De autogroep Valckenier werd groot met de merken Renault en Dacia. Té groot zelfs. Vijf jaar geleden opteerde het familiebedrijf voor een multimerkenbeleid. “Ik ben geboren met het merk Renault, maar vandaag heb ik gewoon graag dat iemand een wagen van Valckenier koopt.”
De toonzaal in Aalst staat vol modellen, de plaatsen op de parking zijn vrij krap. Het gaat goed met de garagegroep Valckenier. “In vijf jaar is onze verkoop minstens verdubbeld”, vertelt gedelegeerd bestuurder Guy Valckenier (59). “Maar groeien is geen doel op zich. We groeien niet omdat we absoluut willen groeien. Het moet beheersbaar blijven. Je mag niet te snel groeien. Je hebt meer mensen en een betere organisatie nodig. Je moet dat aankunnen. Maar het gaat ook over opportuniteiten. Kansen komen, en dan beslis je of je ze neemt of niet.”
‘In het eerste jaar verkochten we dertig Renault-wagens. Vorig jaar waren dat meer dan 12.000 nieuwe en zo’n 3.500 tweedehandse wagens’
In Aalst en omgeving, van Asse tot Wetteren, is Valckenier een naam als een klok. Maar de actieradius reikt verder, met vijftien vestigingen van Oostende, via Gent tot Ninove. Vader Bart Valckenier en moeder Rolanda De Smet begonnen in 1967 een tankstation in Welle, bij Denderleeuw. Later kwam daar een Renault-garage bij. “In dat eerste jaar verkochten we dertig Renault-wagens. Vorig jaar waren dat meer dan 12.000 nieuwe en zo’n 3.500 tweedehandse wagens.” Ook de cijfers van de consoliderende holding nv Mobility & Services Center laten de groei zien (zie tabel).

Pieken en dalen
Renault en diens goedkope dochter Dacia maken twee derde van de volumeverkoop uit. Sinds 2020 verkoopt de onderneming ook andere merken. Dat zijn onder meer BYD, Kia, Opel en de merken van de Stellantis-groep met onder meer Alfa Romeo, Citroën, Fiat en Peugeot. “Ik heb nog altijd een band met Renault. Dat gaat er niet uit. Ik ben geboren met dat merk”, benadrukt Guy Valckenier. “Maar vandaag heb ik gewoon graag dat iemand een wagen van Valckenier koopt. Van 2000 tot 2018 wilden we groter worden met één merk, Renault. We streefden naar synergie, zoals de centralisatie van de boekhouding en de besteldiensten. Maar op een bepaald moment word je te groot voor dat merk. We hebben bijvoorbeeld onze goed draaiende concessie in Zaventem moeten verkopen. Daarnaast kent een merk zijn pieken en dalen, door onder meer de modellen en de fiscaliteit. Je bent dan afhankelijk van dat ene merk.”
In 2020 kwamen de merken van Stellantis erbij, vanaf 2021 ook Kia. In 2026 zal Valckenier ook BYD verkopen. “Initieel lag de koerswijziging gevoelig bij Renault. Het leek heel moeilijk. Maar wij werden groter en groter. Dat creëert meer verantwoordelijkheid, ook ten aanzien van het personeel. Wij moeten een bepaalde rentabiliteit nastreven. Stap voor stap heeft Renault het toegelaten. De toonzaal in ons hoofdkantoor heeft nu verschillende merken en modellen. Daarmee maak je het gebouw winstgevender. Ook de diensten na verkoop halen hogere volumes. Daar staan uiteraard ook investeringen tegenover.”
Bedrijfswagens
De affiniteit van een klant met een merk verkleint ook. “Dat hangt ook samen met het grote marktaandeel van bedrijfswagens in België. Dat contact is anders dan wanneer je zelf eigenaar bent. Bovendien evolueren merken veel sneller dan vroeger. Kia is de voorbije vijf jaar enorm geëvolueerd in elektrificatie. Het merk heeft daar een heel imago rond opgebouwd. Daarmee bouw je een bepaald cliënteel op. Dat ging vroeger niet zo snel.”
Bedrijfswagens betekenen de helft van de volumeverkoop, particulieren maken de andere helft uit. Naast bedrijfswagens voor werknemers gaat het ook om bestelwagens. Ook in dat segment maken beide elk de helft. “Bedrijfswagens voor werknemers zijn vooral premiummerken. Die hebben wij niet. Het merk Dacia heeft bijvoorbeeld geen bedrijfswagens. Dat is een merk voor particulieren. Bij Kia liggen de verhoudingen helemaal anders.”
Ruim de helft van de verkoop van het Zuid-Koreaanse merk zijn elektrische wagens. “Dat zijn bijna uitsluitend bedrijfswagens voor werknemers. We hebben drie markten. Slechts 2 tot 3 procent van de particulieren koopt een elektrische wagen. 97 procent van de werknemers met een bedrijfswagen rijdt elektrisch. En dan zijn er nog bestelwagens. Die hebben meestal een dieselmotor, maar daar is een evolutie naar elektrische wagens, die zal doorzetten. Ik ben er niet van overtuigd dat de particulier volledig zal omschakelen. Er is de kostprijs, en het is niet altijd mogelijk een laadpaal thuis te plaatsen, zeker voor mensen in appartementen. De hybride versies zijn een zeer goed alternatief.” Valckenier investeert weliswaar volop in de elektrificatie. Het heeft als een van de weinige garages in ons land een eigen batterijenreparatiecentrum voor de merken die het verkoopt.
Van auto naar fiets
De dalende affiniteit met een merk ging gepaard met een verbreding van het aanbod. Valckenier is meer dan zomaar een wagenverkoper. Het omschrijft zich als een mobiliteitsaanbieder. Met ook diensten als deelwagens, huurauto’s voor een kortere termijn en een fietsdienst. Eind 2023 kocht de autogroep een belang van 70 procent in de Gentse fietswinkel Biker. De onderneming maakte verlies in het boekjaar 2023-2024.
“Vorig jaar was de fietsmarkt zeker niet positief. Wie enkel een fietsenwinkel uitbaat, krijgt het dan moeilijk. Wij hebben een ruimer gamma. Wij bieden fietsleasing aan, als een deel van het mobiliteitspakket van een onderneming. De fietsenmarkt werkt ongeveer op dezelfde manier als de automarkt.” Valckenier heeft drie fietsenwinkels, onder meer in de toonzaal van het hoofdkantoor.
‘De nieuwe generatie begint op de werkvloer, aan de receptie. De bedoeling is dat ze in één tot twee jaar alles leert, zodat ze alle aspecten van ons bedrijf kent’
Bij het mobiliteitsaanbod hoort ook nog de nv Carrosserie Valco. Koetswerkbehandeling gebeurt in vier aparte filialen, voor alle mogelijke merken. “Een carrosserie is werk voor specialisten, vandaar de aparte filialen. We doen daar ook werk voor andere garages, leasemaatschappijen en verzekeraars. Vandaar ook de aparte naam. De naam Valckenier wordt geassocieerd met de merken die wij verkopen. Wie met een Mercedes rijdt, komt bij Valco terecht.”
Familiebedrijf
Tijdens de fotosessie poseert Guy Valckenier naast zijn dochter Femke en zijn nicht Lauren Valckenier, de dochter van zijn broer Koen (55). Allen werken ze in het bedrijf. Koen is vooral de technisch vaardige man en doet het gebouwenbeheer. Zus Peggy (53) leidt Carrosserie Valco. Ook vier telgen van de derde generatie zijn aan de slag bij de autogroep. “Alle kinderen hebben eerst twee tot drie jaar elders werkervaring opgedaan”, zegt Guy Valckenier. “Ze beginnen op de werkvloer, aan de receptie. De bedoeling is dat ze in één tot twee jaar alles leren, zodat ze alle aspecten van ons bedrijf kennen: de receptie, de dienst na verkoop, het magazijn, de bestelling van nieuwe wagens, de verkoop en de levering van de wagens.”
Dochter Silke is psycholoog en verantwoordelijk voor hr. De tweede dochter van Guy, Femke, doet digitalisering en marketing. Lauren wordt de verantwoordelijke voor BYD. Valckenier verkoopt het Chinese merk vanaf volgend jaar in twee nieuwe vestigingen, in Aalst en Asse. “Het opstarten van een nieuw merk wordt een leerschool voor Lauren”, vindt Guy Valckenier.
De vierde derdegeneratietelg is Yentl, een zoon van Koen. Hij heeft een financiële achtergrond en werkte voordien drie jaar bij KPMG. “Wellicht zal hij in de financiële afdeling belanden, maar dat wordt zijn keuze. Opvolging is heel belangrijk en wij zijn er volop mee bezig. Als we nog vijf jaar wachten, is het te laat. Mijn generatie blijft nog vijf tot zes jaar actief. Wellicht blijven we een familiebedrijf, als we zeker zijn dat het op de goede manier wordt voortgezet. Als daar twijfels over komen, ben je beter dat het bedrijf niet langer in de familie blijft. Ik ben daar heel rationeel in. Het bedrijf gaat vóór op de familie, en niet omgekeerd.”