1 jaar recht op deconnectie: hoe gaat het met de balans tussen werk en privé?
Dag op dag een jaar nadat het recht op deconnectie in voege trad, heeft ongeveer de helft van de Belgische ondernemingen een duidelijk beleid rond de bereikbaarheid van medewerkers buiten de werkuren. Werknemers geven de balans tussen werk en privé gemiddeld een score van 7,2 op 10. Tijd is het hoogste goed.
Dat blijkt uit een bevraging die hr-expert Acerta Consult liet uitvoeren bij meer dan 500 Belgische werkgevers en meer dan 2.700 werknemers.
Recht op deconnectie
Het recht op deconnectie staat in de arbeidsdeal die de federale regering in 2022 sloot en is van kracht sinds 1 april 2023. “De wetgeving is van toepassing voor bedrijven met meer dan twintig werknemers”, verduidelijkt Miet Vanhegen, juridisch experte van Acerta Consult en docent arbeidsrecht aan de KU Leuven. “Zij moeten een beleid opzetten of afspraken vastleggen over de bereikbaarheid buiten de werkuren.” Dat kan door middel van een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) of een wijziging van het arbeidsreglement.
Eén jaar later zijn heel wat bedrijven daar al mee aan de slag gegaan. Volgens Acerta heeft ongeveer de helft van de Belgische ondernemingen een duidelijk deconnectiebeleid op en naast de werkvloer. “Een minderheid van de bedrijven had al zo’n beleid, maar de arbeidsdeal heeft dat duidelijk een extra boost gegeven”, zegt Vanhegen. “Zo’n deconnectiebeleid is nu ook wettelijk verplicht.”
Voor bedrijven die daar geen gehoor aan geven, is echter niet voorzien in expliciete sancties. Vanhegen: “De sociale-inspectiediensten kunnen ondernemingen daar wel op aanspreken. Sommige bedrijven nemen individueel maatregelen, bij andere is dat geregeld via een sectorale cao. Het is moeilijk dat onderscheid te maken.”
Het blijft wel voor veel ondernemingen een werkpunt om de afspraken rond deconnectie ook voor thuiswerkers uit te rollen: 45 procent van de bedrijven geeft aan dat ze voor thuiswerk nog meer moeten en zullen inzetten op duidelijke afspraken.
Algemene tevredenheid is goed
Uit het onderzoek van Acerta Consult blijkt dat de meeste werknemers hun werk-privébalans op dit moment een goed cijfer geven. De gemiddelde score bedraagt zo’n 7,2 op 10. Dat cijfer ligt nog hoger (7,6 op 10) in kleinere ondernemingen met vijf tot negen werknemers. Ook werknemers van 55 jaar en ouder zijn iets positiever (7,5 op 10) over de scheiding tussen werk en privé dan hun jongere collega’s.
“Dat is een positief cijfer voor een representatieve doelgroep”, zegt Vanhegen. “Maar het staat ook in spanning met de tendens van heel wat uitval. Veel mensen slagen er niet meer in om alle ballen in de lucht te houden.”
Tijd is het hoogste goed
Wat kunnen bedrijven nog meer doen om het mentaal welzijn van hun werknemers te garanderen? Vanhegen: “De beste maatregelen zijn gestoeld op flexibiliteit.”
Vooral glijdende werktijden blijken het meest populair: zes op de tien bedrijven hebben ze ingevoerd. Thuiswerk (58 %) staat op de tweede plaats in de lijst van meest genomen initiatieven. Van de bevraagde werknemers geeft meer dan één op de drie (35%) aan te kunnen rekenen op een aangepaste werkregeling voor zijn of haar specifieke (gezins)situatie.
Meer dan de helft van de ondernemingen voorziet in extralegale verlofdagen. “Zaken als extra geboorteverlof of een cafetariaplan waar vakantiedagen bijgekocht kunnen worden, worden als nuttig gepercipieerd. Tijd is het hoogste goed”, zegt Vanhegen.
Ze wijst er nog op dat niet elke organisatie even flexibel kan omgaan met vragen. “Maar we zien dat vaak met kleine aanpassingen toch aan bepaalde vragen tegemoet gekomen kan worden.”
“Het gaat niet zozeer over meer geven, maar over de keuze laten aan de werknemer waar die het meeste nood aan heeft. Als er wordt afgestapt van one-size-fits-alloplossingen kan er veel. Werkgevers en werknemers die elkaar vinden in een werkvorm die voor beiden werkt, zetten een duurzame samenwerking op poten.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier