Regeringen leven in een budgettair fantasieland
Overal ter wereld negeren regeringen de nijpende staat van hun financiën.
Ruzie maken over begrotingen is altijd een onderdeel van de politiek, maar het huidige budgettaire gekonkel is echt beangstigend. In Amerika spelen Democraten en Republikeinen een spelletje over het verhogen van het schuldplafond. Maar de inzet wordt gevaarlijk hoog. Minister van Financiën Janet Yellen zegt dat haar ministerie op 1 juni geen geld meer heeft om de rekeningen van de overheid te betalen, als er geen akkoord komt. Dat zou voor het eerst in de geschiedenis van de Verenigde Staten zijn.
Regeringen elders staan onder vergelijkbare druk. Die in Europa zijn verwikkeld in een dom debat over hoe de schuldregels moeten worden aangepast, terwijl de Europese Centrale Bank indirect de financiën van haar zwakste leden overeind houdt. De officiële schuldcijfers van China pretenderen gezond te zijn, zelfs nu de centrale regering zich opmaakt om een provincie te redden. Regeringen zitten vast in een budgettair fantasieland en moeten een uitweg vinden voordat het noodlot toeslaat.
Hogere uitgaven
In het decennium na de wereldwijde financiële crisis van 2007-2009 konden regeringen dankzij de dalende rente enorme schulden opstapelen. Hoewel Europa en Amerika na de crisis de overheidsuitgaven terugschroefden, leek het er eind 2010 op dat zij zich daar geen zorgen over hoefden te maken. De lange rente bleef dalen, terwijl de schuld steeg. De nettoschuld van Japan ging zonder gevolgen over de drempel van 150 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Toen covid-19 toesloeg, gaven de regeringen van de rijke landen nog eens 10 procent van het bbp uit. De energiecrisis in Europa leidde tot nog meer steunmaatregelen. Bijna niemand maakte zich zorgen over extra schulden.
Politici moeten snel de realiteit onder ogen zien. De staatsschuld dreigt onbeheersbaar te worden, vooral als de rente hoog blijft.
Die tijden van vergevingsgezinde lage rentes zijn voorbij. Vorige week verhoogde de Federal Reserve de rente weer, tot 5 à 5,25 procent. Amerika zal dit jaar, als percentage van het bbp, meer uitgeven aan schuldrente dan ooit tevoren deze eeuw. Tegen 2030 zal de rekening een recordhoogte bereiken, zelfs als de rente daalt. Japan lijkt niet langer zo veilig. Hoewel de rente er superlaag is, besteedt de regering 8 procent van haar begroting aan rente.
De stijgende rente drukt op de begrotingen, terwijl de druk op de uitgaven toeneemt. Door de vergrijzing zal de jaarlijkse rekening voor gezondheidszorg en pensioenen in de rijke wereld tegen het einde van het decennium met 3 procent van het bbp zijn gestegen. Zelfs in de opkomende markten, waaronder China, dat tegen 2035 420 miljoen 65-plussers zal tellen, is dat 2 procent. In het Westen moeten de beleidsmakers hun beloften om meer uit te geven aan defensie nog nakomen, na de Russische inval in Oekraïne en de spanningen tussen Amerika en China over Taiwan. En de hele wereld heeft meer groene overheidsuitgaven nodig, om snel koolstofvrij te worden.
Alles bij elkaar is het plaatje afschrikwekkend. Neem de Amerikaanse Inflation Reduction Act, die de tekorten moest terugdringen. De groene belastingkredieten daarin zouden over een periode van tien jaar 391 miljard dollar kosten, maar volgens Goldman Sachs wordt het 1,2 biljoen. Voeg dat, samen met de waarschijnlijke verlenging van de tijdelijke belastingverlagingen die tijdens het presidentschap van Donald Trump zijn ingevoerd, toe aan de officiële prognoses, en Amerika is op weg naar begrotingstekorten van 7 procent van het bbp, zelfs als de economie groeit.
Buiten de boeken
Door die dreigende druk lijken de voorstellen van politici totaal onrealistisch. Het wetsvoorstel om het Amerikaanse schuldenplafond te verhogen, dat de Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden op 27 april goedkeurden, beperkt de uitgaven in 2024 tot het niveau van 2022 en verhoogt de begrotingen vervolgens met 1 procent per jaar. Dat klinkt redelijk, maar het sluit de verplichte uitgaven voor pensioenen en gezondheidszorg uit, en het negeert de inflatie. Als ook de defensie-uitgaven buiten beschouwing worden gelaten, betekent dat een reële verlaging van de begroting met 27 procent tegenover de huidige plannen.
De Duitse regering lijkt te denken dat een doelstelling van 60 procent voor de schuldquote geloofwaardig is voor landen als Italië, dat een nettoschuld heeft van meer dan het dubbele. In Groot-Brittannië drijft de regering de spot met haar eigen regels, bijvoorbeeld door belastingverhogingen te beloven die steeds weer worden uitgesteld. Een paar maanden van beter dan verwachte inkomsten zijn genoeg om een roep om belastingverlagingen onder de regerende Conservatieven te ontketenen.
De toenemende schuldenlast van China wordt buiten de boeken gehouden in ondoorzichtige ‘financieringsvehikels’, die de lokale overheden gebruiken. Alles bij elkaar bedraagt de Chinese overheidsschuld meer dan 120 procent van het bbp, en dat zal volgens de prognoses van het Internationaal Monetair Fonds tegen 2027 oplopen tot bijna 150 procent. Zulke schuldniveaus zijn alleen betaalbaar omdat China een zee van binnenlandse spaargelden heeft, die gevangen worden gehouden door de beperkingen op kapitaalstromen. De overheidsschuld betekent dat de regering haar plan om het evenwicht in de economie te herstellen en de yuan te internationaliseren, niet kan verwezenlijken.
Belastingverhoging
Politici moeten snel de realiteit onder ogen zien. De staatsschuld dreigt onbeheersbaar te worden, vooral als de rente hoog blijft. Elke verhoging van de leningen belemmert de regeringen in hun mogelijkheden om op de volgende crisis te reageren. En er zijn grenzen aan de mate waarin de uitgaven onder controle kunnen worden gehouden. Politici kunnen hun beloften aan gepensioneerden afzwakken of ervoor zorgen dat hun rol in de groene transitie niet groter is dan nodig. Maar het publiek heeft weinig trek in bezuinigingen en de uitgaven zullen zeker stijgen naarmate de bevolking ouder wordt. Meer defensie-uitgaven en groene investeringen zijn essentieel.
Dat alles maakt belastingverhogingen onvermijdelijk. En meer belastingen maken het cruciaal om geld in te zamelen op een manier die bevorderlijk is voor de economische groei. De te lage belasting op dure huizen in Groot-Brittannië is schandalig, in Amerika ontbreekt een belasting op de toegevoegde waarde en China heeft zijn lang beloofde onroerendgoedbelasting hard nodig. Koolstofemissies moeten overal voldoende worden belast, wat de particuliere sector ook zou aanmoedigen meer te investeren in het koolstofvrij maken van de economie en zo de behoefte aan overheidsuitgaven daarvoor zou verminderen.
Het budgettaire fantasieland verlaten zal pijnlijk zijn, en er zullen ongetwijfeld stemmen opgaan om dat uit te stellen. Maar het is veel beter er nu voorzichtig uit te stappen dan te wachten tot de illusie instort.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier