Voor de rechtbank van eerste aanleg is begin september een verzekeringsmaatschappij veroordeeld voor discriminatie van een transgender. De verzekeraar wilde enkel een hospitalisatieverzekering met haar afsluiten als er een specifieke uitsluiting in de polis werd opgenomen rond haar genderdysforie. Dat meldt het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM) donderdag.
De betrokken transgender werd geboren als man en onderging in 1997 een geslachtsoperatie. “Sindsdien gaat zij probleemloos als vrouw door het leven”, zegt het IGVM. “Tot ze in 2013 een hospitalisatieverzekering via haar werkgever wou afsluiten. De verzekeringsmaatschappij wou enkel een hospitalisatieverzekering met haar afsluiten als er een specifieke uitsluiting in de polis werd opgenomen die verband hield met haar trans zijn.”
“Chronisch ziek”
Het Instituut trok daarop samen met het slachtoffer naar de rechtbank. De verzekeraar probeerde de rechtbank van zijn gelijk te overtuigen door te stellen dat ze chronisch ziek is. Wanneer iemand bij het afsluiten van een verzekering aan een chronische ziekte lijdt, kan een verzekeraar immers beslissen om voor bepaalde kosten niet tussen te komen.
De verzekeraar wou in dit geval alle kosten uitsluiten gerelateerd aan de diagnose, behandeling, oorzaken en gevolgen van genderdysforie. “Maar de mevrouw lijdt sinds het afronden van haar behandeling in 1997 niet langer aan genderdysforie, waardoor er op het ogenblik dat zij een verzekering wou afsluiten geen sprake van een chronische ziekte kon zijn”, luidt het. “De verzekeraar wou de rechtbank ervan overtuigen dat transgenderpersonen hun leven lang ‘ziek’ zijn”, zegt Liesbet Stevens van het IGVM. “Wij zijn blij dat dat niet gelukt is.”
Fikse schadevergoeding
De rechtbank volgde op 6 september namelijk het standpunt van het Instituut en oordeelde dat de vrouw gediscrimineerd werd op grond van geslachtsverandering. De verzekeringsmaatschappij werd een fikse schadevergoeding van ruim 56.000 euro opgelegd. De beschikking is nog niet betekend. Eens dat gebeurd is, hebben alle partijen één maand de tijd om een beroep in te stellen.
Ongeveer 10 procent van de meldingen bij het IGVM gaan over discriminatie van transgenders. “In 2014 ontvingen we concreet 57 klachten, wat bijna een verdubbeling was tegenover 2013. De meldingen hadden voornamelijk betrekking op problemen met verzekeringsmaatschappijen”, zegt Stevens. “We hopen rond deze problematiek in de toekomst een constructief gesprek met de verzekeringswereld aan te gaan.” (Belga/NS)
