4000 nieuwe jobs ?
West-Vlaanderen telt het minste aantal werklozen van heel België. De provincie kan zelfs nog 4000 extra banen creëren, op voorwaarde dat de bedrijven mogen uitbreiden.
Een Mars voor Werk enerzijds, een smeekbede van honderden West-Vlaamse ondernemers naar uitbreidingsmogelijkheden anderzijds. “Hier klopt toch iets niet,” zegt Norbert Vanhove, topman van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij West-Vlaanderen. “Onze bedrijfsleiders willen duizenden banen scheppen, ze vragen een grotere actieradius. Maar er komt geen reactie.”
Geen enkele provincie heeft zoveel ondernemerscultuur en werkkracht als West-Vlaanderen, de regio ligt op een ideaal kruispunt van wegen, én het woonklimaat is er eveneens prima. Tot daar geen vuiltje aan de lucht. Toch ziet Norbert Vanhove drie bedreigingen : het gemis aan innovatieve actie (“West-Vlamingen teren te graag op de traditionele sectoren”), het West-Vlaamse waterprobleem (“geen enkele provincie betaalt zo’n hoge waterfactuur als West-Vlaanderen ; oorzaak daarvan is het gemis aan voldoende eigen grondwater van kwaliteit”), en vooral : het gebrek aan ondernemersruimte.
Bedrijven vragen al jaren ruimte om te ondernemen
Het tekort aan industriegrond is een oud zeer in West-Vlaanderen. Vanhove : “Ik krijg nagenoeg wekelijks bedrijfsleiders over de vloer en hoor steeds hetzelfde. Geef ons a.u.b. ruimte om te ondernemen. Ze vragen ofwel bijkomende industrieterreinen, ofwel uitbreidingsmogelijkheden dicht bij hun bestaande vestigingen. Mét respect voor het milieu zou West-Vlaanderen meteen 4000 nieuwe jobs kunnen creëren, op voorwaarde dat er een oplossing komt voor de zonevreemde bedrijven ( nvdr ondernemingen die gelegen zijn in een woongebied.”
Al in 1990 klaagde Norbert Vanhove namens zijn organisatie bij de toenmalige minister voor Ruimtelijke Ordening Louis Waltniel (VLD) over het gebrek aan industriegrond. Al zeven jaar lang wordt op dezelfde nagel geklopt, tevergeefs. Vorig jaar stuurde Vanhove, moegetergd, een communiqué de wereld in waarin hij de Vlaamse regering zonder meer van “crimineel gedrag” beschuldigde. “Het heeft weinig zin om schuldigen te zoeken,” aldus Vanhove. “Ik hoop alleen dat de partijen rond de tafel eindelijk hun verantwoordelijkheid nemen. Ik reken sterk op de vakbonden om de druk op de ketel te houden. Temeer daar de Gom een heel concrete oplossing heeft uitgewerkt.”
Volgens Norbert Vanhove heeft West-Vlaanderen de komende vijftien jaar zowat 600 bijkomende hectare industriegrond nodig. “Dat lijkt veel, maar eigenlijk is het peanuts. In het landschap zal je dat niet eens merken.”
Daarnaast moeten volgens Van Hove de zonevreemde bedrijven ook in situ kunnen uitbreiden. In een omzendbrief van 25 februari 1997 formuleerde Vlaams minister voor Ruimtelijke Ordening Eddy Baldewijns (SP) weliswaar een voorstel dat tegemoet moest komen aan de vraag van de zonevreemde bedrijven middels een aangepast Bijzonder Plan van Aanleg (BPA). Maar volgens de Gom biedt dit initiatief geen oplossing voor de bestaande rechtsonzekerheid. Daarop werkte Vanhove, samen met de West-Vlaamse parlementsleden, een naar eigen zeggen efficiënt tegenvoorstel uit. Vanhove wil dat zonevreemde bedrijfsuitbreidingen van meer dan 5 hectare alsnog via een BPA blijven lopen, maar dat een versnelde procedure (5 maanden) wordt toegepast op het Vlaamse niveau (zie kader : De oplossing bij de hand ?). “Ik hoop dat het plan slaagt,” zegt Vanhove. “De stilstand die we vandaag kennen, heb ik immers de voorbije kwarteeuw nog niet meegemaakt. Bovendien is ruimte om te werken een goedkoop tewerkstellingsplan.”
Ook de Westhoek weet nu wat ondernemen is
In het kantoor van Norbert Vanhove liggen er ontelbare verwijzingen naar “zijn” West-Vlaanderen. Daarbij onder meer Vanhoves boek ” West-Vlaanderen 2000“. Als de auteur, die zichzelf in Brussel al eens voorstelt als de vertegenwoordiger van de nv West-Vlaanderen, vandaag het landschap overschouwt, is hij optimistisch over de provincie. Hij heeft in de jaren vijftig de tijd gekend dat er in de hele Westhoek welgeteld één bedrijf recht stond : Picanol. De eerste plannen voor de ontwikkeling en de ontsluiting van de Westhoek dateren van de jaren zestig en hebben in de jaren negentig hun vruchten afgeworpen : ook de veel geplaagde Westhoek weet nu wat ondernemen is. Algemeen beschouwd blijft de werkloosheid in West-Vlaanderen laag. Norbert Vanhove : “In bepaalde streken, zoals het zuiden van West-Vlaanderen, bestaat er zelfs geen werkloosheid bij de actieve mannelijke bevolking. Bij de vrouwen ligt het altijd iets moeilijker, al moet je ook wel eens de bedenking durven maken : misschien willen sommige werkloze vrouwen gewoon geen werk. De tewerkstellingskansen liggen momenteel het moeilijkst in Oostende en omstreken.”
West-Vlaanderen heeft een doe-bevolking, wat zich vertaalt in een stevige endogene groei en dus ook veel meer startende bedrijven dan elders in Vlaanderen. Norbert Vanhove spreekt in dit verband van de positieve jaloersheid bij ondernemers : ze kijken naar hun buur en proberen het beter te doen. De diepvriesbedrijven in en rond Ardooie en de meubelondernemingen in het Houtland werden daardoor groot, hetzelfde geldt voor de bedrijven langs de zogenaamde tapijtenroute tussen Kortrijk en Waregem.
“Ik stel vast dat de West-Vlamingen ook slimmer zijn geworden,” zegt Vanhove. “De bedrijven zijn zich meer gaan toeleggen op de voor hen zo noodzakelijke export alsook op hun zogenaamde core business. Dat laatste heeft de weg vrijgemaakt voor tal van toeleveringsbedrijven. Die derden bewijzen dagelijks dat ze producten of diensten kunnen aanbieden die inzake kwaliteit beter zijn en bovendien goedkoper. Ze hebben concreet gestalte gegeven aan termen als just in time of co-making. Het verheugt me dat West-Vlaanderen inzake toelevering en toeleveringsbedrijven ontzettend goed scoort.”
Onlangs had Oostendenaar Jan Christiaens, voorzitter van de West-Vlaamse Intercommunale voor technisch Advies en Bijstand (Witab) het nog over de West-Vlaamse besluiteloosheid. Maar die bewering legt Norbert Vanhove naast zich neer : “Als er al besluiteloosheid is, dan heeft die niets te maken met de West-Vlamingen zelf. Besluiteloosheid is er alleen in Brussel. Als bepaalde, noodzakelijke infrastructuurwerken zoals de wegverbinding met Frankrijk zoveel vertraging hebben opgelopen, heeft dat vooral te maken met onvoldoende aangereikte middelen voor infrastructuur.”
En wat met de roeping van het toerisme in West-Vlaanderen ? De recentste indicatoren zijn weinig bemoedigend. Vanhove : “Daarvoor zijn we wél zelf verantwoordelijk. Onze toeristische sector, die 80 miljard frank omzet genereert, is veel te weinig geëvolueerd. De sector had niet door dat de vakantieganger al jarenlang een meerwaarde vraagt, een waaier aan producten en geen monotoon en statisch aanbod. En twee : een toeristische politiek moet doordrongen zijn van een eco-cultuur en een drang naar levenskwaliteit. We moeten hier zeker werk van maken. Ik pleit net als de West-Vlaamse provinciegouverneur Olivier Vanneste voor de oprichting van een Toeristisch Fonds. Maar dan wel een dat zowel door de overheid als de privé-sector wordt gespekt. Anders hoeft het voor mij niet.”
KAREL CAMBIEN
NORBERT VANHOVE (GOM WEST-VLAANDEREN) Ruimte creëren om te werken is voor de overheid een goedkoop tewerkstellingsplan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier