Achtervolgen
Januari hebben we gehad. Een feestmaand is het niet echt geweest. Na de recepties en de daarbij horende euforie van de eerste week, werden beleggers sneller dan verwacht ontnuchterd. De Stoxx50 liet tijdens de eerste 20 handelsdagen van 2010 immers een verlies van 6,3 % optekenen. Sinds het hoogste niveau aan het einde van de eerste handelsweek ging er zelfs 8,7 % af.
Met de rode cijfers van januari zijn we meteen al op achtervolgen aangewezen. Hadden we het begin dit jaar immers niet over twintig – tien: 20 % hogere aandelenkoersen eind dit jaar voor de optimisten en 10 % voor zij die het iets voorzichtiger aanpakken?
Is achtervolgen een slechte zaak? Niet als je over voldoende uithoudingsvermogen beschikt. Iedere sporter weet dat. Te snel starten is nefast voor het vervolg van de wedstrijd. Als je bovendien te lang blijft volharden in een te hoog tempo, bestaat de kans dat je met een bar slechte tijd over de eindstreep komt of misschien zelfs de wedstrijd helemaal niet uitloopt.
En we waren snel gestart. Te snel, dat is duidelijk, maar de markten hebben dat ook snel ingezien en even bruusk als ze van start zijn gegaan, zijn ze op de rem gaan staan. Het is dan ook geen slechte zaak om even terug te plooien. De correctie van de voorbije weken is een normale gang van zaken en komt gemiddeld één keer om de negen maanden voor. Een verlies van 6,3 %? Het zou zelfs nog iets meer mogen worden om van een deugddoende correctie te kunnen spreken.
Is er reden voor paniek? Ja, als er geen tweede adem gevonden wordt, maar daar twijfelen we vandaag niet aan. Het plaatje ziet er niet fundamenteel slechter uit. De verkoopdruk van de tweede helft van januari had eerder met politieke factoren te maken dan met economische of beurstechnische. Twijfel over de herbenoeming van het opperhoofd van de Amerikaanse centrale bankiers, Ben Bernanke, en het spierballenvertoon van president Obama over de hervorming van de financiële sector speelden een grote rol. Maar hoe belangrijk die thema’s ook zijn, ze hebben beleggers die wat door hoogtevrees bevangen waren een excuus gegeven om wat winst te nemen. En daar is natuurlijk niets mis mee. Maar ze moeten meteen ook van de gelegenheid gebruikmaken om tegen de lagere niveaus opnieuw in te stappen.
Tegenover de leden van de VFB verwoordde KBC-marktstrateeg Luk Van Heden het treffend: “2010 wordt een moeilijk beleggingsjaar, maar een goed jaar omdat er ergens anders niet veel te rapen valt.” De rente is laag en niets wijst erop dat daar op korte termijn verandering in zal komen. De Amerikaanse centrale bankiers, één uitzondering niet te na gesproken, lieten er na hun recente monetaire vergadering geen twijfel over bestaan. Het klimaat is er ook niet naar. De werkloosheid blijft op een pijnlijk hoog niveau. Geen enkele beleidsmaker, ook in Europa niet, wil het risico lopen om met een te vroege renteverhoging het prille economische herstel de nek om te draaien. Uit historische data blijkt trouwens dat de Fed pas het rentewapen uit de kast haalt als de werkgelegenheid een structureel herstel laat zien.
Een lage rente moet beleggers die op zoek zijn naar rendement dus naar andere activa sturen. There Is No Alternative. Ook wij hebben het hier herhaaldelijk gesteld. Maar ook al laat TINA het anders vermoeden, toch is de keuze voor de aandelenmarkten geen negatieve keuze. Het snelle herstel van vorig jaar geeft misschien een andere indruk, maar toch zijn de aandelenmarkten nog niet te duur. De winstontwikkeling bij de bedrijven zit nog niet voldoende in de koersen verrekend. En winstherstel komt er zeker. In 2009 hebben de bedrijven de tering al naar de nering gezet. Nu de economie aantrekt, kan ook de topline verbeteren. De lagere kostenstructuur, de opwaartse druk op de prijzen en de neerwaartse druk op de lonen door de hoge werkloosheid zijn daarvoor alvast een aantrekkelijke cocktail. Voor 2010 wordt voor de belangrijkste Amerikaanse bedrijven op een groei gerekend van gemiddeld bijna 29 %. In Europa zijn we met 26 % iets bescheidener. Alles samen lijkt het er dus op dat er nog meer dan voldoende jus in de benen zit om de achtervolging in te zetten. Het komt er alleen op aan om goed te doseren en niet te snel te panikeren.
DE AUTEUR IS HOOFDREDACTEUR.
Steven Vandenbroeke
Als je te lang blijft volharden in een te hoog tempo, bestaat de kans dat je met een bar slechte tijd over de eindstreep komt of misschien zelfs de wedstrijd helemaal niet uitloopt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier