Verzekeraars willen af van de premietaks
De premietaks van 2 procent op elke storting ligt, in combinatie met de lage rente, aan de basis van de crisis in de sector van de levensverzekeringen. Daarom pleit de beroepsvereniging Assuralia voor de afschaffing van de premietaks.
Terwijl de schadeverzekeringen redelijk goed stand houden, is het al enkele jaren kommer en kwel in de sector van de levensverzekeringen. Vorig jaar daalden de premie-inkomsten met 5 procent tot 14,9 miljard euro. In individuele levensverzekeringen blijft de omzet dalen, en vorig jaar gingen zelfs de stortingen in groepsverzekeringen, die normaal gezien redelijk stabiel blijven, erop achteruit. Voor het eerst in vele jaren ging ook het incasso van stortingen in het kader van het pensioensparen naar beneden.
Twee factoren zijn verantwoordelijk voor die evolutie, zegt Hans De Cuyper, de CEO van AG Insurance en de voorzitter van de beroepsfederatie van de verzekeraars Assuralia: “Enerzijds is er de lage rente, waardoor de gegarandeerde rentevoet op tak21-producten verder is gedaald. Anderzijds legt de zware fiscaliteit een claim op de aantrekkingskracht van individuele levensverzekeringen. Van het gros van de stortingen gaat meteen 2 procent premietaks af.”
Dat betekent dat wie 100 euro in een individuele levensverzekering stort, 2 euro naar de staat ziet vloeien, terwijl de verzekeringsmaatschappij de resterende 98 euro belegt. In tijden waarin verzekeraars maar een rentevoet van 0,75 of 0,35 procent op jaarbasis garanderen, ziet een belegger dus bijna drie tot zes jaren rendement in rook opgaan.
‘Niet meer leefbaar’
De gevolgen daarvan zijn vooral zichtbaar op lange termijn. Toen de overheid in 2005 de premietaks invoerde (aanvankelijk 1,1 procent) bedroeg het premie-incasso in individuele levensverzekeringen nog 21 miljard euro. In 2012 werd de premietaks verhoogd tot 2 procent. Vorig jaar bleef er amper 9,4 miljard euro premie-incasso over. Dat is een halvering van de omzet sinds de invoering van de premietaks in 2005.
Sinds 2012 wordt in de individuele levensverzekeringen met gegarandeerde rentevoet (tak21) bovendien meer geld opgevraagd door de klanten dan er nieuwe premies worden gestort. Dat betekent dat deze branche al vijf jaar op rij geconfronteerd wordt met een netto uitstroom aan middelen. Daardoor zakken ook de technische reserves.
De Cuyper: “Voor veel verzekeraars die sterk leunden op de verkoop van levensverzekeringen was de combinatie van een lage rente en hoge taksen niet meer leefbaar. De financieel-technische winstgevendheid van levensverzekeringen kwam de voorbije jaren amper boven nul uit. Er zat niet anders op dat hun kosten substantieel te verlagen en hun activiteiten te herstructureren. Het gevolg is dat de werkgelegenheid in de sector jaar na jaar afkalft en dit jaar wellicht onder de 22.000 werknemers zal vallen.”
Vorig jaar kondigden enkele verzekeringsmaatschappijen, zoals AXA en Ergo, aan dat ze zich terugtrekken uit de verkoop van individuele levensverzekeringen. Grote maatschappijen als AXA en P&V gingen met de grove borstel door hun personeelsbestand. Alleen al in de tweede jaarhelft van 2016 gingen meer dan 1000 arbeidsplaatsen verloren.
“Verzekeraars zijn nochtans essentieel voor het activeren van het spaargeld in langetermijninvesteringen die de Belgische economie ten goede komen, en voor de opbouw van de pensioenreserves”, beklemtoont De Cuyper. Met 63 miljard euro aan Belgische OLO’s (lineaire obligaties) in portefeuille is de verzekeringssector ook een van de belangrijkste financiers van de overheidsschuld.
150 miljoen euro
“De dalende inkomsten wegen op onze mogelijkheden om te investeren”, besluit De Cuyper. “Net nu heeft onze economie nochtans stimuli voor groei nodig. Daarom pleiten wij voor een afschaffing, of minstens een significante verlaging van de premietaks.” Die taks brengt de overheid momenteel naar schatting 140 tot 150 miljoen euro op. Het lijkt onwaarschijnlijk dat ze die inkomsten zomaar zal opgeven op een moment dat het gat in de begroting maar niet gedicht wordt.
“De afschaffing van de premietaks kan mensen nochtans aansporen om meer geld opzij te zetten in pensioenverzekeringen, wat past in het pensioenbeleid van de overheid”, riposteert Philippe Colle, gedelegeerd bestuurder van Assuralia. “En het activeren van spaargeld via de verzekeraars leidt tot investeringen in de Belgische economie en heeft een positief effect op de werkgelegenheid.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier