Vooruitblik op de beursweek: is de Chinese beurs een kans of een valkuil?
Een wereldwijde recessie is onvermijdelijk en de Chinese aandelenbeurzen zijn nog niet uit het slop.
De economische vertraging lijkt ingezet in de Verenigde Staten en de eurozone, althans volgens de voorlopige cijfers van de aankoopmanagersindexen (PMI’s) van vorige week. Die wezen unaniem op een recessie. De definitieve cijfers van deze week zullen dat waarschijnlijk bevestigen. Voorts nemen de cijfers voor de werkgelegenheid en de bestellingen een stevige duik in de grootste vier economische blokken wereldwijd.
Klappen uit het verre oosten
Een economische vertraging staat in de sterren geschreven, maar dat betekent nog niet dat de Fed, die woensdag voor een nieuwe rentebeslissing samenkomt, zijn verkrappingsagenda zal bijsturen. De algemene verwachtingen zijn dat de Amerikaanse centrale bank de rente nog een keer met 0,75 procent optrekt, tot 3,75 à 4 procent. Een economische afkoeling zal de Fed niet doen inbinden, enkel een stevige terugval van de inflatie zal de centrale bank daartoe bewegen.
Dat een economische afkoeling kan wegen op de bedrijfswinsten, bewijst China. Niet alleen doen de Chinese aandelenindexen het beduidend slechter dan de Europese en de Amerikaanse (de Hang Seng-index staat op -36 procent sinds begin dit jaar), de Chinese groeivertraging begint ook in het Westen op de bedrijfsresultaten te wegen.
Zo kregen enkele waarden uit de portefeuille van Inside Beleggen zware klappen uit het Verre Oosten. Vorige week stuurde Ageas een winstwaarschuwing uit, wegens het tegenvallende Chinese economische en beursklimaat. Ook het sportmerk adidas vervloekte in zijn voorlopige derdekwartaalcijfers de Chinese groeivertraging. De verkoopcijfers zijn er met meer dan 10 gedaald tegenover vorig jaar. Op 9 november komt adidas met definitieve cijfers. Het Belgische techbedrijf Barco verkocht minder bioscoopprojectoren in China door de aanhoudende lockdowns.
Economische groei is niet gelijk aan beurssucces
Nadat Xi Jingping zich twee weken geleden voorgoed op het keizerlijke schild heeft gehesen, lijken de beleggers nog meer afkeer te hebben gekregen van de Chinese beurzen. In de afgelopen maand gingen de Chinese indexen, zoals de Hang Seng of de CSI 300, zowat 7 tot 13 procent in de min, terwijl de westerse beursindexen standhielden.
Bilal Hafeez, de oprichter van het onderzoeksbureau Macro Hive, wijst op de fout die veel beleggers maken door economische groei gelijk te stellen met sterke beursprestaties. De twee gaan niet noodzakelijk hand in hand, zeker niet in China, waar de economische groei enkel de eer en glorie van de Communistische Partij moet dienen, niet die van de bedrijven of de consumenten. Tussen 2010 en begin 2022 groeide de Chinese economie met 232 procent en de Chinese aandelenmarkt met 28 procent. De VS zijn daar het tegenbeeld van, met in die twaalf jaar een economische groei van ‘slechts’ 56 procent, maar de aandelenmarkt ging in dezelfde periode wel 297 procent hoger.
De beleggers lijken dat te beseffen, en verlaten massaal de Chinese beurstanker. De Chinese risicopremie, het extra rendement dat beleggers willen voor het hogere risico van Chinese aandelen, wordt daarmee almaar groter, zoals Peter Garnry van Saxo zegt. Daarmee is de Chinese beurs historisch goedkoop gewaardeerd. De vraag is of dat terecht is. China-watchers verwachten verdere stimulus vanuit de Chinese overheid en centrale bank. Tegelijkertijd blijven het verstikkende covid-beleid en de met schuld beladen vastgoedsector het economische herstel afremmen.
Rampweek voor Amerikaanse tech
Voorts was vorige week een rampweek voor de Amerikaanse Big Tech. Microsoft en Google-moeder Alphabet gingen enkele procenten onderuit na tegenvallende resultaten. Amazon schaafde meer dan 15 procent van zijn koers na pessimistische vooruitzichten. Meta, het voormalige Facebook, ging zelfs meer dan 20 procent onderuit, nadat het zijn vrije kasstroom bijna volledig had zien opdrogen in vergelijking met voorgaande kwartalen en omdat de inkomsten uit online-advertenties tegenvielen. De investeringen in het metaverse lijken de beleggers niet te bekoren. Enkel Apple hield relatief goed stand.
De post-coronawinsten lijken voorbij voor de techspelers, die unisono de kostenbesparingstrom roffelden tijdens de analistencalls. In totaal verloren de grote Amerikaanse techbedrijven vorige week zo’n 600 tot 700 miljard dollar aan beurswaarde. De technologie-index Nasdaq wist wel de week in het groen te eindigen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier