Waterfactuur volgend jaar gemiddeld 20 euro omhoog: ‘Nood aan extra sociale correcties’

© Thinkstock

De drinkwatertarieven voor 2017 zijn goedgekeurd. In heel Vlaanderen kunnen gezinnen zich aan een hogere factuur verwachten. Dat meldt de WaterRegulator. De oppositie wijst minister Joke Schauvliege (CD&V) met de vinger.

De prijsstijging varieert van amper 1 euro per jaar bij Vivaqua (actief in Vlaams-Brabant) tot 22 euro bij De Watergroep, de grootste speler in Vlaanderen. De totale factuur van een gemiddeld gezin zou stijgen van 378,63 dit jaar naar 397,68 euro in 2017, zo blijkt uit projecties van de regulator.

De verhogingen die de WaterRegulator goedkeurde, hebben alleen betrekking op de drinkwatercomponent. Deze omvat de kosten voor de productie en levering van drinkwater en is goed voor ongeveer 44 procent van de totale factuur die een gezin betaalt.

De tariefverhogingen lopen sterk uiteen per maatschappij. Ze gaan van 1 euro bij Vivaqua en 4 euro bij IWVA en IWVB, over 12 en 13 euro bij AGSO Knokke-Heist en pidpa, tot 19 à 22 euro bij Water-link, Farys en De Watergroep. In percentage uitgedrukt gaan ze van 0 of 2 procent (bij Vivaqua, IWVA en IWVB) tot 9 à 14 procent hoger bij de andere maatschappijen.

Oppositiepartij sp.a wijst bevoegd Vlaams minister Joke Schauvliege (CD&V) met de vinger. ‘De minister had de ambitie om de drinkwaterfactuur niet te laten stijgen bij gelijk verbruik. Helaas is ze daar faliekant in gefaald’, zegt Vlaams parlementslid Rob Beenders. ‘Water wordt voor alsmaar meer mensen onbetaalbaar.’

De sp.a-volksvertegenwoordiger pleit voor een eerlijkere en transparantere waterfactuur, met ook extra sociale correcties. Zo zou iedereen die leeft onder de armoedegrens, een OMNIO-statuut heeft, of in schuldbemiddeling of budgetbegeleiding zit, een korting van 80 procent moeten krijgen op de factuur. Daarnaast pleit sp.a ervoor dat elke Vlaming, ongeacht zijn woonplaats, een basispakket water zou krijgen tegen dezelfde prijs. ‘Verbruikt men meer dan het vooropgestelde basispakket, dan mag de drinkwatermaatschappij de meerverbruiker hogere tarieven aanrekenen’, klinkt het. Momenteel hanteert elke watermaatschappij eigen tarieven. Daardoor kan de factuur voor eenzelfde verbruik ‘tot 169 euro’ verschillen naargelang de woonplaats, klaagt Beenders aan.

Theoretische berekening

Behalve voor het drinkwater zelf betaalt een gezin via de waterfactuur ook een gemeentelijke en een bovengemeentelijke saneringscomponent. Het tarief van deze laatste ligt voor 2017 al vast (een indexering van 1,77 procent tegenover 2016), maar dat van de gemeentelijke saneringsbijdrage nog niet helemaal. Deze laatste mag echter maximaal 1,4 keer hoger zijn dan de bovengemeentelijke bijdrage.

Op basis van projecties komt de WaterRegulator toch al tot een geschatte jaarfactuur van 397,68 euro voor een gemiddeld gezin (van 2,3 personen en met een verbruik van 84 kubieke meter per jaar). Dat is bijna 20 euro meer dan in 2016.

Het gaat om een zeer theoretische berekening van de gemiddelde jaarfactuur, benadrukt men bij de WaterRegulator (die deel uitmaakt van de Vlaamse Milieumaatschappij, VMM). Het is immers een gewogen gemiddelde van de verschillende tarieven die elke maatschappij hanteert.

De goedgekeurde drinkwatertarieven maken deel uit van een tariefplan 2017-2022 dat de watermaatschappijen indienden. De grootste tariefstijging is volgens die plannen voorzien in 2017; de jaren nadien zouden ze minder stijgen.

Voor De Watergroep werd alleen het tarief van 2017 goedgekeurd. “Voor de periode 2018-2022 beoordeelt de WaterRegulator de onderbouwing van de tarieven als onvoldoende”, klinkt het.

Partner Content