Wim Verhoeven
‘Economische sensatie scoort ook bij extremisten’
Voeding wordt razendsnel duurder en dus moet er een moratorium komen op prijsverhogingen van basisproducten. Dat ballonnetje van de consumentenorganisatie Test-Aankoop werd razendsnel doorprikt, maar toch loont het de moeite erbij stil te staan. Het is niet de eerste keer en het zal ook niet de laatste keer zijn dat economische paniekverhalen opduiken. Paniek scoort in de media en op het internet. Maar paniek is een slechte raadgever. Paniek leidt tot slecht beleid en is koren op de molen van linkse en rechtse extremisten.
Test-Aankoop heeft samen met u en mij vastgesteld dat de voedselprijzen fors zijn gestegen. Sommige basisproducten zijn inderdaad 20, 30, soms 40 procent duurder geworden. Extra pijnlijk is dat het vaak over gezonde producten gaat, zoals groenten en fruit. Veel van wat in dit seizoen in de groenteafdeling van de supermarkt ligt, is afkomstig uit de serreteelt. Toen de energieprijzen in het najaar de pan uitrezen, hebben telers hun productie van komkommers, tomaten, paprika’s, courgettes of sla beperkt. Bovendien stokt de aanvoer uit Zuid-Europa, waar het weer de afgelopen maanden tegenzat. Resultaat: schaarste en hogere prijzen.
Wie de feiten bewust verkeerd voorstelt, moet na de verkiezingen van 2024 maar eens voor de spiegel gaan staan.
De parallel met de paniek over de energieprijzen is snel gemaakt. Vandaag weten we hoe overdreven die was. De stijging van de energiefactuur werd schromelijk overschat, de overheid heeft overdreven met haar compensaties voor alles en iedereen, de index gaf geen juiste weergave van de feiten en de lonen zijn sneller gestegen dan strikt noodzakelijk. U weet wie die rekening heeft betaald: de staatskas en de bedrijfskassen. Desondanks vonden de vakbonden het nodig nog meer loonsverhogingen te eisen, boven op de automatische loonindexering. In volle energiepaniek ging hun verhaal er vlotjes in. De middenklasse stond op kapseizen. Eenzelfde gevoel overvalt me nu. Sla is 40 procent duurder. Hélp!
Slechts één groep verdient bescherming: de laagste inkomens uit arbeid. Zij zijn kwetsbaar omdat ze in harde euro’s veel minder beschermd zijn tegen koopkrachtverlies dan de hogere inkomens. Tijdens de energiecrisis schreef ik hier letterlijk: “Willen we leven in een land waar mensen die werken, bijdragen aan onze welvaart en misschien niet de gezelligste maar wel vaak noodzakelijke jobs doen, het risico lopen om naar de voedselbank te moeten? Indien niet, moeten we hen op een slimme manier helpen.” Dat geldt nu ook. Een moratorium op prijsverhogingen is onzinnig. Het maakt ondernemen in de retail, de landbouw of de voedingsindustrie nog moeilijker dan het al is. Meer dan ooit moet de automatische loonindexering gemoderniseerd worden, maar dat debat wensen de vakbonden niet te voeren. De indexering spekt immers de sociale zekerheid. Dat de laagste inkomens er niet mee geholpen zijn, interesseert hen niet. Dat de overheid en de bedrijven de rekening betalen evenmin. Ook de consumentenorganisatie slaat de bal mis.
We spreken in dit land vaak over antipolitiek, populisme en angst voor een verdere groei van de extreme partijen. Wel, laat ons alvast eens beginnen met de feiten juist te zetten. De gemiddelde koopkracht is sinds de energiecrisis niet gedaald maar gestegen. Een duurdere rekening in de supermarkt kan een gemiddeld gezin dragen. Paniek is nergens voor nodig. Dat soort signalen is alleen goed om een sluimerend ongenoegen aan te zwengelen. Ze vertrekken bij de belangenorganisaties maar worden gretig verspreid via de media. Is dat onkunde? Of gemakzucht omdat economische sensatie lekker klikt op websites en sociale media? Economisch populisme is het. Wie de feiten bewust verkeerd voorstelt, moet na de verkiezingen van 2024 maar eens voor de spiegel gaan staan. Niet alles is de schuld van de politiek.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier