De schadelast van de overstromingen van midden juli voor de verzekeringssector loopt op tot 2,16 miljard euro. Bij een vorige schatting was sprake van 1,6 miljard euro. Wallonië is het hardst getroffen met meer dan 62.400 schadedossiers.
De overstromingen van 14 tot 16 juli troffen vooral de regio Luik en de vallei van de Vesder. Dat blijkt uit een lijst van de meest getroffen gemeenten die Assuralia, de federatie van de verzekeringssector, vandaag publiceerde. De schadelast is het grootst in Luik (209 miljoen) en Verviers (142 miljoen). Daarna volgen de gemeenten Trooz, Chaudfontaine, Pépinster, Esneux, Eupen, Limbourg en Theux.
Van de 71.746 ingediende schadedossiers situeren er zich 62.404 in Wallonië. Het gaat vooral om woningen en handelszaken. De totale verzekerde schade loopt intussen op tot 2,16 miljard euro, waarvan 2,07 miljard in Wallonië. Dat cijfer kan nog stijgen naarmate de expertises nauwkeuriger ramingen opleveren, waarschuwt Hein Lannoy, de CEO van Assuralia. De totale schadelast van de overstromingen, inclusief de niet-verzekerde schade bij particulieren en de schade aan infrastructuur, schatte het Waals Gewest eerder op 3 tot 4 miljard euro.
Tot nu toe had Assuralia het cijfer van 1,6 miljard euro naar voren geschoven als schatting van de verzekerde schade in Wallonië. Van dat bedrag zal de sector meer dan 600 miljoen uitkeren, het dubbele van het wettelijk voorziene plafond. Het Waals Gewest neemt 1 miljard euro voor zijn rekening en kan daarvoor rekenen op een lening toegekend door de verzekeraars.
Lees verder onder de video
Dat akkoord tussen de verzekeraars en het Waals Gewest voorziet in een verzekerd plafond van 1,7 miljard euro. Dat volstaat voorlopig om iedereen te vergoeden. Ondanks de nieuwe schaderaming wordt dat plafond niet overschreden, legt Lannoy uit, omdat de overeenkomst enkel slaat op de ‘eenvoudige risico’s’ (de schade aan woningen en handelszaken), en niet de schade aan auto’s, ondernemingen of openbare instellingen.
Anticiperen op nieuwe rampen
Assuralia drong tijdens de persconferentie aan op een publiek-private samenwerking, om te anticiperen op toekomstige rampen van deze omvang. “Er moet een duidelijk juridisch kader komen, waarin zowel de verzekeraars als de overheden hun verantwoordelijkheid nemen”, zei Hilde Vernaillen, de voorzitter van Assuralia. “In het belang van de slachtoffers moet iedereen weten waar hij aan toe is.”
Ze beklemtoonde dat een dergelijk partnership voor de verzekeringssector essentieel is. “Zodat wij precies de premies kunnen berekenen en beslissen in welke mate we ons herverzekeren. Zonder kader dreigen fors hogere premies voor brandverzekeringen. Het is in ieders belang dat we deze risico’s betaalbaar houden.”
In die zin betreurt Assuralia het mislukken van het overleg rond het probleem van de droogte die scheuren en barsten in woningen veroorzaakt. “De interpretatieve wet creëert meer vragen dan duurzame oplossingen”, vindt Lannoy. “Ook voor de slachtoffers is dat geen goede zaak. We dreigen in een situatie terecht te komen waarin de gevolgschade gerepareerd wordt maar de oorzaak van het probleem, de niet-adequate fundering in bepaalde regio’s, niet aangepakt wordt.”