotageacties die de VS en Israël naar verluidt ondernemen, Iran ervan weerhouden om uranium te verrijken. Hoe langer zijn centrifuge blijft draaien, hoe groter het gevaar voor een Israëlische aanval waarin de Amerikanen wel eens meegesleurd kunnen worden. Hoe dan ook, recente signalen geven aan dat Iran in 2011 nog altijd een bijkomend jaar nodig heeft om voldoende splijtstof bij elkaar te krijgen. Bovendien hebben de Amerikanen er bij de Israëli’s sterk op aangedrongen de sancties toch een kans te geven. Overigens, als er een aanval op Iran komt, heeft Obama liever dat het grootste deel van de Amerikaanse troepen in Irak en Afghanistan in veiligheid is. Dat alles neemt niet weg dat in dit spelletje nucleaire blufpoker alles mogelijk is.
Nadat hij een catastrofe vermeden heeft in Afghanistan en Iran, blijft er voor Obama nog maar weinig tijd over voor de rest van zijn buitenlandse agenda. Obama is erop uit om de betrekkingen te herstellen die door Bush verwaarloosd werden. Daarbij zal de aandacht in het bijzonder uitgaan naar opkomende grootmachten zoals Turkije en Brazilië, landen die tekenen vertonen dat ze uit de Amerikaanse invloedssfeer glijden, en aan bondgenoten in Azië, die erover klagen dat Obama tijdens het eerste anderhalf jaar van zijn ambtstermijn overdreven veel achting heeft opgebracht voor China.
Het kan zijn dat we in 2011 een taaiere Obama zien. Maar het kan de wereld niet ontgaan dat de macht van deze president ongemeen ingeperkt is, zowel in binnen- als in buitenland.
De auteur is bureauchef Washington voor The Economist.
PETER DAVID, ILLUSTRATIE DAAN ROSSEELS
In dit spelletje nucleaire blufpoker is alles mogelijk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier