4 x 4. Veel meer dan terreinwagens

Grappig toch : hoe vlakker en geruislozer de wegen worden, hoe meer rijders zich aangesproken voelen door een terreinvoertuig. Om er daarna zo goed als nooit mee in het veld te rijden.

PIERRE DARGE

We mogen dus aannemen dat er een stuk snobisme tussenzit, een zweem hang naar avontuur en allerlei andere faktoren die voer voor psychologen zijn. Tegelijkertijd zien we hoe de 4×4’s die echt voor alle terrein bestemd zijn, worden weggedrumd door wagens die ook op de weg hun mannetje kunnen staan. De konstrukteurs hebben daar gretig op ingespeeld en het verschijnsel van de funcars is nu in volle opmars. Een segment van wagens die meer op veelzijdige breaks dan op echte slijkrijders lijken : een beetje stoer, maar met vooral veel oog voor de vrijetijdsambities van hun eigenaars.

Een goed voorbeeld

is de Toyota RAV 4 waarvan de familienaam al naar de achterliggende filozofie verwijst : recreational active vehicle. Sommige Toyota-ingenieurs spreken van een urban 4 wheel drive, terwijl Masakatsu Nonaka, de verantwoordelijke voor het projekt, het heeft over een wagen die eigenlijk voor de weg bestemd is, maar dan wel met toegevoegde off-roadtroeven. Nonaka hamert vooral op de dynamische kwaliteiten. Met het oog daarop monteerde hij niet alleen een 2 liter/zestienklepper onder de kap, hij koos ook voor een lichtgewicht zelfdragend chassis en dat is erg ongewoon. Terreinvoertuigen krijgen doorgaans een zwaar ladderchassis mee en een starre achteras die bij de RAV 4 vervangen werd door een onafhankelijke ophanging rondom. Maar zeer veelbetekenend is dat bij de Toyota de dubbele reeks versnellingen ontbreekt waar klassieke terreinrijders zo naar hunkeren. Die extra korte versnellingen laten namelijk toe om zowat op alle terreinen te rijden en dat verlangt de moderne 4×4-bezitter eigenlijk niet meer. Was de oorspronkelijke RAV 4 alleen in driedeurs te koop, dan is daar sinds kort ook een vijfdeurs bijgekomen.

Dicht in de buurt van de jongste Toyota bevinden zich de Nissan Terrano II/Ford Maverick die in het Nissan onderzoekscentrum in het Engelse Cranfield werden ontworpen. Beide wagens, die tweelingbroers zijn, kombineren een origineel uiterlijk aan een volledige uitrusting en een prettig aanvoelende pit. Alhoewel ze beide in het veld uitermate goed hun mannetje kunnen staan, vallen vooral de kwaliteiten op de weg geweldig mee. En zoals voor de meeste moderne 4×4’s geldt : het fabeltje als zouden terreinwagens makkelijk van de weg af geraken, behoort tot het verleden.

Wie wat meer

op de terreineigenschappen van zijn wagen wil rekenen, moet beslist even achter het stuur klimmen van de vernieuwde Opel Frontera, die vooral in zijn korte versie tot bloedstollende toeren in staat is. Op een Franse piste in de buurt van Annecy, waar een grote verscheidenheid van hindernissen gecreëerd werd, bleek vooral de Frontera met de nieuwe 2,8 liter turbodiesel een openbaring. Zo’n TDI in zijn korte Sport-versie is met een prijs van 907.000 frank bovendien een erg interessante koop. Wie toch voor een benzineversie kiest, hoeft niet meer achterover te vallen van het verbruik : de nieuwste Ecotec 2,2 liter motor met zestien kleppen zet niet alleen 136 pk op de wielen over, het gemiddelde verbruik blijft tot 10,0 liter per 100 km beperkt.

Helemaal nieuw

in het gezelschap van de terreinvoertuigen is de Kia Sportage, een Koreaans produkt dat de Japanse filozofie uit de beginjaren huldigt : veel auto voor weinig geld. De Sportage lijkt wel meer op een wat hoog gezeten break met inschakelbare vierwielaandrijving dan op een echte terreinwagen. Hij is echter biezonder goed afgewerkt, gedraagt zich voortreffelijk op de weg en kan ook het veld in, als men tenminste niet het onderste uit de kan wil. Wie een beetje bang is om met een nieuwkomer in zee te gaan, moet weten dat Kia dit jaar een miljoen wagens van de band wil laten rollen, dat onder de kap de vertrouwde Mazda-mechaniek te vinden is en dat het bedrijf zowel voor Mazda als voor Ford auto’s bouwt. Bovendien bedraagt de instapprijs voor een goed uitgeruste Sportage slechts 695.000 frank.

Een andere Koreaan, SsangYong, verbaasde zeer onlangs vriend en vijand met de Musso, een model dat onder de kap de oude vertrouwde vijfcilinder dieselmotor van… Mercedes meekreeg. Hetzelfde merk heeft voor de terreinrijder die wat krap bij kas zit al een Korando vanaf 604.575 frank. En nu we het toch over prijzen hebben : jongeren die van een terreinwagen dromen en genoegen nemen met de absolute basis, kunnen bij Suzuki nog altijd met 379.000 frank terecht voor een lichte en op het terrein best potige Samurai. Al moeten we daar onmiddellijk aan toevoegen dat het rijden op de weg met zo’n basismodel niet echt een pretje is. Dezelfde konstrukteur maakt sinds kort furore met een lichte Vitara waarin een zescilinder 2 liter-motor voor een indrukwekkende 136 pk zorgt. Om maar te zeggen dat prestaties en terreinrijden wél verenigbaar zijn.

Aan de andere kant

van de prijstabellen vinden we een paar klassiekers waaronder de geheel nieuwe Range Rover, nog altijd een aristokratische verschijning in een wereld waar beslijkte schoenen een must zijn. De nieuwe Range is beschikbaar met twee V8-benzine van respektievelijk 4,0 en 4,8 liter of met een turbodiesel die geen enkel uitstaans meer heeft met de vorige generatie. De krachtbron, een zes-in-lijn van 2,5 liter, aangeblazen door een turbo, is afkomstig van BMW dat de motor eerder in de 325 en 525 tds monteerde. Ondanks een gewicht van 2170 kg is die zelfontbrander geheel op zijn taak berekend en is hij ook op de weg een betrouwbare en redelijk vinnige partner. Naast de mechanische kwaliteiten vindt men er ook meer beenruimte achterin en een bagageruimte die met de helft werd vergroot. Het ladderchassis werd verstevigd en de achterophanging kompleet herdacht waardoor o.m. het wiegeffekt dat zo kenmerkend was, geheel is verdwenen. De elektronisch gestuurde luchtvering is bovendien standaard op alle modellen. De HSE-modellen krijgen daar nog een elektronische traktiekontrole bij, maar het sterkst is toch wel de vaststelling dat deze zeer volledig uitgeruste heer gemiddeld maar 9,8 liter/100 km diesel verbruikt. Wie de investering (1.695.000 frank voor de turbodiesel) kan opbrengen, zit voor jaren op rozen. Al staan een Mitsubishi Pajero TDI, een Jeep Grand Cherokee, een Chevrolet Blazer of een Mercedes G350 turbodiesel natuurlijk ook héél aardig om met een kersverse bruid even met klasse door het slijk te ploeteren.

Toyota RAV 4 : urban 4×4.

Grote foto : Nissan Terrano II, handige duizendpoot. Links boven : Kia Sportage, veel auto voor weinig geld. Links onder : Opel Frontera, stoer, degelijk en zuinig.