Michèle Sioen: ‘Ons DNA zit hier. We innoveren hier. Dat kun je niet zomaar verplaatsen.’
De familiale textielgroep Sioen Industries nam eind mei 2021 afscheid van de beurs. Dat biedt voordelen, maar het aantal uitdagingen is daarom niet afgenomen, stelt topvrouw Michèle Sioen in een eerste evaluatie. “Ik moet eerlijk bekennen dat we tijdens corona heel blij waren dat we niet meer beursgenoteerd waren.”
Sioen Industries trok in 1996 naar de beurs, maar kondigde eind oktober 2020 aan dat het beursavontuur afliep. Zeven maanden later was de exit een feit. Sindsdien hield CEO Michèle Sioen zich grotendeels uit de media. Voor het eerst maakt de Trends Manager van het Jaar 2017 een stand van zaken op bij de wereldmarktleider in gecoat technisch textiel en hoogwaardige beschermkleding, die inmiddels ruim 5.000 werknemers telt, van wie bijna 1.000 in ons land. “Zonder die beursnotering hadden we niet zover gestaan. Maar de voorbije tien jaar had ze geen nut”, aldus de 57-jarige barones.
Was het plan al lang aan het rijpen?
MICHÈLE SIOEN. “Ja. We vroegen ons heel regelmatig af waarom we nog op de beurs bleven. We hadden nog wel alle lasten ervan, zoals de kosten en de verplichting om heel transparant te zijn. Daardoor gaven we heel veel informatie vrij aan onze concurrenten. Wat normaal is: als een concurrent op de beurs staat, bekijken we diens jaarverslag ook van boven tot onder en van links naar rechts. Maar een exit kost ook veel geld en we vreesden dat het de verdere groei van Sioen zou kunnen belemmeren. Maar we hebben nog voor covid-19 de knoop doorgehakt. Daarna volgde een heel moeilijke voorbereiding die twee à drie jaar heeft geduurd. En ondanks de pandemie hebben we doorgeduwd. Die trein was definitief vertrokken.”
Ons DNA zit hier. We innoveren hier. Dat kun je niet zomaar verplaatsen
En pakt u het nu anders aan?
SIOEN. “Onze manier van werken is niet wezenlijk veranderd. We behouden alle regels van corporate governance, bijvoorbeeld ons remuneratiecomité en auditcomité, en schrijven nog altijd een jaarverslag. Maar er is wel meer langetermijndenken, omdat we geen kwartaal- of halfjaarrapport meer hoeven voor te leggen. We hoeven ook niet langer twee keer per jaar naar de financiële analisten te trekken. Of lastige interviews te geven” (lacht).
“Ik moet eerlijk bekennen dat we tijdens corona heel blij waren dat we niet meer beursgenoteerd waren. We produceerden in de eerste maanden nauwelijks iets. Het zou zoveel delicater geweest zijn dat te communiceren, uit vrees voor de koersreactie. Nu konden we sneller beslissen, omdat we geen verantwoording aan de markt hoefden af te leggen.”
Het initiële overnamebod van 23 euro per aandeel was karig, heette het.
SIOEN. “Dat was een kwestie van perceptie. Het was niet karig, als je kijkt naar de multiples. Maar toen we zagen dat het niet zou lukken, hebben we niet lang getwijfeld om het op te trekken naar 27 euro per aandeel. 23 euro was een goed bod, 27 een héél goed bod.”
Zou u een beursexit aanbevelen aan andere familiebedrijven?
SIOEN. “Aan een familiebedrijf wel ja, het vergemakkelijkt zeker bepaalde zaken, maar inzake opvolging is het misschien toch interessanter op de beurs te zijn. Het heeft voor- en nadelen.”
Dus is de opvolging hier problematischer geworden?
SIOEN. “Aandelen hebben op de beurs een bepaalde prijs, wat maakt dat ze voor familiale bedrijven gemakkelijker verhandelbaar zijn. Nu is dat hier iets minder het geval. Maar mijn zussen Pascale, Daniëlle en ik hebben een aandeelhoudersovereenkomst opgesteld, met bepaalde rechten en plichten. Dat is uitgeklaard.”
Hoe gaat het met de business?
SIOEN. “2022 was een moeilijk jaar waarin we heel veel branden hebben moeten blussen. Het was voortdurend trouble shooting. Maar de vraag was groot en onze fabrieken draaiden op volle capaciteit, dat heeft veel goedgemaakt. De omzet eindigde op 740 miljoen euro (tegenover 630 miljoen in 2021, nvdr). Al voelen we dat de vraag sinds het laatste kwartaal van 2022 daalt. De grondstoffenprijzen hebben we kunnen doorrekenen, weliswaar met vertraging. De energieprijzen daarentegen hebben we slechts deels kunnen doorrekenen. Die kosten zijn ondertussen wel wat gedaald, maar ze zijn nog altijd vier à vijf keer hoger dan vóór corona. En dat terwijl wij toch vrij energie-intensief zijn. De loonindexatie van 11 procent van de lonen weegt uiteraard ook.
“Onze afdeling Apparel (zie kader Wereldleider in technisch textiel, nvdr) beleefde vorig jaar een boost, mede dankzij een contract voor nieuwe uniformen voor het Belgische leger (waarvoor Sioen een consortium vormde met het Aalterse Seyntex en het Amerikaanse Crye, nvdr). We zijn al een beetje begonnen te leveren, maar de bulk volgt vanaf maart. Bovendien werkten we hard aan aanbestedingen voor brandweerkorpsen in België, Nederland en Frankrijk.”
Een verbod op PFAS zou betekenen dat de politie, de brandweer en het leger niet meer afdoende beschermd zijn
Is de oorlog in Oekraïne goed nieuws voor Sioen?
SIOEN. “Het aantal legeropdrachten is aan het stijgen. Al blijft het aantal extra bestellingen van buitenlandse legers redelijk beperkt. Veel landen zijn vrij protectionistisch.”
Komt de vraag ook uit Oekraïne zelf?
SIOEN. “Via de federale regering hebben we bepaalde zaken geleverd aan Oekraïne, zoals uniformen en kogelvrije vesten. Daarnaast heeft het Finse leger bij ons bedrijf in Finland bestellingen geplaatst.”
Wat die beschermkledij betreft: Europa broedt op een beperking van het gebruik van PFAS, een groep van duizenden synthetische chemische stoffen, waaronder een flink deel schadelijk. Is dat een bedreiging?
SIOEN. “Ja, want sommige fluorstoffen leggen een beschermlaag op het weefsel voor brandweer- of politiekledij om die vuur- en oliebestendig te maken. Een alternatief voor die stoffen bestaat nog niet. Een verbod zou dus betekenen dat de politie, de brandweer en het leger niet meer afdoende beschermd zijn. Ik veronderstel dat Europa daar toch rekening mee zal houden.”
De volgende stap is slimme kleding, zoals slimme afdekzeilen tegen ladingdiefstal of een slim brandweerpak met sensoren om te beschermen tegen brandwonden?
SIOEN. “Absoluut, zo werken we met ingewerkte alarmsystemen of track-and-tracesystemen. Maar we werken ook enorm veel op de recycleerbaarheid en de bioafbreekbaarheid van onze kleding. We kunnen niet winnen op competitiviteit, dus moeten we winnen met onderzoek en ontwikkeling en innovatie. Al zijn er meer projecten die mislukken dan slagen. Soms gewoon omdat ze te duur zijn. Zo hadden we een procedé om algen te kweken op matten in zee. Dat is niets geworden, omdat het goedkoper is die algen te kweken in landen als de Filipijnen. Maar het heeft ons wel andere zaken bijgebracht. Dankzij die ontwikkelingen maken we nu bijvoorbeeld matten voor groene gevels en muren voor de bouwsector.”
Hoe lastig is het om werknemers te vinden?
SIOEN. “Mensen met textielkennis zijn heel moeilijk te vinden. We moeten ze dus volledig intern opleiden. Maar heel regelmatig vertrekken zulke mensen dan plots. Het past niet meer in de tijdsgeest om je hele carrière bij hetzelfde bedrijf te blijven. Het gaat ook niet alleen over textielkennis. Er is ook een tekort aan IT’ers, mensen die elektromechanica hebben gestudeerd… Mensen uit alle STEM-richtingen (science, technology, engineering en mathematics, nvdr) zijn goed voor ons. Een textielschool zou zeker helpen, maar volgens mij gaat die er niet meer komen. Ik denk niet dat veel ouders hun kinderen zouden pushen om naar zo’n school te gaan.”
Vindt u STEM’ers in Frankrijk?
SIOEN. “Wij hebben hier veel mensen uit Frankrijk, ook in onze fabrieken in Moeskroen en Poperinge.
Vlamingen geraken niet tot daar?
SIOEN. “Dat geldt ook voor Walen. Een oud zeer, ja.”
Intussen stijgt de loonhandicap opnieuw?
SIOEN. “Absoluut. Dus investeren wij enorm in digitalisering, want wij willen absoluut met hetzelfde aantal, of indien nodig met minder mensen veel meer aankunnen en onze output verhogen.”
En hoe zwaar weegt de energieprijs?
SIOEN. “Ik ben een enorme pleitbezorger van de Europese industrie. Als VBO-voorzitter was dat een van mijn stokpaardjes. Maar Europa maakt het de industrie steeds moeilijker.”
Wat vindt u van het Green Deal Industrial Plan?
SIOEN. “Too little, too late. Het maakt alles ook opnieuw complexer. In Europa maken ze altijd alles ingewikkeld en krijgen we voortdurend nieuwe verplichtingen die het voor ondernemers moeilijk maken. Neem die nieuwe ESG-rapportering. Oké dat die er komt, maar daarvoor moet je alweer mensen aanwerven.”
Hebt u het als bedrijfsleider moeilijker dan pakweg vijf of tien jaar geleden?
SIOEN. “Jazeker. We krijgen er constant nieuwe rugzakjes bij. Neem bijvoorbeeld ook de LCA’s (levenscyclusanalyse om de milieu-effecten van een product te meten, nvdr) die we moeten schrijven voor onze producten. Allemaal extra administratieve lasten die heel lastig zijn voor grote bedrijven, maar voor kleine is het nog duizend keer moeilijker. Dat vreet tijd die je niet kunt besteden aan je business. Op zeker moment wegen die rugzakjes zo zwaar dat dat je niet meer vooruitraakt.”
U hebt nog niet overwogen de productie hier weg te trekken?
SIOEN. “Nee. Dat is bijna onmogelijk. Ons DNA zit hier. We innoveren hier. Dat kun je niet zomaar verplaatsen. Maar mochten de kosten in Europa op een bepaald ogenblik echt veel hoger zijn dan op een andere continent, dan gaan we toch verplicht zijn. Intussen hebben we fabrieken in 23 landen. We willen ook niet alle eieren in één mand leggen. Zo kunnen we politieke risico’s in het een of andere land counteren.”
Heeft de maakindustrie in België met al die rugzakken nog een toekomst?
SIOEN. “Het is moeilijk, maar we moeten blijven vechten en ervoor gaan. Ik ben van nature een optimist. We hebben bijzonder veel mooie bedrijven in België. We creëren samen welvaart in ons land. Dat zouden we nóg vaker moeten zeggen aan de politiek.”
Voelt u zich nog wel voldoende gewaardeerd in dit land?
SIOEN. (Aarzelt) “Ik denk het wel. Ik denk dat we respect krijgen. Wij dragen een grote verantwoordelijkheid, want zoveel gezinnen rekenen op ons om ervoor te zorgen dat het goed gaat. Maar we moeten oppassen dat we met al die rugzakken het hoofd boven water kunnen houden.”
U was voorstander van het verlengen van de levensduur van onze kerncentrales. Wat vindt u van de Belgische aanpak?
SIOEN. (Blaast, en lacht) “Als je als eerste minister moet overeenkomen met zeven partijen die allemaal een ander idee hebben, vergt dat heel veel moed. Oké, we zijn nu wel tot een akkoord gekomen, maar too late en het is ook too little, en dat is jammer. En ook: Frankrijk en Nederland investeren in kleine kerncentrales. België zou dat ook moeten doen.”
Verkopen is niet aan de orde, zelfs niet als het over een echt onredelijke som geld zou gaan
We spelen met onze welvaart?
SIOEN. “Ja, absoluut.”
U was voorzitter van het VBO van 2014 tot 2017. Kriebelt het nu niet om opnieuw zo’n bepalende functie op te nemen?
SIOEN. “Totaal niet! Neen, neen!” (lacht).
Bij Sioen kunt u wel alle ballen in de lucht houden?
SIOEN. “Ik doe dit niet alleen. Ik heb een heel goed team en managementcomité. Mijn zussen zitten in de raad van bestuur en het directiecomité, zij weten alles wat hier gebeurt.”
Wie is uw klankbord, na het overlijden van uw moeder Jacqueline begin 2020?
SIOEN. “Nu zijn mijn zussen dat, mijn voorzitter Michel Delbaere en mijn medewerkers, en mijn kinderen ook. Die zijn zeer geïnteresseerd en heel gemotiveerd.”
En misschien uw man, Marnix Galle, de CEO van de vastgoedgroep Immobel?
SIOEN. “Natuurlijk! Zet hem maar als eerste” (lacht uitbundig).
Wordt dan ook gesproken over opvolging?
SIOEN. “Ja, dat is volop bezig. Wij zoeken young potentials. De leden van ons directiecomité zijn van dezelfde leeftijdscategorie als ikzelf. We moeten de toekomst voorbereiden, en als we nu aanwerven, mikken we op de volgende generatie, onze toekomstige managers.”
U bent al 33 jaar actief in het bedrijf en al 18 jaar CEO. Zal u over vijf jaar nog CEO zijn?
SIOEN. “Ha! De vraag wordt me tegenwoordig vaker gesteld. We zien wel. Ik doe graag wat ik doe.”
Uw oudste zoon, Jean-Charles Joris, is nu ook actief in de groep. Hij was eerder senior consultant bij Deloitte. Maar sinds vorige herfst is hij ook co-CEO van de afdeling Sioen Reinforcement Textiles. Bovendien is hij manager van het familiale wijndomein Château La Marzelle in Saint-Emilion (Bordeaux). Hij is nu 31. Staat het in de sterren geschreven dat hij de volgende CEO wordt?
SIOEN. “Misschien. Hij doet het goed, maar hij heeft nog een heel leertraject voor zich. Hij moet zijn strepen verdienen. Het is de competentie die telt. Als het gaat, des te beter. Als het niet gaat, is dat niet erg. We zien wel. We hebben tijd. Stap voor stap.”
Voor uw zussen zou het kunnen?
SIOEN. “Natuurlijk. Wij hebben een heel goede verstandhouding én heel duidelijke regels. We bekijken dat op heel regelmatige basis, maar het is nog wat te vroeg voor al die veronderstellingen. Misschien komt er een externe CEO. Alle opties zijn open, en op dit moment ben ik er nog” (lacht).
Uw jongste zoon Antoine volgt hetzelfde traject als de oudste? Hij zal ook bij Sioen aan de slag gaan?
SIOEN. “Hij werkt nu als consultant bij Bain Capital. We gaan zien. Mijn zussen hebben ook kinderen.”
Uw 29-jarige dochter Audrey Joris werd vorig jaar door het zakenblad Forbes opgenomen in zijn lijst van 30 beloftevolle ondernemers in Europa. Heeft ze grote plannen?
SIOEN. “Ze is samen met een partner, Augustin Bown, echt heel goed bezig. Ze heeft twee start-ups. Zo doen ze met AFC Collection aan interieurdecoratie, maar volledig digitaal, en ze verkopen het ook digitaal, en met een uniek afbetalingssysteem. Ze hebben nu een showroom in Brussel en in Knokke, en overwegen een derde te openen. Als je naar de showroom gaat, krijg je een 3D-bril waarmee je kunt zien hoe je meubels eruitzien in je interieur. Ze werkt heel veel. Dat zit in de genen. Mijn kinderen weten dat niets vanzelf komt, dat ze ervoor moeten gaan. Zo zijn ze opgevoed, en ze doen dat ook.”
U werd al eerder de Speedy Gonzalez van de textielsector genoemd. U blijft even gedreven?
SIOEN. (Lacht) “Ik prijs me gelukkig dat ik zo energiek ben. Dat is ook nodig, want ik doe nog steeds de toer van de fabrieken en vertoef dus ook veel in het buitenland. Als je iets doet wat je graag doet en waarvan je gepassioneerd bent, is dat echt geen opgave. Maar goed, morgen kan dat plots gedaan zijn. Hout vasthouden.”
Is er iets waar u ondanks uw ervaring zenuwachtig van wordt?
SIOEN. “Er zijn zaken die mij wel een paar keer per dag zenuwachtig maken (lacht). Neem het nucleaire, het gebrek aan beslissingen, en dat het zo lang duurt. Getreuzel maakt me zenuwachtig. We moeten vooruitgaan.”
Stel dat een grote buitenlandse speler of durfkapitalist hier aanbelt met een vette cheque?
SIOEN. “Zeg nooit nooit. (denkt na) Hoewel, heel de familie is gepassioneerd door Sioen en is er trots op. Dus verkopen is niet aan de orde, zelfs niet als het over een echt onredelijke som geld zou gaan. We hebben als familie een langetermijnvisie en willen ervoor gaan. Dit is het levenswerk van onze ouders en van mezelf en mijn zussen, en we willen dat voortzetten.”
En een verkoop van een divisie, om geld op te halen om een andere divisie te versterken?
SIOEN. “Dat is heel theoretisch. Voor het ogenblik is dat niet aan de orde. Maar het zou kunnen, als een afdeling een reuzenacquisitie doet. We moeten wendbaar zijn. De zaken veranderen zo snel, nog veel sneller dan vroeger.”
Heeft de beursexit gezorgd voor een betere werk-levenbalans?
SIOEN. “Het is nu niet zo dat er plots een dag per week of zo is vrijgekomen. Ik had trouwens altijd al veel andere interesses. Mijn man en ik houden van kunst, muziek, bezoeken graag een tentoonstelling of doen citytrips. Ik sport ook graag, meer bepaald fietsen of yoga, pilates of een beetje golf. Alles met mate, maar allemaal heel belangrijk om de dagelijkse stress uit het hoofd te halen, en daarna efficiënter te zijn.”
Bio
• 1965: geboren in Roeselare
Studie economie in Antwerpen, diverse postuniversitaire opleidingen, onder andere Vlerick Management School
• 1988: eerste baan bij Atoll
• 1990: start bij Sioen in een commerciële functie, wordt later CEO van de divisie Coating
• 2005: volgt haar vader op als CEO van de groep
Bestuurder D’Ieteren, Sofina, Immobel, Vlerick Management School, Fedustria, museum Kanal, Koningin Elisabethwedstrijd; erevoorzitter VBO
• 2017: krijgt titel van barones
740 miljoen
euro bedroeg de omzet van Sioen Industries in 2022.
65 procent
van de omzet van Sioen Industries komt van de afdeling Coating.
Wereldleider in technisch textiel
Het verticaal geïntegreerde Sioen Industries produceert garens, weefsels, vilt, technisch textiel, fijnchemicaliën en beschermkleding.
De grootste divisie is het kapitaalintensieve Coating, goed voor 65 procent van de omzet. Sioen is wereldmarktleider in gecoat technisch textiel, dat terug te vinden is in textiel voor infrastructuurwerken, zoals het Suezkanaal, of het versterken van dijken, tot zeilen voor zeilboten en vrachtwagens, sportmatten, afdekzeilen voor zwembaden, beschermkledij, matrasbeschermers, autodashboards, rugzakken, airbags, tenten en high end geweven theezakjes. “70 procent van de dekzeilen van vrachtwagens in Europa zijn bij ons geweven en gecoat”, vertelt Michèle Sioen.
Apparel maakt professionele beschermkledij. De arbeidsintensieve afdeling tekent voor een kwart van de omzet en produceert in onder meer Myanmar, Indonesië, Tunesië, Roemenië, Finland en Estland. Brandweerpakken en kogel- en meswerende vesten behoren tot het gamma.
Met 10 procent van de omzet is Chemicals de kleinste afdeling. Ze wordt geleid door Pascale Sioen en produceert kleurstoffen en additieven voor onder meer pigmentpasta’s, concentraten en inkten die gebruikt worden voor vloer- en wandbekleding, verven en gekleurde pleisters. Chemicals maakt bijvoorbeeld ook de rode inkt en het vernis voor onze nummerplaten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier