Voor de meeste particulieren is een thuisbatterij niet rendabel: 3 alternatieven
De VREG adviseerde onlangs een thuisbatterij te gebruiken, om de eigen productie van zonnestroom efficiënter te benutten en de energiekosten te verlagen. Testaankoop waarschuwde dat thuisbatterijen meestal niet rendabel en weinig ecologisch zijn. Hoe zit dat nu?
Ondanks het wegvallen van overheidssubsidies is de financiële rendabiliteit van thuisbatterijen de voorbije maanden enigszins verbeterd, vooral omdat batterijen door een samenspel van gedaalde grondstoffenprijzen en overstocks goedkoper geworden zijn. Maar gemiddeld betalen mensen, inclusief installatie- en keuringskosten, nog altijd ongeveer 900 euro per kilowattuur (kWh). Een gemiddelde thuisbatterij heeft een opslagcapaciteit van 5 of 6 kWh.
Thuisbatterij, risicovolle investering of extra comfort?
Met de huidige prijzen is een thuisbatterij gemiddeld pas na meer dan tien jaar terugverdiend. “Op voorwaarde dat de batterij zolang meegaat en geen tussentijdse defecten kent of herstellingen vereist”, benadrukt Joannes Laveyne, onderzoeker aan het Elektrisch Energielaboratorium van de Universiteit Gent. “Fabrikanten geven hun batterijen over het algemeen een levensduur van tien jaar – in het beste geval is zo’n batterij dus een break-even-operatie. Anders gesteld: ik vind het een zeer risicovolle investering. Er bestaan veel betere beleggingen voor mensen die potentieel financieel rendement zoeken.” Al erkent Laveyne wel dat batterijcellen in China de jongste tijd sterk in prijs gedaald zijn. Daardoor zouden ook de marktprijzen voor nieuwe batterijen sterk kunnen dalen, waardoor thuisbatterijen in 2025 misschien wel rendabel(er) worden.
Er zijn ook mensen die een thuisbatterij aankopen omwille van comfort en gemoedsrust. Dat blijkt uit het FlexSys-onderzoek dat Joannes Laveyne mee coördineerde. Drie jaar lang volgde de studie vijftig gezinnen op, om te analyseren hoe ze hun elektriciteitsverbruik flexibeler konden maken. “Bij sommigen speelt de terugverdientijd van een thuisbatterij minder”, verduidelijkt Laveyne. “Ze zien die batterij vooral als een manier om niet te moeten nadenken over het capaciteitstarief, of om bepaald verbruik niet uit te moeten stellen tot stroom goedkoper is.” Om te koken wachten mensen daar sowieso niet op – ze willen dan vooral eten op tafel. “Hun energieverbruik hoeft dan niet flexibel te zijn: de batterij regelt dat, net zoals de terugdraaiende teller dat vroeger deed. Dat batterijen zichzelf na tien jaar misschien net wel of net niet terugbetalen, maakt voor die mensen minder uit”, klinkt het.
Thuisbatterijen na 10 jaar
Het klopt dat veel batterijen na tien jaar niet ineens zullen stoppen met functioneren. Ze zullen vooral gedegradeerd zijn. Er is wel een ander probleem. “Een thuisbatterij verslijt op twee manieren”, licht Joannes Laveyne toe. “Enerzijds door het aantal laad-en-ontlaadcycli – de meeste batterijen kunnen zichzelf 3.000 tot 4.000 maal opladen en weer ontladen. Anderzijds verslijten batterijen ook – los van het gebruik – door hun leeftijd.”
Na tien tot vijftien jaar zullen de meeste thuisbatterijen nog slechts 80 procent van hun originele opslagcapaciteit kunnen gebruiken. Sommige experts beweren dat omvormers de batterijen dan niet meer zullen aanvaarden, waardoor ze onbruikbaar worden. Al weet Laveyne niet of dat echt zo is. “Die 80 procent is volgens mij vooral een niveau waar ze economisch als onbruikbaar worden beschouwd, maar eenmaal ze afbetaald zijn, maakt dat eigenlijk niet zoveel meer uit.” Thuisbatterijen, bepaalde cellen ervan of grondstoffen kunnen dan wel gerecycleerd worden. “Maar financieel gezien hebben huishoudens die geïnvesteerd hebben in een thuisbatterij niets aan die recyclage”, klinkt het.
Thuisbatterijen en elektrische wagens
Nochtans blijkt uit nieuw onderzoek dat de batterijen van elektrische wagens na tien jaar – en ondanks hun gedaalde opslagcapaciteit – nog steeds prima bruikbaar zijn. Joannes Laveyne: “De batterijen van elektrische wagens zijn niet altijd vergelijkbaar met thuisbatterijen. Ze hebben vaak een andere samenstelling en zijn van een veel hogere kwaliteit. Ze zijn om die redenen ook een stuk duurder.”
‘De batterijen van elektrische wagens zijn niet vergelijkbaar met thuisbatterijen’
Joannes Laveyne, onderzoeker aan het Elektrisch Energielaboratorium van de Universiteit Gent
Wat dan met solid-state-batterijen? Volgens velen zijn die de nieuwe heilige graal, omdat ze veiliger, compacter, krachtiger en duurzamer zouden zijn. Niet alleen autofabrikanten willen de technologie integreren, er duiken ook prototypes op voor thuisbatterijen. “Solid-state-batterijen zullen bij hun marktintroductie nog een stuk duurder zijn dan die van de huidige generatie”, weet Joannes Laveyne. “Bovendien speelt het grootste voordeel van solid state – de compactere afmetingen – niet voor thuisbatterijen. Als mensen kunnen kiezen tussen een goedkopere maar fysiek grotere thuisbatterij of een duurdere maar fysiek kleinere versie, dan is het voor de terugverdientijd verstandiger voor de eerste optie te kiezen.”
Plug-and-Play-oplossingen
Er komen binnenkort ook plug-and-play-systemen op de markt. Dat zijn thuisbatterijen die u met een klassieke stekker gewoon in het stopcontact plugt. Via die weg kunnen die batterijen zichzelf opladen met de stroom die uw zonnepanelen opwekken, en zich ook weer ontladen om elk apparaat dat in uw woning met een stopcontact is verbonden, van stroom te voorzien. Het gebruik van die systemen vergt geen aanpassingen aan uw elektriciteitskast, geen installatie door een expert of een aparte keuring. Om de terugverdientijd nog te maximaliseren, is hun opslagcapaciteit doelbewust klein, al kunnen vaak verschillende units modulair gestapeld worden.
“Waarom betalen voor een grote batterij die u in de winter nooit vol geladen krijgt en in de zomer nog steeds te klein is”, klinkt het bij de makers. Om veiligheidsredenen zijn die plug-and-play-batterijen ook begrensd tot het maximaal injecteren van 800 watt in uw thuisnet. Voorbeelden van dergelijke oplossingen die in 2025 op markt zullen verschijnen, zijn de ModuleOne (1,5 kWh) van het Belgische MyGrid en de Plug-In Battery (2,7 kWh) van het Nederlandse HomeWizard.
“Ik weet niet of die systemen uiteindelijk wel toegelaten zullen worden op de markt – een thuisbatterij valt onder de C10/11-reglementering van decentrale energieproductie”, bemerkt Joannes Laveyne. “Er is ook een meldingsplicht voor wie een thuisbatterij wil gebruiken. En het lijkt me niet ongevaarlijk om stroom terug te voeden via een stopcontact. Wat met oudere woningen en oudere elektriciteitskabels? Of wat als iets misloopt met die batterij en er plots stroomspanning staat op alle stopcontacten in huis en iemand die aanraakt? Volgens mij is dat niet de toekomst waar iedereen op zit te wachten.”
Drie alternatieven voor een thuisbatterij
1. Maximaliseer uw eigen verbruik
“Zet grootverbruikers als warmtepompen en laadpalen voor elektrische wagens aan wanneer de zon maximaal schijnt: daarmee behaalt u het grootste financiële rendement”, stelt Joannes Laveyne.
2. Installeer meer zonnepanelen
“Vroeger werden PV-installaties gedimensioneerd op het gemiddelde jaarverbruik. Vandaag zijn de prijzen van zonnepanelen veel goedkoper geworden, en loont het uw volledige dakoppervlak vol te leggen. Zélfs al is de oriëntatie niet optimaal, u haalt er meteen meer opbrengst uit. Met een grotere installatie kunt u tot meer dan 30 procent van de zelf opgewekte stroom meteen zelf verbruiken.”
3. Wacht nog even af
“Er is momenteel een grote overproductie van batterijen, vooral in China. Het duurt zeker nog enkele maanden tot een jaar voor dat effect zich vertaalt naar de marktprijzen. Maar als thuisbatterijen 30 procent goedkoper worden, dan verkort dat de terugverdientijd en worden ze wél een interessante financiële investering. Uiteraard op voorwaarde dat Europa geen invoerheffingen instelt op Chinese batterijen”, zegt Laveyne.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier