Wim Verhoeven
‘Weg met de vaste benoeming. Overal en op alle niveaus’
Wat we zelf doen, blijken we toch beter te doen. De Vlaamse overheid is het eerste bestuursniveau in dit land dat expliciet afstand neemt van een reliek uit het verleden: de vaste benoeming van het overheidspersoneel. Als voorbeeldfunctie kan het tellen. Maar het roept ook vragen op. Is de Vlaamse overheid wel klaar voor een modern, competitief personeelsbeleid? Wat met alle andere bestuursniveaus en regio’s? En waarom focust iedereen op het feit dat het voortaan makkelijker wordt om mensen te ontslaan? Is dat nu echt het enige waar dit om draait?
Eerst de voetjes op de grond zetten. Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open Vld) heeft nu ook weer geen revolutie afgekondigd. Het klassieke ambtenarenstatuut wordt niet langer de standaard, maar veeleer de uitzondering. Een kleine dertigduizend jobs komen op termijn in aanmerking. Daarmee officialiseert de minister een gangbare praktijk. Veel nieuwe medewerkers van de Vlaamse overheid zijn al contractuelen. Ook op andere niveaus – de gemeenten bijvoorbeeld – zie je ze vaker opduiken. Het is niet meer dan terecht. Behalve voor sleutelposities is de vaste benoeming al langer onverdedigbaar. Het systeem staat elk modern personeelsbeleid in de weg. Het is een zwaktebod. Hoe weinig zelfvertrouwen heb je als werkgever, als de belangrijkste argumenten om voor jou te komen werken een hoger pensioen en een beschermd statuut zijn? Desnoods van je twintigste tot je vijf- of zevenenzestigste?
Is de overheid een voldoende aantrekkelijke werkgever om de vaste benoeming definitief vaarwel te zeggen?
Het is niet toevallig dat de belangrijkste werkgever binnen de Vlaamse overheid – het onderwijs – niet meedoet. De algemene teneur in de reacties spreekt boekdelen. “Schaf de vaste benoeming af en we vinden helemaal geen volk meer om nog voor de klas te staan.” Het is de wereld op haar kop. Lesgeven zou – net als elke andere baan – ook aantrekkelijk moeten zijn zonder vaste benoeming. Vandaag is dat blijkbaar niet het geval. Daar zit dan ook de voornaamste knoop. Is de overheid een voldoende aantrekkelijke werkgever om de vaste benoeming definitief vaarwel te zeggen? Ongetwijfeld zijn er genoeg spannende, uitdagende, leerrijke banen bij de overheid. Maar bureaucratie, vermoeiende regeltjes en vlakke loopbanen zijn er ook genoeg. Ten slotte maakt de Vlaamse regering terecht werk van flankerende maatregelen rond loon, maaltijdcheques, thuiswerk, vakantierechten, enzovoort. Dat is logisch en noodzakelijk.
Dat niet alle geesten voldoende rijp zijn, bewijst de overdreven aandacht – ook in de commentaren – voor het feit dat je contractuelen makkelijker kan ontslaan. Draai de redenering toch eens om, alstublieft. Wie niet overdreven beschermd is, zit minder snel in een gouden kooi. In een arbeidsmarkt die voortdurend verandert en waarin steeds sneller nieuwe competenties nodig zijn, is dat extreem belangrijk. De oude opzegtermijnen in de privé-sector, die maar bleven toenemen met de anciënniteit, vormden ook zo’n gouden kooi. Daar is aan gewerkt. Voor de privéwerkgever is het nu minder duur om van een medewerker afscheid te nemen. Maar het omgekeerde geldt ook. Wie uitgekeken is op de baan of het bedrijf, laat minder verworven rechten liggen. Nieuwe dingen leren, nieuwe indrukken opdoen, een andere bedrijfscultuur opsnuiven, zijn manieren om langer fris te blijven. Dat mag je op geen enkele manier afremmen. Wie er een beschermd statuut voor moet opgeven, wordt veeleer aangemoedigd om te blijven zitten. Hij of zij krijgt geen prikkel om levenslang te leren. Waarom zou je ook? Wie in een gouden kooi zit, hoeft niet competitief te blijven op de arbeidsmarkt.
Rest de vraag waarop de andere overheden en regio’s wachten om dat debat te voeren. Overal is de nood aan ontvoogding, vernieuwing en de juiste man of vrouw op de juiste plaats te krijgen, even groot. Weg met de vaste benoeming. Overal. En op alle niveaus. Het is wishful thinking, zeker?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier