Vlaanderen staat internationaal aan de top. Toch haalt één op tien jongeren onvoldoende op financiële geletterdheid

1189 Vlaamse leerlingen namen in 2022 deel aan de PISA-testen voor financiële geletterdheid. Over alle deelnemende landen heen, namen ongeveer 98.000 leerlingen deel. © iStock
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

De Vlaamse jongeren scoren beter dan de jongeren uit zowat alle andere landen die deelnamen aan de PISA-studie voor financiële geletterdheid. Enkel 15- en 16-jarigen uit Denemarken en Nederland doen het even goed.

Het Programme for International Student Assesment (PISA) onderzoekt niet alleen hoe goed jongeren kunnen lezen en hoe goed ze zijn in wiskunde en wetenschappen. In een twintigtal OESO-landen werd in 2022 ook de financiële geletterdheid van jongeren getest. De resultaten van die PISA-test werden vandaag bekendgemaakt. De test ging onder meer over kennis van financiële concepten en inzichten in financiële risico’s. Vlaanderen heeft meer toppresteerders (16%) dan gemiddeld en minder laagpresteerders (12%). Tot daar het goede nieuws, want de resultaten zijn wel slechter dan bij een vorige test in 2012.

Is uw financiële kennis beter dan die van de gemiddelde scholier? Doe hier zelf de test.

Arm versus rijk

Vooral bij de 10 procent zwakst presterende Vlaamse leerlingen is de gemiddelde prestatie in de periode van 2012 tot 2022 sterk gedaald. In de meeste andere landen blijft de prestatie van die groep min of meer stabiel. De gemiddelde score van de 10 procent sterkste Vlaamse leerlingen is ongeveer gelijk gebleven over de tien jaar die tussen beide metingen ligt. Dat maakt dat de prestatiekloof tussen de zwakste en de sterkste leerlingen in Vlaanderen in financiële geletterdheid is vergroot.

De grootte van de verschillen tussen leerlingen naargelang de socio-economische thuissituatie (in de grafiek hieronder SES) is in Vlaanderen groter dan het OESO-gemiddelde. Het zijn niet de Vlaamse leerlingen uit de minst bevoorrechte milieus die onderpresteren tegenover hun leeftijdsgenoten uit het buitenland. Het zijn de 25 procent leerlingen uit de meest bevoorrechte milieus die beter presteren dan het internationale gemiddelde. Blijkbaar slagen vermogende ouders erin hun kinderen meer over geldzaken mee te geven.

Autochtoon versus leerling met migratieachtergrond

Bijna in alle landen scoren autochtone leerlingen beter dan leerlingen met een migratieachtergrond. Canada, Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten zijn de uitzonderingen op de regel. Vlaanderen heeft de op één na hoogste prestatiekloof tussen autochtone leerlingen en leerlingen met een migratieachtergrond. De onderzoekers van de UGent hebben het effect van de sociaal-economische thuissituatie en de thuistaal op de financiële geletterdheid onderzocht. Gecorrigeerd voor de thuissituatie blijft nog de helft van de prestatiekloof tussen autochtonen en leerlingen met een migratieachtergrond overeind.

De vragen over financiële geletterdheid worden uiteraard in het Nederlands gesteld aan de Vlaamse leerlingen. De onderzoekers gingen ook na of de thuistaal een groot verschil maakt. Vlaamse leerlingen die thuis meestal de instructietaal spreken, halen een veel hogere gemiddelde score voor financiële geletterdheid dan leerlingen die thuis meestal een andere taal spreken. Ook leerlingen met een migratieachtergrond die thuis Nederlands spreken, scoren beter dan diegene die thuis een andere taal spreken, “maar dat verschil is niet significant”, klinkt het in het rapport. En dus besluiten de onderzoekers dat er “na statistische controle voor zowel socio-economische status als thuistaal” een effect is van de migratiestatus op de prestatie voor financiële geletterdheid. Er zijn dus nog andere (onbekende) factoren die een rol spelen.

Vlaamse minister van Onderwijs, Ben Weyts (N-VA), benadrukte de thuistaal als verklarende factor voor de prestatiekloof. “We hebben de koppositie, maar we kunnen die alleen behouden als we blijven inzetten op kennis en de lat hoog leggen. We zetten de laatste jaren sterker in op onderwijskwaliteit en er zijn duidelijk lichtpunten, maar de weg is nog lang. Daarom moeten we nu koers houden en bijvoorbeeld blijven inzetten op Nederlands op school én daarbuiten. Zo zien we ook in dit onderzoek dat leerlingen die thuis ook Nederlands spreken hogere scores behalen dan leerlingen die thuis een andere taal spreken.”

Leerlingen in het aso halen een beter score op de PISA-test voor financiële geletterdheid dan leerlingen in het kso, tso en bso. De leerlingen in het bso scoren het laagste. “Financiële geletterdheid hangt sterk samen met leesvaardigheid en wiskundige geletterdheid. Dat zijn net dingen waar we de laatste jaren opnieuw sterk op inzetten. Daar moeten we duidelijk mee doorgaan, als we onze koppositie willen behouden en nog willen verbeteren”, reageerde minister Weyts ook nog in het persbericht.

Meisjes versus jongens

Uit het internationale onderzoek komt er geen duidelijk verband tussen geslacht en prestatie. In zes landen scoren jongens significant hoger en in Italië is het verschil het grootste. In vier landen scoren meisjes significant hoger, met het grootste voordeel voor meisjes in Maleisië. In tien deelnemende landen, waaronder Vlaanderen is het verschil niet significant. Gemiddeld over de twintig deelnemende landen behalen meisjes een lagere score dan jongens.

In de meeste landen zijn er meer jongens onder de leerlingen die het allerbest scoren op financiële geletterdheid. Niet zo in Vlaanderen: daar is geen significant verschil. In geen enkel land zijn er meer meisjes dan jongens onder de toppresteerders. Tegelijkertijd zijn er ook zeven landen waar er meer jongens te vinden zijn onder de leerlingen met de laagste scores. Ook zo in Vlaanderen: 13,8 procent van de jongens haalt het niveau van attitudes en vaardigheden die noodzakelijk zijn om dagelijkse problemen aan te pakken en volwaardig te participeren in de hedendaagse samenleving zoals gedefinieerd volgens PISA. Ze kunnen met andere woorden eenvoudige financiële problemen niet zelfstandig oplossen. Ook 10,4 procent van de meisjes haalt dat niveau niet.

Ook Jean-Paul Servais van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) reageerde opgetogen op de resultaten: “De FSMA verheugt zich over deze goede score van de Vlaamse leerlingen ten opzichte van andere OESO-landen. Via het Wikifin-programma zet de FSMA al jaren in op financiële geletterdheid. Dat gebeurt via de website Wikifin.be voor het grote publiek en via het Wikifin School-platform voor onderwijs. Ons gratis lesmateriaal werd al meer dan 170.000 keer gedownload. Daarnaast bezoeken jaarlijks duizenden leerlingen het Wikifin Lab, een uniek belevingscentrum waar ze kunnen experimenteren met geldzaken. We juichen toe dat financiële educatie sinds enkele jaren is opgenomen in de onderwijsdoelen. Het is essentieel dat jongeren van jongs af aan bewust met geldzaken omgaan en voorbereid zijn op hun financiële toekomst. Ook de FSMA zal zich blijven toeleggen op de bevordering van financiële geletterdheid.”

De volledige resultaten van zowel het Vlaamse als het internationale onderzoek vindt u op deze website.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content