Verzekering van verenigingswerkers in 9 vragen en antwoorden
Sociaal-culturele organisaties en sportclubs zijn sinds vorig jaar verplicht een arbeidsongevallenverzekering af te sluiten voor hun verenigingswerkers. Een polis voor lichamelijke ongevallen is niet langer voldoende. Wat riskeren verenigingen die dat nog niet in orde hebben gebracht? Vzw- en verenigingsexpert Steven Matheï en Barbara Van Speybroeck, woordvoerder van de verzekeringskoepel Assuralia, geven tekst en uitleg.
Waarom is deze verplichting er gekomen?
STEVEN MATHEÏ. “In de eerste plaats om mensen beter te beschermen, die een deel van hun vrije tijd investeren in de werking en de uitbouw van een sport- of cultuurvereniging. Concrete voorbeelden van verenigingswerkers zijn monitoren en animatoren, dirigenten, trainers, sportcoördinatoren, speelpleinwerkers en artistiek begeleiders. Nadat het Grondwettelijk Hof de regels op het verenigingswerk in 2020 had vernietigd, werd in 2021 een tijdelijke regeling van kracht voor een periode van één jaar. Sinds 1 januari 2022 is er een nieuw systeem voor verenigingswerkers. Die regels rond ‘beloningen voor verenigingsactiviteiten’ zou je kunnen beschouwen als een raamwerk voor een mini-arbeidsovereenkomst. Het was echter nog wachten tot het voorjaar vooraleer de Kamer alle details goedkeurde. Pas dan konden verenigingen alles in orde brengen.”
Wat is het verschil tussen een verenigingswerker en een vrijwilliger?
MATHEÏ. “Vrijwilligers zijn onbezoldigde medewerkers, die voor hun werk en inspanningen geen loon ontvangen. Wel kunnen ze in bepaalde gevallen aanspraak maken op een onkostenvergoeding. Een verenigingswerker is iemand die kan bijverdienen onder een gunstig fiscaal stelsel, op voorwaarde dat het jaarloon onder een inkomstendrempel blijft. Voor de inkomsten van 2023 is dat maximaal 7.170 euro. Verenigingswerkers genieten ook een vrijstelling van de RSZ-bijdragen, op voorwaarde dat ze niet meer dan 450 uur per jaar werken in sportverenigingen, of niet meer dan 300 uur per jaar een sociaal-culturele verenigingen. We spreken over een verenigingswerker wanneer iemand buiten de normale werk- of schooluren actief is in een vzw of een instelling in de sport- of de sociaal-culturele sector, daarvoor een financiële vergoeding ontvangt, en de verplichtingen rond het verenigingswerk naleeft.”
Hebben vrijwilligers ook een arbeidsongevallenverzekering nodig?
MATHEÏ. “Neen. Bij vrijwilligers is alleen een vrijwilligersverzekering verplicht bij een vzw, een feitelijke vereniging met minstens één werknemer of wanneer die onder een koepel hangt. Andere feitelijke verenigingen, zoals een buurtvereniging die volledig op zich staat, heeft zo’n vrijwilligersverzekering niet nodig. Een vrijwilligersverzekering dekt schade aan derden, veroorzaakt door vrijwilligers tijdens het uitoefenen van hun vrijwilligersactiviteit. Denk aan een vrijwilliger die bij het opdienen van soep struikelt en daarbij iemand anders verwondt. Wanneer die soep echter op de vrijwilliger zelf zou terechtkomen, dan is de schade daarvan niet gedekt door de vrijwilligersverzekering.”
BARBARA VAN SPEYBROECK. “Vrijwilligerswerk is inderdaad niet onderworpen aan de wettelijk verplichte arbeidsongevallenverzekering. Indien je voor een organisatie vrijwilligerswerk doet, legt de Vrijwilligerswet wel een verzekeringsplicht op aan de meeste organisaties. Die verzekeringsplicht heeft echter in de meeste gevallen louter betrekking op de burgerlijke aansprakelijkheid die de vrijwilliger jegens derden kan oplopen. De verzekering dekt dan dus niet de eigen schade geleden door de vrijwilliger. Een aanvullende dekking voor lichamelijke schade kan in dat geval nuttig zijn.”
Bestaan verschillende formules voor een arbeidsongevallenverzekering voor verenigingswerkers?
VAN SPEYBROECK. “Van verschillende formules is geen sprake, want verenigingen moeten voor al hun personeel – bedienden én verenigingswerkers – een volwaardige arbeidsongevallenovereenkomst onderschrijven, die conform is aan de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971. De wet voorziet niet in een afwijkende vergoedingsregeling voor verenigingswerkers. Bijgevolg zal een verenigingswerker die het slachtoffer wordt van een arbeidsongeval of van een ongeval onderweg naar de verenigingsactiviteit, recht hebben op de terugbetaling van zijn medische en farmaceutische kosten, hulp van derden, een vergoeding bij tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid enzovoort. De vereniging noch de verzekeraar heeft dus marge om daarvan af te wijken.”
MATHEÏ. “De premiebepaling hangt mee af van welk werk en welke activiteiten de verenigingswerkers uitvoeren. Hoe groter het risico op een ongeval, hoe hoger de verzekeringspremie doorgaans zal zijn.”
Welke boetes riskeren verenigingen die nog geen polis voor hun mensen afgesloten hebben?
MATHEÏ. “Verenigingen sluiten een dergelijke polis in de eerste plaats af voor de veiligheid van hun medewerkers. Wie dat niet doet, brengt die mensen niet alleen (financieel) in gevaar bij een ongeval, maar riskeert ook boetes en gerechtelijke stappen. Al vroeg na het van kracht worden van de wettelijke verplichting ontvingen verschillende verenigingen boetes van het Federaal Agentschap voor Beroepsrisico’s (Fedris), omdat ze niet tijdig een arbeidsongevallenverzekering hadden afgesloten. Dat gebeurde zelfs voordat in het voorjaar van 2022 meer duidelijkheid bestond over het nieuwe verenigingswerk. Die boetes zijn bijzonder hoog, omdat ze berekend worden op een basisloon van 48.084,06 euro, terwijl verenigingswerkers vaak maar enkele uren per week presteren. De minister liet weten dat wordt gezocht naar een oplossing voor verenigingen die een boete ontvingen omdat ze in de eerste maanden van het jaar nog geen arbeidsongevallenverzekering hadden afgesloten, maar zich wel in orde stelden vlak nadat de nieuwe regeling werd goedgekeurd. Ook voor de hoogte van de boete wordt naar een oplossing gezocht.”
Hoe reageren verenigingen die zo’n boete ontvingen het best in afwachting van een oplossing?
MATHEÏ. “Ze zouden 10 procent van het boetebedrag kunnen betalen met vermelding van het dossiernummer.
“Daarna kunnen ze een aanvraag tot vermindering argumenteren bij Fedris, waardoor de boete beperkt kan blijven tot 10 procent, al biedt dat geen sluitende garanties. Bij zo’n aanvraag dient de vereniging de situatie uit te leggen, alsook aan te tonen dat er voor andere statuten, zoals bijvoorbeeld voor vrijwilligers, steeds verzekeringen waren in de vzw. Ze voegen daar het best de betalingsbewijzen aan toe.”
Voor welke ongevallen voorziet deze verzekering een tussenkomt?
MATHEÏ. “Verenigingswerkers worden in dezelfde polis arbeidsongevallen opgenomen als de bezoldigde arbeiders of bedienden die als werknemers ingeschreven zijn bij de vereniging. Wie een ongeval heeft tijdens het uitoefenen van een verenigingsactiviteit of op weg daar ernaartoe, kan rekenen op een vergoeding voor de medische kosten. Wie tijdelijk of permanent arbeidsongeschikt is, ontvangt eveneens een vervangingsinkomen. Meestal is er ook een vergoeding bij overlijden.”
Wat dekt de polis doorgaans niet?
MATHEÏ. “Er zijn uitsluitingen en beperkingen. Zo is er onder meer geen dekking voor ziektes die niet rechtstreeks het gevolg zijn van een arbeidsongeval. Ook opzettelijk door het slachtoffer veroorzaakte of erger gemaakte ongevallen worden uitgesloten.”
VAN SPEYBROECK. “De arbeidsongevallenverzekering moet minstens de bij wet bepaalde waarborgen bevatten. De uitsluitingen zijn ook bij wet bepaald. Dat is bijvoorbeeld het geval voor materiële, morele en esthetische schade.”
Zijn er specifieke aandachtspunten bij het afsluiten van een polis?
MATHEÏ. “Nog heel wat verenigingen zien het afsluiten van een arbeidsongevallenverzekering voor verenigingswerkers over het hoofd, of vergeten het wanneer een nieuwe medewerker aan boord komt. Mijn belangrijkste advies is dan ook: breng dat in orde. Het grootste ongeluk dat kan gebeuren, is dat verenigingen deze verzekering vergeten af te sluiten.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier