Daan Killemaes
2010 is 1937 niet
Een gedachte-experiment. Stel dat de beleidsmakers er genoeg van hebben om de economie met artificiële middelen overeind te houden.
Weg met het gratisgeldbeleid. Gedaan met hoge overheidstekorten. Want op langere termijn zijn deze pepmiddelen en pijnstillers veel te schadelijk voor de economie. Veronderstel dus eens dat de Amerikaanse en Europese Centrale Bank de beleidsrente optrekken naar 3 à 4 procent. Veronderstel ook eens dat de overheden bruut het mes zetten in hun tekorten, en vanaf volgend jaar begrotingen in evenwicht afleveren. Wat zou er gebeuren? Het prille herstel zou weggevaagd worden, en de economie zou opnieuw wegzinken in een zware recessie. Dat is toch het klassieke antwoord. Dat is ook de les van 1937, toen de overheden iets te haastig de fiscale steun wegnamen en zo het herstel fnuikten.
Maar het kan in de economie nooit kwaad om stellingen die iedereen voor waar aanneemt, even tegen het licht te houden. Dat de centrale bankiers nog geen kant op kunnen, dat valt moeilijk weg te cijferen. Het banksysteem is nog te zwak, de economie kreunt nog onder een te zware schuldenlast en deflatie is vandaag nog altijd een groter risico dan inflatie. Geen enkele centrale bankier durft daarom het experiment aan om spaargeld de rente te geven die het verdient (de reële groei plus de inflatie, of ongeveer 3 procent).
De overheden kunnen eigenlijk ook geen kant meer op, maar hun enige uitweg staat haaks op de richting waarin de versteende adviezen hen willen sturen. De overheden maken beter snel een einde aan de te uitbundige fiscale ‘steun’ aan de economie, omdat de hoge overheidstekorten en schulden in de huidige omstandigheden eerder een rem dan een duwtje in de rug zijn. Het verminderen van het tekort (liefst met besparingen, en liefst niet met hogere belastingen) is vandaag eerder expansief dan contractief voor de economie.
Draait John Maynard Keynes zich in zijn graf om bij deze redering? Absoluut niet. De logica achter een keynesiaanse stimulering van de economie is dat de overheid het geld spendeert dat de private sector niet meer durft te laten rollen. De economische bloedsomloop blijft dan draaien dankzij de bypass via de overheid. Maar vandaag draait de mechaniek omgekeerd. De gezinnen aarzelen om geld te laten rollen, precies omdat de overheid te veel geld uitgeeft en te veel schulden heeft. Gezinnen verwachten hogere belastingen en anticiperen daarop door excessief te sparen. De bloedsomloop valt stil door de klonters van onhoudbare overheidsfinanciën.
Het keynesiaanse gaspedaal wordt een rempedaal als de schuldgraad boven 80 procent van het bbp uitstijgt. In zo goed als heel de industriële wereld is het fiscale beleid daarom uitgespeeld, en kunnen de westerse regeringen u en mij een veel grotere dienst bewijzen door te saneren en de schulden af te bouwen. Dat zou ook de kapitaalmarkten kunnen kalmeren, want als die uit ongerustheid over de betaalbaarheid van de overheidsschulden hogere rentevoeten eisen, dan maken ze een veelvoud ongedaan van de steun die deficit spending zou kunnen bieden. 2010 is dus 1937 niet. De overheidstekorten en -schulden zijn vandaag een deel van het probleem, en geen stuk van de oplossing.
Daan Killemaes, chief economist van Trends
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier