De aanslagen van 22 maart 2016 in Brussel hebben de verzekeraars al 116 miljoen euro gekost. Stormen en overstromingen waren vorig jaar goed voor een kost van 352 miljoen euro, fors meer dan in 2015 maar een heel stuk nog onder de kost van rampjaar 2014 (ruim 550 miljoen euro). Dat blijkt maandag uit cijfers van Assuralia, de beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen.
Iets meer dan de helft van de kost door de aanslagen valt onder de arbeidsongevallen. Eind 2015 hadden de verzekeraars een technische provisie van 155 miljoen euro voor de risico’s op aanslagen in België.
Noodweer kostte de verzekeraars vorig jaar 352 miljoen euro: 146,2 miljoen euro voor stormen, 170,6 miljoen euro voor overstromingen en 35,1 miljoen euro voor schade aan voertuigen als gevolg van natuurkrachten.
De verzekeraars zagen vorig jaar het totale premievolume in ‘niet-leven’ en ‘leven’ dalen met 0,8 procent tot 27,04 miljard euro. Het totale premievolume aan levensverzekeringen nam met 2,6 procent af tot 15,23 miljard euro. ‘Rekening houdend met een inflatie van 2 procent vorig jaar, bedraagt de reële evolutie van het premie-inkomen leven dus zowat -4,5 procent in 2016’, klinkt het bij Assuralia.
In niet-leven was er vorig jaar een verdere stijging met 1,7 procent. De takken niet-leven waren vorig jaar samen goed voor een incasso van 11,8 miljard, of het hoogste ooit. Voor dit jaar verwacht Assuralia een stevigere groei van 2,6 procent in niet-leven, maar ook opnieuw een terugval in leven.
Volgens Assuralia is de rendabiliteit in de sector ondertussen aan de beterhand. ‘De sector is in normale gezondheid’, zegt Assuralia-voorzitter Hans De Cuyper. ‘Er is een goed evenwicht tussen de toegang voor de Belg tot verzekeringen en de rendabiliteit voor de verzekeraars.’
