5 jaar na de top is de bubbel in de VS er nog steeds
De auteur is hoofdeconoom van Petercam Vermogensbeheer.
Reacties: visienoels@trends.be
een, champagne zal er niet vloeien over enkele weken. Het was nochtans mooi geweest: het goddelijke bubbeldrankje bij de vijfde verjaardag van de top van de technologiebubbel. Maar dat is nu eenmaal één van die verjaardagen die je liever niet viert. Herdenken staat iets beter.
De Amerikaanse technologiebeurs Nasdaq bereikte op 10 maart 2000 het historische record van 5132 punten (vandaag haalt ze ongeveer 2000). Op 10 maart 2000 immers werd de fusie tussen America Online (een internetaanbieder) en Time Warner (een mediabedrijf) aangekondigd. Beleggers zagen daarin het ultieme bewijs dat het huwelijk tussen technologie, telecommunicatie en media nog maar een aanvang had genomen. In werkelijkheid was het het begin van het einde…
TMT: het Europese technologiesurrogaat. Angelsaksische beleggers durven wel eens geringschattend neerkijken op Continentaal Europa. In 1999 was dat niet anders. In hun wanhopige zoektocht vonden ze maar 5 % echte technologieaandelen op de Europese beurzen (zie grafiek 2), veel te weinig vergeleken met de VS. Eerst stilden ze hun honger nog met media-aandelen, maar al snel aanvaardden ze ook telecombedrijven als surrogaat voor technologie. Technologie-Media-Telecom – TMT, zoals de combinatie kortweg werd genoemd – bleek trouwens een perfect surrogaat, want ze dichtte de beurskloof met de Amerikaanse technologieaandelen volledig! De gekte dreef telecombedrijven zoals France Télécom en Deutsche Telekom naar koerswinstverhoudingen van meer dan 100! De putjesgravers van de telecomgiganten werden op die manier de evenknie van de ingenieurs in Silicon Valley. De technologiegekte was in Europa misschien zelfs nog sterker dan in de VS. Herinner u de nieuwe beurzen die als paddestoelen uit de grond schoten: Easdaq, Neuer Markt, Nouveau Marché… Als we de koersen in Europa even omrekenen naar Nasdaq-termen, bereikten de TMT-aandelen in Europa een niveau van 6500 – of een kwart hoger dan de Amerikaanse technologiebeurs (zie grafiek 1).
Greenspan ontkent het vaderschap. Alan Greenspan heeft altijd beweerd dat je een bubbel maar kan herkennen na de feiten, met andere woorden: op het ogenblik dat hij aan het leeglopen is. Met hetzelfde denkschema herkent de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank Fed een aanstormende trein alleen maar als hij eronder ligt. Nonsens natuurlijk. Economen beschikken over genoeg middelen om overdrijvingen te ontdekken, en een centrale bank zou zich steeds eerder moeten vergissen aan de voorzichtige kant van de equatie. In 2000 hield Greenspan 24 officiële voordrachten, waarvan maar liefst de helft een lofrede bevatte op de nieuwe economie. Voorwaar een boodschap die tot voorzichtigheid aanzet! Dat hij waarschuwde voor dotcomaandelen is bijna pathetisch. De bulk van de verliezen waren niet in de pure internetbedrijven, zoals Snowball.com (die inderdaad ook meestal volledig smolten). De toenmalige topvijfaandelen van Nasdaq – Microsoft en de vier internetmusketiers Cisco, Oracle, Sun en Intel – verloren 1500 miljard dollar aan kapitaal. Dat is bijna drie keer de marktkapitalisatie van de huidige topvijf op Nasdaq (zie tabel).
In Europa is de schoonmaak verder gevorderd. Het uiteenspatten van de Europese TMT-zeepbel was op zijn minst even spectaculair. De TMT-bedrijven in Europa verloren nog meer van hun waarde dan hun Amerikaanse collega’s. En opmerkelijk, de overheid kwam nergens tussen. Zelfs de centrale bank nam een veel afwachtender houding aan dan haar Amerikaanse evenknie. Vroegere staatsoperatoren zoals France Télécom en Deutsche Telekom kwamen onder immense druk. De telecombedrijven kapseisden bijna onder het gewicht van hun schulden. Vandaag hebben ze die echter met 40 % verminderd, terwijl hun cashflows met 30 % zijn toegenomen. Onder de marktdruk zijn immers ook concurrenten bezweken, waardoor er een oligopolie is ontstaan – en dat is altijd leuk voor de marges. De ratio schuld/cashflow is door het dubbele effect verbeterd van 3,5 tot 1,5! De zogenaamde telco’s in Europa kunnen vandaag mooie dividenden betalen. De TMT-zeepbel is grotendeels een nare herinnering geworden. De korte pijn: de marktkrachten hebben meer vrij spel gehad in Europa dan in de VS!
Beleggers in een roes. In de VS is de zeepbel nog steeds niet verdwenen. Dat is vooral te wijten aan de extreem lakse geldpolitiek van de Amerikaanse centrale bank. De aandelen die nu de sterrenhemel worden ingeschoten, dragen de naam Ebay, Google en – nog steeds – Yahoo. Ze noteren 60 tot 200 keer hun winsten (en betalen uiteraard geen dividend uit). Een snelle vergelijking tussen het Europese zeepbelsurrogaat bij uitstek – telecom – en de Nasdaq is opmerkelijk (zie tabel). De Europese waarderingen zijn meer dan de helft goedkoper! Telecombedrijven geven vandaag gemiddeld een dividend van bijna 4 %, tegen nul en een beetje procent (grotendeels dankzij Microsoft…) op Nasdaq.
Vijf jaar na het uiteenbarsten van de technologiezeepbel zijn de wonden in Europa geheeld. Dankzij een snelle schoonmaak kwamen zelfs de banken niet in gevaar door de gigantische telecomschulden. In de VS daarentegen is de bubbel wel verkleind, maar nostalgie en de politiek van de Amerikaanse centrale bank houden de beleggers in een kunstmatige roes…
Geert Noels
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier