Geert Van Poelvoorde (ArcelorMittal): ‘Niemand heeft baat bij een zelfvernietiging van de Europese staalindustrie’

Geert Van Poelvoorde: © Emy Elleboog
Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

Er rijzen twijfels over een miljardeninvestering in groene technologie in de staalfabriek van ArcelorMittal in Gent. De Vlaming Geert Van Poelvoorde, CEO Europa, legt in een exclusief interview met Trends uit waarom. ‘Hoe kan ik in ons hoofdkantoor uitleggen dat ik bijna 2 miljard euro wil investeren, terwijl ik nu al weet dat die installatie de wereldwijde concurrentie niet aan kan?’

Donderdag 15 februari 9 uur. ArcelorMittal is alleen te voet bereikbaar. Tractoren van betogende boeren houden een cruciaal kruispunt vlakbij het Gentse staalbedrijf hermetisch dicht. Op de zevende verdieping van het hoofdgebouw lanceert hoofd Europa Geert Van Poelvoorde een wat gelijklopend verhaal. Ook ArcelorMittal kreunt onder een Europees beleid dat veel aandacht heeft voor milieu, zonder dat de economische leefbaarheid van die maatregelen voldoende doordacht zijn. “Europa is de voorloper. We willen het klimaat redden. Zeer goed. We willen de CO2-uitstoot doen dalen. Zeer goed. We zijn leidend in O&O. Allemaal zeer goed. Maar er is niemand mee geholpen als je er een zelfvernietigingsmachine van maakt. We willen een leefbaar ondernemingsplan voor staal in Europa. 2024 wordt cruciaal”.

Er zijn twijfels over een 1,1 miljard euro zware investering in de vergroening van de staalproductie in de fabriek in Gent.

GEERT VAN POELVOORDE. “Vergeet dat cijfer. Die investering zal door allerlei prijsstijgingen oplopen tot ongeveer 2 miljard euro. 15 procent inflatie op één miljard betekent 150 miljoen euro extra. En er zijn slechts twee leveranciers van DRI-systemen, het nieuwe type oven dat wij willen installeren. In september zullen we de exacte kostprijs kennen”.

‘We willen een leefbaar ondernemingsplan voor staal in Europa. 2024 wordt cruciaal’

Wat is een DRI-systeem?

VAN POELVOORDE. “Onze staalproductie in Gent gebeurt vandaag met twee hoogovens. Die smelten ijzererts met kolen of cokes. Dat vloeibare ruwe ijzer gaat naar de staalfabriek, waar de stalen producten worden gemaakt. Maar kolen of cokes veroorzaken een grote CO2-uitstoot. Een van de alternatieven is een DRI-systeem, direct reduced iron. Ook dat is een oven, maar met aardgas als energiebron. Daarmee zakt de CO2-uitstoot met 70 procent. Uit zo’n oven komt geen vloeibaar ruw ijzer, maar een soort spons. Die spons wordt vloeibaar gemaakt, want in de staalfabriek moet je het ijzererts opnieuw kunnen gieten. Die spons wordt gesmolten in elektro-ovens, op elektriciteit dus. Die twee samen, DRI en elektro-ovens, betekenen een investering van circa 2 miljard euro”.

Het grote verschil is de energiebron? Kolen versus aardgas en elektriciteit?

VAN POELVOORDE. “Juist. De prijs van kolen wordt wereldwijd bepaald. Elke staalfabrikant betaalt dezelfde prijs. Mijn concurrenten in Afrika en de Verenigde Staten betalen dezelfde prijs als ik in Europa. Idem voor de ijzerertsen. Er zijn wereldwijd slechts drie of vier grote leveranciers. Het verschil maak je met productiviteit, efficiëntie, lonen. Hoeveel verliezen heb je in het staalproces, hoeveel schroot hou je over? Hoe goed zijn de branders in de fabrieken? Hoever zit je voor logistiek van de klanten? Op dat vlak zijn de Europese fabrieken allemaal ver vooruit. En Gent staat helemaal vooraan. De productiviteit is hier bijvoorbeeld een vijfde beter dan die van andere staalfabrieken, waar ook in de wereld.”

De staalfabriek van Gent is de beste van de wereld?

VAN POELVOORDE. “Absoluut. Dat mag ook niet verwonderen. Gent moest altijd heel productief zijn, ook sterk geautomatiseerd, wou het zijn positie behouden. Maar het wordt steeds moeilijker, ook door de loonindexering. Je kan niet blijven productiever worden.”

‘De staalfabriek in Gent is de beste van de wereld’

Bovendien gooit vooral de energieprijs roet in het eten?

VAN POELVOORDE. “De aardgasprijs wordt niet internationaal bepaald, maar in Europa. Aardgas is de helft tot een derde goedkoper in China of de Verenigde Staten. De elektriciteitsprijs wordt zelfs per land bepaald, niet Europees. En ook die is alweer veel hoger dan in China of de Verenigde Staten. Dat leidt tot een verschuiving van de productie buiten Europa. Zelfs fabrieken met een lage productiviteit, kwaliteit, een zwakke logistiek, scoren beter door de lagere energieprijzen. Wij hebben bijvoorbeeld al sinds 1967 een DRI-systeem in onze staalfabriek in Hamburg. Maar die fabriek ligt zes maanden per jaar stil, afhankelijk van de aardgasprijs. DRI is geen nieuwe technologie, ze bestaat al honderd jaar. ArcelorMittal is de grootste producent van DRI-producten in de wereld. Alleen zijn ze in het verleden bijna nooit gebouwd in Europa door de hoge aardgasprijs. DRI werd opgezet daar waar gas goedkoop is”.

ArcelorMittal wil nu volop DRI-systemen in Europa. Zowel in Gent, Duitsland, Frankrijk als Spanje, zodat de CO2-uitstoot daalt.

VAN POELVOORDE. “De investering is het gevolg van de sterke stijging van de kostprijs van onze CO2-uitstootrechten de volgende jaren. In 2024 hebben wij voor onze Europese staalfabrieken gratis uitstootrechten voor drie kwart van onze CO2-uitstoot. In 2030 daalt dat naar 25 procent, in 2034 naar nul. Per ton staal stoten we twee ton CO2 uit. Wij produceren in Gent vijf miljoen ton staal, we stoten dus tien miljoen ton CO2 uit. De prijs op de markt voor een ton CO2 schommelt vandaag tussen 60 en 80 euro. Met die prijs zal Gent tussen 2024 en 2030 voor ruim anderhalf miljard euro CO2-uitstootrechten moeten kopen”.

De bedoeling van de uitstootrechten is dan ook de investeringen in groene technologie te versnellen.

VAN POELVOORDE. “De Europese Commissie wil CO2 snel veel duurder maken. Maar dat gaat sneller dan wij nieuwe, groenere ovens kunnen bouwen. Wij willen dat de Europese Commissie aanvaardt dat de financiering in groen staal gebeurt via de heffing op de uitstootrechten. Dan hebben wij geen subsidies nodig. Nu vloeit dat geld naar de nationale schatkisten, en krijgen we een deel terug via subsidies. België geeft ons 280 miljoen euro steun. Maar dat is nog geen 20 procent van wat ik betaal aan uitstootrechten. In Frankrijk krijgt ArcelorMittal 850 miljoen euro voor eenzelfde investering van circa 2 miljard euro. Ook dat is slechts 40 procent van de investering. Bovendien produceert Duinkerke met zes miljoen ton per jaar meer staal dan Gent. We zullen er dus nog meer uitstootrechten moeten betalen.”

In het DRI-systeem zou aardgas op termijn vervangen worden door waterstof. Geeft dat meer ademruimte?

VAN POELVOORDE. “Indien we waterstof gebruiken, daalt de CO2-uitstoot met 90 procent. Dat klinkt mooi. Maar de Europese Commissie verplicht de staalfabrikanten tot het gebruik van groene waterstof, indien die beschikbaar is, los van de prijs op de markt. Zo niet kunnen wij een kruis maken over onze subsidies. Wij willen best waterstof gebruiken, maar alleen indien onze ovens concurrentieel blijven. Het zou toch absurd zijn dat ik misschien wel aan waterstof kan komen, maar tegen een zo hoge prijs dat ik niet langer kan produceren. Wij weten nu al dat waterstof in Europa duur zal zijn. We zullen het niet kunnen gebruiken, want we zouden ons volledig uit de markt katapulteren. In Hamburg hebben we een proefinstallatie op waterstof gepland. Maar een consortium dat de waterstof zou leveren is uiteengevallen, omdat er geen degelijk ondernemingsplan is dat waterstof rendabel maakt. Ook voor onze staalfabrieken in Spanje, waar we 450 miljoen euro subsidies krijgen, was er een groot consortium rond waterstof. Ook dat is uiteengespat, want het zou een investering vergen van 8 miljard euro”.

Een oplossing is de import van goedkoop waterstof?

VAN POELVOORDE. “Waterstof maken in Europa zou 6 tot 7 euro per kilo kosten, met optimalisatie misschien 5 euro. Sommige sectoren kunnen met die prijs waterstof gebruiken. De transportsector bijvoorbeeld. De prijs van benzine en diesel is vergelijkbaar met 7 euro per kilo. Maar wij hebben waterstof nodig tegen 2 euro de kilo. Alleen het transport van waterstof uit bijvoorbeeld Afrika kost 1,5 euro per kilo. Voor onze staalfabrieken in Texas is waterstof wél interessant. De productie van waterstof kost er 4 euro per kilo. Maar de Amerikaanse overheid betaalt daarvan via het subsidieprogramma Inflation Reduction Act 3 euro per kilo. Wij bouwen dus een tweede DRI in Texas. En we zullen het daar gemaakte materiaal over de hele wereld exporteren.”

‘Waterstof maken in Europa zou 6 tot 7 euro per kilo kosten, met optimalisatie misschien 5 euro. Maar wij hebben waterstof nodig tegen 2 euro de kilo’

Wordt Frankrijk de winnaar in Europa? ArcelorMittal werkt aan een langetermijncontract met de energiereus EDF voor de levering van spotgoedkope elektriciteit.

VAN POELVOORDE. “De elektriciteitsprijs in Europa wordt bepaald door de duurste productie. Dat is een aardgascentrale. Een gascentrale die elektriciteit maakt, geeft 40 procent rendement. Dat weerspiegelt zich in de prijzen. Als de aardgasprijs in Europa 30 euro per megawattuur bedraagt, is dat voor elektriciteit 60 tot 70 euro. Maar Frankrijk steunt vooral op nucleaire energie, en maakt energiecontracten specifiek voor grote industriële gebruikers. Die zijn losgekoppeld van de globale markt, en moeten de bedrijven concurrentieel houden. EDF gaat niet verliezen aan dat contract, want het maakt geen elektriciteit in aardgascentrales.”

Wat is het prijsverschil met Gent?

VAN POELVOORDE. “30 tot 50 procent voor de elektriciteit. Dat verklaart ook waarom wij de engineeringstudies voor de nieuwe DRI-oven voortzetten in Duinkerke. In Gent geven we vandaag voorrang aan de elektrische ovens. Als België slim is, vindt het een oplossing voor deze energieproblematiek.”

Wat zijn de elektriciteitsprijzen elders in Europa?

VAN POELVOORDE. “Spanje is iets duurder dan België, Duitsland iets goedkoper. Maar Duitsland streeft naar 80 procent hernieuwbare energie tegen 2030. Dan zal het veruit de goedkoopste energie in Europa hebben. In Duitsland krijgen we daarom 1,3 miljard euro subsidie. De overheid wil dat wij in Duitsland blijven, en vanaf 2030 zitten wij goed met elektriciteit.”

Groen staal is uiteindelijk ook veel duurder?

VAN POELVOORDE. “Voor de consument valt dat mee. De prijs zal 200 tot 300 euro per ton stijgen. Een wagen bestaat uit ongeveer één ton staal. Een auto zal dus zo’n 200 tot 300 euro duurder worden, een wasmachine misschien 15 tot 20 euro. Maar onze klanten zullen ons groen staal niet kopen als ze elders goedkoper vinden. Er moet dus een markt gecreëerd worden van groen staal. In openbare aanbestedingen kan je bijvoorbeeld groen staal verplichten. Ook bij de autoproducenten, en hun leveranciers”.

‘In Duitsland krijgt ArcelorMittal 1,3 miljard euro subsidies, in België 280 miljoen euro’

Uw groen staal zou dus te duur zijn?

VAN POELVOORDE. “Als we vandaag al een DRI in Gent zouden hebben, zou die stilliggen. Hoe kan ik in ons hoofdkantoor uitleggen dat ik bijna 2 miljard euro wil investeren, terwijl ik die installatie al meteen moet stilleggen? De groep weet dat ze diezelfde installatie in Texas kan bouwen met veel lagere energieprijzen.”

De Europese Commissie heeft toch compenserende maatregelen aangekondigd, zoals een CO2-heffing voor geïmporteerd staal?

VAN POELVOORDE. “Het systeem is er nog niet. Het zal niet werken indien de huidige voorwaarden niet worden herzien. De CO2-heffing is lager dan wat wij moeten betalen. Een tweede probleem is dat die importeurs hun groen staal naar Europa sturen, maar al hun ander staal naar de andere continenten. Daar kunnen wij niet tegen op. En de CO2-uitstoot in de wereld zal niet dalen, alleen in Europa. Wij noemen dat de export van banen en de import van CO2. Bovendien wordt dat staal nog eens verscheept met een dieselboot.”

U werkt sinds 1989 voor de staalindustrie en ArcelorMittal. Hoe houdt U zich gemotiveerd in een sector die in Europa continu achteruitgaat?

VAN POELVOORDE. “Ik ben van nature een optimist. We kunnen het oplossen. Ik was in januari in Davos. Het besef groeit dat er naast een groen akkoord ook een industrieel akkoord moet komen. Bij de fusie van Arcelor en Mittal in 2006 waren er in Europa 28 hoogovens, vandaag nog 13. In het meest optimistische scenario krimpt de staalindustrie in Europa slechts met een vijfde. Dat betekent 15 fabrieken van 4.000 werknemers. Mijn eerste prioriteit voor Gent zijn nu de elektro-ovens. Dat kunnen we oplossen door een goede elektriciteitsprijs. Als de elektro-ovens er staan, is de fabriek gered. Want dan blijft de staalproductie. Het is geen drama als we de DRI wat later bouwen. Het materiaal uit de DRI kan tijdelijk van elders komen.”

ArcelorMittal in cijfers

Beursgenoteerde staalgroep, Indiase familie Mittal controleert circa 42 procent van de stemrechten.

Fabrieken in 15 landen.

In 2023 een geconsolideerde omzet van 68,3 miljard dollar, een bedrijfswinst van 2,3 miljard dollar, en een staalverkoop van 55,6 miljoen ton. In Europa een omzet van 38,3 miljard dollar, een bedrijfswinst van 1,1 miljard dollar, en een staalverkoop van 28,1 miljoen ton. Fabrieken in negen landen en 61.305 werknemers.

In België werken bijna 5.800 mensen, van wie bijna 5.000 in Gent.

Bio

– 55 jaar

– 1989: start bij Sidmar in Gent, de voorloper van ArcelorMittal, als projectingenieur

– 1995-2005: diverse functies in de staalfabriek in Bremen, Duitsland

– 2005-2008: COO en later CEO van ArcelorMittal Gent

– 2009-2014: CEO vlakstaal Noord-Europa

– 2014-2021: CEO vlakstaal en aankoop Europa

– 2021: CEO ArcelorMittal Europa

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content