Wannes Cappelle (Het Zesde Metaal): ‘Muzikant zijn is een dure hobby’

WANNES CAPPELLE "Alleen maar toeren met een band? Daar kun je geen gezin mee onderhouden." © ID
Sjoukje Smedts  medewerker van Trends

Met zijn band Het Zesde Metaal brengt Wannes Cappelle al tien jaar lang platen uit. Een makkelijke weg is dat niet. ‘Van muziek kun je net rondkomen als het echt goed gaat.’

Grof vindt Wannes Cappelle het, als hij er achteraf op terugkijkt. In zijn hele leven kreeg hij geen enkele les economie. “Niets, niemendal. Dat kan dus. Ongelooflijk toch”, vindt hij. “Zeker als je dan later merkt dat economie zo’n belangrijk deel van ons leven uitmaakt.” Cappelle begint nu pas ten volle te begrijpen hoe bijvoorbeeld een bank werkt. “In het boek Sapiens van Yuval Noah Harari wordt prachtig en heel eenvoudig uitgelegd hoe het systeem van leningen in elkaar zit. Hoe dat volledig gebaseerd is op het vertrouwen dat het in de toekomst beter zal gaan met een bedrijf. Eindelijk was er iemand die mij glashelder uitlegt hoe er wordt gegoocheld met geld. En toen dacht ik: er zijn dus gemakkelijkere manieren om geld te verdienen” ( lacht).

Een platenfirma is een heel dure bank die je een lening aanbiedt

Niet dat Cappelle wil klagen. Met zijn band Het Zesde Metaal brengt hij al tien jaar lang platen uit. Vanaf 2 februari toert hij samen met broeder Dieleman en Frans Grappenhaus met een programma over hun gezamenlijke album Dit is de bedoeling. “Ik merk dat ik vandaag in een andere positie zit”, bevestigt Cappelle. “Toen we zo’n zes jaar geleden wilden lenen om een appartement te kopen, kon dat maar net. Vrienden en familie moesten ons geld voorschieten om de notariskosten te betalen. Toen we enkele jaren later gingen aankloppen voor een lening om een huis te kopen, was net aangekondigd dat Het Zesde Metaal op Werchter zou spelen. Plots moest ik bij de bank minder bewijzen. Als je anders zegt dat je artiest bent, vragen ze al snel wat je vrouw doet”, lacht Cappelle.

Hij begrijpt de reactie wel. “Muzikant zijn is eigenlijk een dure hobby, waar je net van kunt rondkomen als het echt goed gaat. Zelf heb ik het gevoel dat ik alleen van mijn muziek zou kunnen leven als ik af en toe ook eens solo ga spelen. Maar alleen maar toeren met een band? Daar kun je geen gezin mee onderhouden.” Dat begint Cappelle stilaan ook te merken als hij liveoptredens van collega’s ziet. “Tijdens de kerstvakantie was ik bij mijn schoonfamilie in IJsland. Toen ik op televisie een show met verschillende jonge muzikanten zag, viel me op dat er maar één dj op het podium stond. Hij speelde de muziek voor elke zanger of zangeres. Van een liveband was geen sprake. In de jaren negentig was zoiets nog een schande”, herinnert Cappelle zich. “Nu is er minder te verdienen, dus moet je wel zo gaan denken.”

WANNES CAPPELLE
WANNES CAPPELLE “De muzikant als ambachtsman dreigt te verdwijnen.”© ID

Ego aan de kant

Toch komt Het Zesde Metaal nog altijd met tien tot twaalf mensen backstage aan voor een optreden. “We zijn echt een ploeg geworden, het is dus niet zo dat ik de werkgever ben”, aldus Cappelle. “Iedereen heeft het gevoel dat de band voor een deel van hem is, en dat is ook zo als het op loon aankomt. We delen de koek. In ruil daarvoor vragen we dat iedereen Het Zesde Metaal voorrang geeft. Het mag niet gebeuren dat we niet kunnen spelen omdat iemand met een andere groep ergens anders naartoe gaat. Nu het succes van de band groeit, kunnen we dat engagement vragen.”

Wat niet hetzelfde is als uitsluitend voor Het Zesde Metaal werken. Dat durft Cappelle ook van zichzelf niet te vragen. “In 2020 wil ik me vooral op Het Zesde Metaal concentreren. Tot ik vooruitkijk en besef dat ik met het spelen van tien clubconcerten en enkele optredens op festivals de rekeningen niet kan betalen. Dan begin ik meteen te denken wat ik daarnaast nog kan doen.” Cappelle werkte bijvoorbeeld mee aan Bevergem en hij schrijft mee aan de nieuwe tv-serie Grond.

“Ik heb dan nog het geluk dat ik ook tijdens solo-optredens zieltjes kan winnen voor Het Zesde Metaal”, zegt hij. “Voor vrienden die muziek maken die je alleen met een band kunt spelen, is het veel moeilijker. Zelfs als ze een organisator aanbieden om gratis te komen spelen, zal hij hen pas boeken als ze wat volk kunnen meebrengen. Dat maakt het almaar moeilijker om live te spelen.”

Dat heeft volgens Cappelle ook gevolgen die voor het grote publiek niet meteen zichtbaar zijn. “Via mijn vrouw ken ik bijvoorbeeld een Amerikaan die al jarenlang de leider van een hotelband in een skioord was. Hij en zijn collega-muzikanten waren vast in dienst. Elke avond speelden ze samen met een bekende artiest. Ondertussen is die man zijn werk kwijt en is hij organist in een kerk. Zulke voorbeelden zie je overal”, weet Cappelle.

“Terwijl er behoefte is aan muzikanten die het vak volledig onder de knie hebben. Het is mij ook al overkomen dat de producer mijn gitaarpartij door een professional liet inspelen. Op zo’n moment moet je je ego even aan de kant zetten. Maar de muzikant als ambachtsman dreigt te verdwijnen. Omdat we een beetje zijn omgekocht door de technologie.”

Kleinkunst of schlagerzanger

Ook Cappelle zelf. Hij ziet het nog zo voor zich hoe hij zijn eerste computer met geluidskaart en geschikte microfoon kocht. Met het geld dat hij anders van zijn ouders zou krijgen voor zijn huwelijk. “Ik dacht toen dat ik toch nooit zou trouwen. Dat heb ik achteraf wel aan mijn vrouw moeten uitleggen ( lacht). Het was mijn eerste investering in technologie en ondertussen ben ik er als muzikant compleet afhankelijk van.” Wat ook voordelen biedt. Voor de opname van een van de ep’s van Het Zesde Metaal is bijvoorbeeld geen studio geboekt. Het nummer werd gewoon opgenomen tijdens soundchecks in cultuurcentra.

Mensen kopen vaker vinylplaten, zelfs als ze geen platenspeler hebben

Het doet denken aan de manier waarop ook de eerdere platen van Het Zesde Metaal gemaakt werden. Om Akattemets, het eerste album, te kunnen opnemen, klopte Cappelle aan bij vrienden. “Vier mensen gaven ons elk 2500 euro uit sympathie. Als we voldoende cd’s verkochten, kregen ze hun geld terug. Ze wilden zelfs geen deel van de winst. Kregen ze hun geld niet terug, dan was het gewoon jammer. We hebben iedereen wel kunnen terugbetalen.”

De tweede plaat nam Het Zesde Metaal opnieuw heel low budget op in Cultuurkapel De Schaduw in Ardooie, in ruil voor een optreden. “We hadden toen al de conclusie getrokken dat onze muziek nooit commercieel interessant zou worden en voor echte liefhebbers zou blijven. We maakten het album daarom in eigen beheer.” Het werd de plaat waar Ploegsteert op stond, het nummer dat afgelopen jaar voor de derde keer op rij bovenaan in de Belpop 100 van Radio 1 stond.

“Eigenlijk werkte dat dus heel goed”, blikt Cappelle terug. “Toen Tim Beuckels van Unday Records bij ons aanklopte, zag onze manager dan ook weinig reden om met een platenfirma in zee te gaan. Als muzikant vergeet je dan dat een platenfirma eigenlijk een heel dure bank is die je een lening aanbiedt.”

Het aanbod van Unday Records bleek volgens hem toch te goed om te blijven afwijzen. “De samenwerking met Unday bood een paar voordelen. Zo is het een sublabel van N.E.W.S. Records. Daardoor kunnen we ook extra infrastructuur en kennis gebruiken. Daarnaast zijn we de enige Nederlandstalige groep van het label, dat voor de rest indiebands in portefeuille heeft.”

Daar voelden de muzikanten van Het Zesde Metaal zich meer mee verwant dan met sommige andere Nederlandstalige bands. “Ik denk dat veel Nederlandstalige groepen daarmee worstelen. Zodra je in het Nederlands zingt, kom je terecht in het vakje ‘kleinkunst’. Of liggen je albums bij die van de schlagerzangers in de cd-winkels.”

Blockchain en bitcoin

Cd-winkels. Het lijkt alweer even geleden dat iemand dat woord nog gebruikte. “Ik denk dat we de cd toch te snel dood hebben verklaard”, reageert Cappelle. “Er worden er nog altijd een heleboel verkocht. Van elke plaat die wij uitbrachten, waren dat ongeveer 10.000 exemplaren. Ons succes ging in die tijd wel in stijgende lijn, dus je kunt zeggen dat de cd-verkoop achteruitgaat, maar mensen nemen na een optreden nog altijd graag een gesigneerde cd mee naar huis. Al kopen steeds meer mensen ook onze vinylplaten, vaak zelfs zonder dat ze een platenspeler hebben. Een plaat blijft namelijk een hebbeding, dat je bijvoorbeeld aan iemand kunt opdragen. Een Spotifylijst voor je kinderen maken is niet hetzelfde als wanneer je kinderen op zolder de platen van mama of papa ontdekken.”

Je zult Cappelle er dus niet op betrappen dat hij zijn nummers inkort om ze een grotere overlevingskans op Spotify te bezorgen. “Er zijn ook artiesten die mensen betalen om hun nummers op Spotify te spelen”, vult hij aan. “Daar moet je als artiest niet mee bezig zijn.” Al blijft Cappelle wel onderzoeken hoe de technologie zijn vak verder kan verbeteren. Laatst nog verdiepte hij zich bijvoorbeeld in de blockchaintechnologie.

“Ik was daar heel erg door geïntrigeerd omdat die de tussenpersoon zou kunnen uitschakelen. Je zou de technologie bijvoorbeeld kunnen gebruiken voor het ontvangen van auteursrechten. Elke keer dat je nummer digitaal wordt afgespeeld, zou dat automatisch een transactie worden. Al zijn er ook keerzijdes”, merkte Cappelle ondertussen. “Het kost enorm veel energie om de codes te maken en uiteindelijk kun je stellen dat het daardoor gewoon een andere manier van boekhouden wordt. Bovendien lijken bitcoin en andere projecten die met blockchaintechnologie werken nu nog vooral een grote zeepbel te zijn.”

Het merk Wannes Cappelle

Cappelle focust daarom vooral op andere manieren om zichzelf en Het Zesde Metaal in de markt te zetten. “Wij merken dat je ook een goed verhaal moet vertellen naast je nummers. Dat hebben we echt moeten leren. De dame die we inhuurden om Ploegsteert te promoten vond dat we marketinggewijs bij elk nummer een verhaal moesten schrijven, al was het maar hoe we het hadden opgenomen. Eerst vond ik dat een beetje vies, nu begrijp ik het wel.”

Cappelle is zich er wel van bewust dat hij zichzelf zo een bepaald imago heeft aangemeten, dat hij sindsdien in stand moet houden. “Hoe groter je publiek wordt, hoe meer je voelt dat je in een bepaald vakje wordt gestoken. Ik merk dat vooral tijdens concerten, als ik tussen de nummers iets wil zeggen. Dan houd ik vaker dan vroeger rekening met de boodschap die ik de wereld in stuur. Als ik een rare uitspraak doe, blijft dat niet ongestraft, dus word ik voorzichtiger. En door voorzichtiger te worden, stop ik mezelf in een vakje.”

Maakt hij dan een merk van Wannes Cappelle? “Ja, en dat vind ik niet fijn. Te veel strategisch denken, ik voel dat het iets is waar ik tegen moet vechten. Bij elk nummer dat je schrijft, merk je meer en meer waar je goed in bent. Voor je het weet, heb je het gevoel dat je tot de kern aan het komen bent, terwijl je eigenlijk altijd op dezelfde spijker aan het slaan bent. Misschien kies ik er ook wel daarom voor om naast muziek maken ook andere dingen te doen. Heel gezond, vind ik dat. Je mag tenslotte niet vergeten dat je ook nog altijd buiten de eigen lijntjes kunt kleuren.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content