Vruchtbaarheidscijfer gaat wereldwijd achteruit: wat zijn de economische gevolgen?
Het vruchtbaarheidscijfer gaat wereldwijd achteruit, en dat heeft ingrijpende economische gevolgen. Wat zou het trieste demografische traject van de wereld kunnen veranderen?
In de ongeveer 250 jaar sinds de industriële revolutie is de wereldbevolking, net als de rijkdom, geëxplodeerd. Maar voor het einde van deze eeuw zou het aantal mensen op aarde voor het eerst sinds de Zwarte Dood kunnen krimpen. De hoofdoorzaak is niet een toename van het aantal sterfgevallen, maar een daling van het aantal geboortes. In een groot deel van de wereld daalt het vruchtbaarheidscijfer, het gemiddelde aantal geboortes per vrouw. Hoewel de trend bekend is, zijn de omvang en de gevolgen dat niet. Zelfs nu artificiële intelligentie in sommige kringen tot een groeiend optimisme leidt, hangt de babybust boven de toekomst van de wereldeconomie.
In 2000 was het wereldwijde vruchtbaarheidscijfer 2,7 geboortes per vrouw, ruim boven de vervangingsratio van 2,1, waarbij een bevolking stabiel is. Vandaag bedraagt het cijfer 2,3, maar het daalt. De grootste vijftien landen volgens bruto binnenlands product (bbp) hebben allemaal een vruchtbaarheidscijfer onder het vervangingsniveau. Daartoe behoren Amerika en een groot deel van de rijke wereld, maar ook China en India, die geen van beide rijk zijn, maar die samen meer dan een derde van de wereldbevolking vertegenwoordigen.
Het resultaat is dat in een groot deel van de wereld het getrappel van kleine voetjes wordt overstemd door het gekletter van wandelstokken. De belangrijkste voorbeelden van vergrijzende landen zijn niet langer alleen Japan en Italië, maar ook Brazilië, Mexico en Thailand. Tegen 2030 zal meer dan de helft van de inwoners van Oost- en Zuidoost-Azië ouder dan veertig zijn. Omdat de ouderen overlijden en niet allemaal worden vervangen, zullen de bevolkingen waarschijnlijk krimpen. Buiten Afrika zal de wereldbevolking naar verwachting in 2050 haar piek bereiken en aan het eind van de eeuw kleiner zijn dan nu. Zelfs in Afrika daalt het vruchtbaarheidscijfer snel.
Vloeibare intelligentie
Een krimpende bevolking leidt tot problemen. Het meest voor de hand liggende is dat het steeds moeilijker wordt om de gepensioneerden van de wereld te onderhouden. Gepensioneerden putten uit de productie van de beroepsbevolking, ofwel via de staat, die belastingen heft op werknemers om de overheidspensioenen te betalen, ofwel door spaargeld te gebruiken om goederen en diensten te kopen, of omdat familieleden onbetaald zorg verlenen. Maar terwijl de rijke wereld op dit moment ongeveer drie mensen tussen 20 en 64 jaar heeft voor iedereen boven 65, zullen dat er in 2050 minder dan twee zijn. De gevolgen zijn hogere belastingen, latere pensioneringen, lagere reële rendementen voor spaarders en mogelijk begrotingscrisissen voor de overheid.
Daarnaast hebben jongere mensen meer van wat psychologen ‘vloeibare intelligentie’ noemen, het vermogen om creatief te denken en problemen op nieuwe manieren op te lossen. Die jeugdige dynamiek vult de opgebouwde kennis van oudere werknemers aan. Het brengt ook verandering. Octrooien die worden aangevraagd door de jongste uitvinders, hebben veel vaker betrekking op baanbrekende innovaties. Oudere landen zijn minder ondernemend en nemen minder graag risico’s. Oudere electoraten verstarren ook de politiek. Omdat ouderen minder profiteren van de groei van economieën dan jongeren, zijn ze minder enthousiast over groeibeleid, vooral over woningbouw.
Aspiratie vs. realiteit
Het is verleidelijk om lage vruchtbaarheidscijfers te zien als een crisis die moet worden opgelost. Maar veel van de onderliggende oorzaken zijn op zichzelf welkom. Naarmate mensen rijker werden, kregen ze minder kinderen. Vandaag hebben ze te maken met een andere wisselwerking tussen werk en gezin, en die is meestal beter. De populistische conservatieven die beweren dat de lage vruchtbaarheid een teken is van het falen van de samenleving en die oproepen tot een terugkeer naar traditionele gezinswaarden, hebben het mis. Meer keuze is een goede zaak en niemand is het aan anderen verplicht kinderen op te voeden.
De impuls van liberalen meer immigratie aan te moedigen is nobeler. Maar ook dat is een verkeerde diagnose. Immigratie in de rijke wereld heeft een recordhoogte bereikt en helpt individuele landen om tekorten aan arbeidskrachten aan te pakken. Maar het wereldwijde karakter van de vruchtbaarheidsdaling betekent dat de wereld tegen het midden van de eeuw waarschijnlijk te kampen zal hebben met een tekort aan jonge, geschoolde arbeidskrachten, tenzij er iets verandert.
Wat zou dat kunnen zijn? Mensen zeggen vaak tegen opiniepeilers dat ze meer kinderen willen dan ze hebben. Die kloof tussen aspiratie en realiteit kan deels te wijten zijn aan het feit dat mensen het zich niet kunnen veroorloven meer kinderen te krijgen, of aan andere tekortkomingen van het beleid, zoals woningnood of ontoereikende vruchtbaarheidsbehandelingen. Maar zelfs als die problemen worden opgelost, zal de economische ontwikkeling waarschijnlijk leiden tot een daling van de vruchtbaarheid tot onder het vervangingsniveau.
Het ontketenen van het potentieel van de armen in de wereld zou het tekort aan geschoolde jonge arbeiders oplossen zonder meer geboorten. Twee derde van de Chinese kinderen woont op het platteland en gaat naar vreselijke scholen. Hetzelfde deel van de 25- tot 34-jarigen in India heeft de middelbare school niet afgemaakt. De groep jonge Afrikanen zal nog tientallen jaren groeien. Het stimuleren van hun vaardigheden is wenselijk en zou ook meer jonge migranten tot innovators in anders stagnerende economieën kunnen maken. Maar ontwikkeling aanmoedigen is moeilijk.
Artificiële intelligentie
Uiteindelijk zal de wereld het met minder jongeren moeten doen, en misschien wel met een krimpende bevolking. Met dat in gedachten had de recente vooruitgang in artificiële intelligentie niet op een beter moment kunnen komen. Een overproductieve economie met kan misschien gemakkelijk een groter aantal gepensioneerden onderhouden. Uiteindelijk kan artificiële intelligentie misschien zelf ideeën genereren, waardoor er minder menselijke intelligentie nodig is. In combinatie met robotica kan die technologie ook de zorg voor ouderen minder arbeidsintensief maken.
Als technologie de mensheid in staat stelt de babybust te boven te komen, past dat in het historische patroon. Een onverwachte vooruitgang in productiviteit zorgde ervoor dat demografische tijdbommen, zoals de massale hongersnood die Thomas Malthus in de achttiende eeuw voorspelde, niet ontploften. Minder baby’s betekent minder menselijke genialiteit. Maar dat is misschien een probleem dat menselijke genialiteit kan oplossen.
2,3 geboortes
per vrouw bedraagt het globale vruchtbaarheidscijfer. In 2000 was dat 2,7.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier