Redactie Trends

Waarom duurzame groeiers weer sexy zijn

“Zonder te willen doemdenken, mag je er bijna van uitgaan dat het niet bij dit incident zal blijven.” Zo stond het hier vorige week lettterlijk, na de val van Silicon Valley Bank en twee andere regionale Amerikaanse banken. De inkt was nog niet droog of Credit Suisse kwam onder vuur te liggen. Ondertussen is de bank overgenomen voor een schijntje van wat ze veertien dagen geleden nog waard was. Beleggers en vooral obligatiehouders zijn fortuinen kwijt. En het schijnt dat de Zwitsers nu met een nationaal trauma rondlopen. Wel, dat hebben ze dan integraal aan zichzelf te wijten.

Credit Suisse was al jaren een pain in the ass van het bancaire systeem. Het was altijd iets met die bank. Fraudegevoeligheid, risicogedrag, scandalitis… het zal er allemaal in de muren. Maar de bank was te groot en er was te veel kapitaal geparkeerd uit alle hoeken van de wereld om er echt iets aan te doen. Aan de Zwitsers heeft bovendien niemand iets te zeggen. Dat is al meer dan duizend jaar zo. Het is exact wat de grote vermogens – wat ook de herkomst van hun activa moge zijn – er zo fijn aan vinden. Om Credit Suisse hoeft al wie geen Zwitser is of er geen geld aan heeft verloren, geen traan te laten. We kunnen alleen maar hopen dat andere financiële instellingen zich niet te ver in het Zwitserse drijfzand hebben gewaagd. Mocht dat toch zo zijn en mocht het financiële systeem sterker onder druk komen, dan zullen de centrale banken dat counteren. Opnieuw. Ze kunnen niet anders.

Overal is er lucht in de economie gepompt. Die lucht moet er weer uit. Zo eenvoudig is het.

Maar zelfs als het besmettingsgevaar beperkt blijft, zullen de zenuwen nog een hele tijd strak gespannen staan. De reële economie staat er immers grotendeels alleen voor. Dat belangt ieder van ons aan: overheden, banken, bedrijven, particulieren… Allemaal hebben we ons gedrag en onze beslissingen de jongste jaren aangepast. Overal is er lucht in de economie gepompt. Die lucht moet er weer uit. Zo eenvoudig is het. Dat gaat van techbedrijven die overtollige miljarden in de zotste investeringsprogramma’s staken, over beleggers die dachten dat de beurzen alleen maar omhoog kunnen, tot jonge gezinnen die er na de coronacrisis alles aan deden om toch maar een huis te bemachtigen. Als je er niet snel bij was, boven de vraagprijs en desnoods ook boven je financiële draagkracht wilde bieden, viste je achter het net. Fomo, fear of missing out. Zowat iedereen heeft er op de een of andere manier aan meegedaan.

Precies omdat het gratis geld overal zit, maken we daar in deze Trends een brede analyse van. We overschouwen een aantal markten en sectoren die belangrijk zijn en waar mogelijk een behoorlijke hoeveelheid lucht uit moet verdwijnen. We spreken over de huizenmarkt, over private equity, aandelen, banken, groeibedrijven, overheidsfinanciën enzovoort. De rode draad door dat verhaal is in één zin te vatten: terug naar de realiteit. Een paar oude waarden, die misschien wat in de vergetelheid waren geraakt, worden weer de norm. Hard werken, cash genereren, op de kosten letten. Stevige balansen, geen overdreven risico’s. No sweat, no glory zouden ze in betere tijden bij Club Brugge hebben gezegd.

De ommezwaai is bruusk en dat doen pijn. Maar duurzame groei is weer sexy en op lange termijn hoeft dat geen slechte zaak te zijn. Alleen zullen we allemaal ons gedrag moeten aanpassen. De techinvesteerder Jürgen Ingels verwoordde het onlangs nog het best tijdens de Trends Winter University, het netwerkevent voor techondernemers dat wij jaarlijks organiseren: “Bedrijven moeten geen eenhoorns zijn, maar ezels. Die halen weinig geld op, houden hun teams klein en kunnen eeuwig voort.” Dat geldt voor groeibedrijven, maar bij uitbreiding voor ons allemaal en niet het minst voor de partij die op de grootste voet heeft geleefd: onze overheid.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content