Israël is geen detail. Het is een zionistische compensatie voor eeuwen antisemitisme. Een symboolstaat met Bijbelse aspiraties. Het hartland voor Joodse gemeenschappen wereldwijd. De enige democratie in het Midden-Oosten. Een westers eiland in een Arabische en islamitische oceaan. Een formidabele militaire mogendheid en een veiligheidspartner voor Amerika en Europa. Een grootmacht in technologie, wetenschap en cultuur. Wat zich dezer dagen in Israël afspeelt, verdient dus veel meer aandacht in onze contreien.
Israël is ook een bezettingsmacht, zowaar een democratie die buitenlands grondgebied bezet en een bevolking onderdrukt die naar internationaal recht tot een Palestijnse staat behoort. Een gemilitariseerd land met een verplichte legerdienst van 32 of 24 maanden voor respectievelijk mannen en vrouwen van Joodse origine, en met bijna een half miljoen actieve reservisten. Een seculiere staat met een almaar grotere minderheid religieus orthodoxen en ultraorthodoxen, gevoed door immigratie en hoge geboortecijfers.
In die broeierige mix van religie, identiteit, demografie, geografie en geweld gooit de zoveelste regering-Netanyahu een politieke clusterbom. Ook in Israël heerst de democratische decadentie van polarisering en versnippering. De regering is er een coalitie met ook ultranationalistische en ultraorthodoxe joods-religieuze partijen. Juist die meerderheid wil nu het Israëlische Hooggerechtshof beperken in zijn mogelijkheid om wetten ongrondwettig te verklaren. Ze wil ook meer politieke zeggenschap bij de benoeming van rechters. Gaat Israël daarmee inderdaad Hongarije en Polen achterna en zet de Joodse staat de eerste stap op het hellend vlak naar een antiliberale democratie?
Existentiële vragen transformeren een weinig spectaculaire justitiehervorming in een strijd om de ziel van Israël.
Wat belet de democratisch verkozen meerderheid in Israël te doen wat ze zou willen maar niet mag van politiek onafhankelijke rechters? Waarnemers wijzen op twee gevaren. Op binnenlands gebied kan de ultraorthodoxe minderheid het joodse equivalent van islamisme nastreven: een samenlevingsmodel waarbij de religieuze voorschriften mogen primeren. Het gaat dan bijvoorbeeld om uitzonderingen op de verplichte legerdienst of om de discriminatie van anders-religieuze groepen. Op buitenlands niveau zou een hardvochtige regering de Palestijnen harder kunnen onderdrukken, ongeremd door juridische normen en waarden.
Kan Israël een seculiere rechtsstaat blijven, als een steeds groter deel van zijn bevolking religieus fundamentalistisch wordt? Kan Israël een gezonde democratie blijven, als de bezetting van de Palestijnse gebieden steeds minder zelfbescherming en steeds meer expansie wordt? Ziedaar de existentiële vragen die een weinig spectaculaire justitiehervorming transformeren in een strijd om de ziel van Israël. Het Israëlische Hooggerechtshof kan wetten of regeringsbesluiten verbieden wanneer het die ‘onredelijk’ acht. Je hoeft niet Orban of Poetin te heten om je af te vragen of de vlag van ‘onredelijkheid’ geen lading dekt die zo ruim en flexibel is dat ze neerkomt op de wil van niet-verkozen rechters.
Activistische rechters zijn geen hersenspinsel. Ze bestaan vooral door overregulering. Hoe meer regels, rechten en plichten, hoe minder ruimte voor democratie en hoe meer ruimte voor juridisering. Denk maar aan het klimaat, stikstof of migratie: stuk voor stuk terreinen voor zeer legitieme politieke discussies, die per saldo door juridische procedures worden beslecht (Ineos, iemand?). Maar Israël is speciaal: het land heeft geen geschreven grondwet, geen mensenrechtenverdrag, geen tweede kamer, een louter ceremoniële president. Israël heeft een tekort aan machtsverdeling, de institutionele checks-and-balances van een moderne democratische rechtsstaat. Het Hooggerechtshof staat er helemaal alleen tegenover de partijpolitiek. Betogen maar.
De auteur is strategieconsultant, doceert aan de UGent en is fellow bij het Itinera Institute in Brussel. www.marcdevos.eu
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier